woensdag 1 juli 2015

Hohner


"Ik doe niets liever dan de voorwerpen die ik koop van een geschiedenis voorzien", schreef iemand mij onlangs. Mooi gezegd, vond ik: voorwerpen van een geschiedenis voorzien. En zeer herkenbaar voor mij, want ik doe het geregeld op dit blog. 
Veelal gaat het bij mij niet over zaken die ik heb gekocht, maar over spullen die familiegewijs tot bij mij zijn gekomen. Ik ben een enig kind, mijn vader was een enig kind: er zijn dus nogal wat bezittingen van mijn ouders en grootouders op mij overgegaan. Ik koester ze. Het zijn geen dure kunstwerken of antiquiteiten, hun objectieve waarde is gering, maar het zijn dingen die voor mij een grote emotionele waarde hebben. 
Mijn allereerste blogartikel ging meteen al over zo'n object: een blikken doosje van de Egyptische luxe-sigaretten Melachrino dat in mijn ouderlijk huis een heel andere bestemming had gekregen. Sedertdien heb ik hier bij tijd en wijle meer van zulke voorwerpen van tekst voorzien.
Op de keper beschouwd mag ik niet zeggen dat ik die dingen een geschiedenis heb gegeven - die hadden ze al. Ik heb hun verhaal achterhaald, en verteld. Het vertellen van verhalen (over dingen) voegt betekenis toe (aan die dingen). Het is ook een uiting van aandacht, van liefde, voor die dingen. Het veronderstelt bewuste aanwezigheid-bij-de-dingen, is dus een vorm van bewustzijn, dit wil zeggen: van bewust zijn. Als zodanig geven de dingen-waar-we-bij-aanwezig-zijn op hun beurt betekenis aan ons leven. Bewust zijn is naar mijn filosofische mening de beste manier om zin te geven aan ons altijd te korte bestaan.  
Down to earth. Toen mijn vrouw Lieve en ik in mei van dit jaar (2015) van onze auto-reis door Zwitserland via Duitsland naar onze heimat terugkeerden, bezochten we - op vrijdag 22 mei - in het Zuid-Duitse stadje Trossingen het Deutsches Harmonika Museum. 
Tijdens onze Duitsland-reis van augustus 2014 had ik een foldertje van dat museum opgepikt. Om redenen die ik me nu niet meer voor de geest kan halen was het er toen niet van gekomen, maar sindsdien stond een bezoek aan dat Harmonika Museum in het Schwarzwald hoog op mijn to-do-lijstje, want accordeonmuziek is één van mijn nooit vervlogen jeugdliefdes. Alleen al visueel vind ik de accordeon een mooi instrument - vooral dan de met parelmoer versierde exemplaren: met hun diepe kleuren en hun steeds wisselende glinstering zien ze er prachtig, ja een beetje magisch uit (natuurlijk ook omdat ze in mijn bewustzijn onlosmakelijk verbonden zijn met mijn kindertijd). En hun klank is warm, en voert gezelligheid en levensvreugde aan.
Het Deutsches Harmonika Museum staat bijna geheel in het teken van Hohner - een naam die ik van oudsher kende omdat hij voorkwam op sommige van de fraaiste accordeons die ik in mijn leven zag. Een legendarisch merk. Dankzij de flyer die vorig jaar mijn pad kruiste, wist ik dat Trossingen de plaats was waar de accordeonfabriek Hohner haar thuis had. En was ik ook al te weten gekomen dat het bedrijf - opgericht anno 1857 door Matthias Hohner - niet enkel accordeons maar ook mondharmonica's produceerde. (Inmiddels is mij bekend dat het sinds 1949 nog andere muziekinstrumenten op de markt brengt). 
Uiteraard was ons bezoek aan het Deutsches Harmonika Museum een leuke ervaring: instrumenten, foto's, verpakkingen, publiciteit, filmpjes… van vroeger, het was er allemaal. 
Het museum zelf is van eerder recente datum: het zag het levenslicht in 1991, nadat in 1987 de Duitse deelstaat Baden-Württemberg de Sammlung Hohner had aangekocht, de rijke collectie die de leiding van de fabriek in de loop der jaren had aangelegd.
Ik had vooral accordeons verwacht, en was dus een beetje verbaasd over het grote aandeel dat de mondharmonica in het museum innam. Had ik mij vooraf grondig geïnformeerd, dan had ik geweten dat de grondlegger van de zaak, Matthias Hohner, uitsluitend mondharmonica's vervaardigde, en de accordeon - de Handharmonika - pas in 1903, het jaar na zijn overlijden, op de Hohner-productieplank was verschenen... 
Ook op de flyer van het museum nam de mondharmonica trouwens een vooraanstaande plaats in: niet in het minst dankzij een foto die het Hohner-instrument linkte aan The Beatles! En inderdaad: op vroege Beatles-nummers als Love me do, Please please me en I should have known better wordt volop mondharmonica gespeeld - ik heb het voor de zekerheid nog eens nagegaan. 
Samengevat: het perspectief verschoof van de accordeon naar de mondharmonica. En dat deed het zeker vanaf het moment dat mijn vrouw mij aan iets herinnerde…
"Je weet toch dat wij thuis nog een mondharmonica van je vader hebben?", zei ze toen we 's avonds weer in ons hotel waren en de ervaringen van de dag overschouwden. Ja… nu ze het zegde… ooit had ik dat inderdaad geweten, maar het was toch wetenschap die diep in mijn langetermijngeheugen verzeild was geraakt. Zelfs het bekijken van de tientallen in het museum tentoongestelde mondharmonica's had ze niet doen opborrelen. "Na het overlijden van je vader heeft jouw moeder die op een bepaald moment eens aan onze kinderen gegeven, maar ik heb die meteen in beslag genomen en in veilige bewaring genomen", vervolgde mijn echtgenote. "Ik heb je dat toen verteld", voegde ze er aan toe. Ik betuigde - zoals ik dat destijds ook al zal hebben gedaan - mijn instemming en prees haar verantwoordelijkheidszin, want familiale erfstukken horen natuurlijk niet in kinderhanden terecht te komen. 
Na onze reis kwam mijn vrouw mij al gauw met de vaderlijke en door haar geredde mondharmonica verblijden. Een Hohner! Ja, het bleek zowaar een Hohner, een echte Hohner! Een vrij groot (bijna twintig centimeter) en vrij zwaar instrument. Grotendeels in chroom, maar aan de onderzijde is ook een houtimitatie-achtige kunststof te zien. Op het chroom staat, aan beide zijden, in drukletters, dezelfde tekst: "THE 64 CHROMONICA / 4 CHROMATIC OCTAVES PROFESSIONAL MODEL / M. HOHNER / GERMANY". 
Een kleine zoektocht op het internet leerde mij dat de 64 Chromonica een gereputeerd en bij musici en deskundigen allerhande zeer gewaardeerd instrument is. "First conceptualized in 1938 and improved in numerous details throughout the 20th century", aldus de website Musician's Friends.
En op de website Masters of Harmonica vernam ik van ene David Kettlewell ("I am a classically trained amateur singer and musician") wat de aanduiding "4 chromatic octaves" op mijn vaderlijke mondharmonica precies betekende: "indicating it has 4 complete octaves of chromatic scales starting from C one octave below 'Middle C' up to so called 'High C' which is two octaves above middle C". Hm, ik nam blijmoedig aan dat dit voor muzikaal onderlegde mensen interessante informatie was. 
Ik had toen al besloten aan de Hohner-mondharmonica van wijlen mijn vader een blogartikel te wijden. Daarbij stelden zich twee problemen. 
In de eerste plaats zat de mondharmonica (nog) niet in de familiegeschiedenis verweven. In 1938 - het jaar waarin Hohner de 64 Chromonica  zou "geconceptualiseerd" hebben - werd mijn vader 17 jaar. Zou hij de mondharmonica voor zijn 18de verjaardag gekregen hebben? Voor zijn 21ste verjaardag? Zou het een geschenk van zijn ouders zijn geweest? Of van zijn suikertante Marie Vandenbossche ("matante")? Of was het instrument pas later in zijn bezit gekomen? In tegenstelling tot een ander muzikaal erfstuk - de klarinet die mijn grootvader Frans Constant Wollebrants bespeelde en waar ik al op jonge leeftijd mee kennismaakte - was deze mondharmonica voor mij een soort terra incognita. Ik kon me niet herinneren dat mijn vader er tijdens zijn leven ooit naar verwezen had. 
Het tweede probleem dat zich stelde was van praktische aard. Sinds ik het voor dit blog geregeld doe, weet ik dat het fotograferen van voorwerpen geen eenvoudige klus is - moeilijker dan het in beeld brengen van landschappen of personen. Kleine objecten zorgen in de regel voor grote muizenissen inzake belichting en scherpte. Ook het vinden van een geschikte achtergrond is een heikele aangelegenheid. Een egale background roept saaiheid en hinderlijke slagschaduwen op. Deze keer gooide ik het op de originele toer. Ik legde de 64 Chromonica op een blikken publiciteitsbord - een kopie van een oude Hohner-reclame die ik in het Deutsches Harmonika Museum in Trossingen had gekocht. Een gedurfde aanpak (vind ik). Over het resultaat laat ik u zelf oordelen (zie de foto boven deze tekst).
Tijd voor een besluit. De mondharmonica van mijn vader had een geschiedenis, maar die viel, afgezien van het feit dat het instrument ooit aan mijn vader had toebehoord en via mijn moeder en mijn vrouw tot mij was gekomen, verder niet meer te achterhalen - ze was verloren gegaan, verdwenen in de tijd. 
Met dit blogverhaal heb ik het vaderlijke muziekinstrument - in tegenstelling tot mijn eerdere bewering dat men dingen geen geschiedenis geeft, maar dat ze er één hebben - in zekere zin toch van een nieuwe geschiedenis voorzien. Heb ik minstens toch zijn sterk gekrompen curriculum vitae verrijkt met enkele nieuwe, zij het hedendaagse, schakels. Heb ik een soort verbinding tot stand gebracht - tekstueel en fotografisch - tussen het verleden van mijn vader (zijn Hohner-mondharmonica) en mijn heden (mijn bezoek aan het Deutsches Harmonika Museum, mijn exploratie van de Hohner-wereld). Heb ik betekenis toegevoegd aan de 64 Chromonica van mijn vader. Heb ik betekenis toegevoegd aan mijn eigen reilen en zeilen. En betekenis is erg belangrijk in het leven, volgens mij. Voor de dingen en voor de mensen.

The Beatles, met John Lennon op mondharmonica, 1962: https://www.youtube.com/watch?v=ds3mAmUPxYA

Geraadpleegde bronnen.
Folder van het Deutsches Harmonika Museum in Trossingen (Baden-Württemberg), 2014; internet, website Deutsches Harmonika Museum, www.harmonika-museum.de/, geraadpleegd juni 2015; internet, website Enjoy Music - Play Hohner, us.playhohner.com/, geraadpleegd juni 2015; internet, website Musician's Friend, www.musiciansfriend.com/, geraadpleegd juni 2015; internet, website Masters of Harmonica, mastersofharmonica.com/, geraadpleegd juni 2015; de Duitstalige versie van de internet-encyclopedie Wikipedia, de.wikipedia.org/, geraadpleegd juni 2015.