vrijdag 30 september 2011

Cranach


Dromen der mensheid…  Al een hele tijd geleden viel mijn oog (in één of ander boek) op dit aandoenlijke en inhoudelijk zeer boeiende schilderij (zie afbeelding).  Het dateert uit 1546 en is een werk van Lucas Cranach de Oude, één van de bekendste Duitse kunstenaars uit de tijd van de Renaissance. Hij schilderde het op een lindehouten paneel van 1,86 bij 1,22 meter. Het werk staat bekend als "Der Jungbrunnen" - "The Fountain of Youth" - "De Fontein der Jeugd".
"Cranach's painting is about the human yearning for immortality and eternal youth", lees ik op de prachtige "Web Gallery of Art"-website. "Human beings dream of being young again, of leaving the worn outer shell and exchanging it for a new one". Precies! Voor altijd leven, en bij tijd en wijle (natuurlijk met behoud van je geestelijke identiteit en je intellectuele bagage) je oude en stramme lichaam vervangen door een nieuw en soepel gestel - dàt zou het zijn!  Waarom toch heeft de schepper van hemel en aarde en mens de zaken niet aldus geregeld?
Laten we het tafereel dat Cranach bij elkaar heeft geschilderd eens van naderbij bekijken. Aan de linkerkant zien we hoe oude vrouwen worden aangevoerd - op uiteenlopende wijzen : met karren, op een berrie, in een kruiwagen, op de rug van een paard of van een man (al dan niet met assistentie van een helper). Een ware staalkaart van de 16de-eeuwse transportmogelijkheden!
Centraal op het paneel staat natuurlijk de bron der jeugd : gestaag sijpelt het water uit dit kunstzinnig vorm gegeven fonteintje, nee niet in een schilderachtig meertje of vijvertje, maar in een zeer geometrisch en verbazend hedendaags aandoend zwembad! Wat me wel verontrust : nergens is een afvoer te zien, zodat ik mij (met de natte augustusmaand van deze zomer nog vers in het geheugen) toch afvraag of die constant sijpelende bron op termijn niet voor wateroverlast gaat zorgen? Houdt de natuurlijke verdamping het (weliswaar zuinig maar toch continu) toegevoegde water in evenwicht? Of moet ik voor een aannemelijke verklaring terug naar de zwembaden die wij destijds voor onze kinderen in de tuin installeerden en waarvan het waterpeil door het enthousiaste pletsen en plonzen en het voortdurend drijfnat in- en uit het bad lopen op zeer korte tijd een aanzienlijke daling vertoonde?
Pittige details : aan de linkerzijde van Cranachs zwembad worden de oude vrouwen uitgekleed (er is iets voor te zeggen dat wie de nieuwe jeugd wil vinden zich eerst tot het naturisme moet bekeren) en vervolgens door een dokter onderzocht, want ja, nogal wiedes dat men het jeugdschenkende water wou vrijwaren van vieze ziektes! Wat ik, by the way, wel vreemd vind : kennelijk is heel dit verjongings-fenomeen een louter vrouwelijke aangelegenheid. Even dacht ik : men heeft hier, bij wijze van pampering van bepaalde gezindten, het gescheiden verjongen ingevoerd, waarbij het bad op bepaalde uren uitsluitend voor vrouwen toegankelijk is - maar nee, met preutsheid kan het niet te maken hebben, daarvoor zijn er te veel mannen rond dit naakte vrouwen-gebeuren in de weer.
In het bad zelf zien we hoe het wonder van de verjonging zich gradueel voltrekt : oude tantes met hangboezems veranderen in jonge meisjes met stevige hoge borstjes. Aan de rechterzijde van het bad worden deze reeds zeer beminnelijke maar nog naakte creaturen door een galante heer verwezen naar een aankleedtent, waaruit ze na een poosje als modieus geklede jongedames naar buiten treden!  Een tweede wonder eigenlijk, want vergelijkt men de aankleding van de vrouwen vóór en na het toverbad, dan heeft zich warempel niet enkel een leeftijdsmirakel voltrokken, maar ook een vestimentaire en een sociale upgrading. Oude boerenbesjes zijn gracieuze ladies geworden.
Verderop zien we hoe deze herboren wonderwezens zich overgeven aan alle geneugten die het leven aan de jeugd te bieden heeft : eten, drinken, dansen… Onderaan rechts heeft een paartje zich zelfs teruggetrokken in het struikgewas, ongetwijfeld om een rustig gesprek te voeren. En dat allemaal in een paradijselijk landschap, dat scherp contrasteert met de knoestige rotsen aan de linkerkant van het werk.
Cranachs schilderij heet een allegorische voorstelling te zijn : verschillende hooggestemde interpretaties zijn mogelijk. Zo zou de fountain of youth eigenlijk een fountain of love zijn (er prijkt inderdaad een beeldje van Venus op de waterspuwende zuil) en zou de boodschap zijn dat enkel de liefde eeuwige jeugd schenkt. Ik hou het er echter op (desnoods tegen alle kunsthistorici in) dat de kunstenaar - die anno 1546 niet meer van de jongste was, hij was de zeventig al stevig voorbij - toch die diepmenselijke down to earth-aspiratie van een doodgewoon-wonderbaarlijke terugkomst der jeugd op het lindehout heeft gezet. En dat hij zich verkneukeld heeft in die heerlijke illusie (en natuurlijk ook in het wellustig schilderen van die naakte vrouwen, vooral dan die van de rechterbadzijde).
Lucas Cranach de Oude (in het Duits : Lucas Cranach der Altere) werd geboren in 1472 in Kronach (in Beieren) en overleed in Weimar op 16 oktober 1553. Vorig jaar, op dinsdag 28 september 2010 (om precies te zijn), hebben mijn vrouw en ik tijdens ons verblijf in Weimar even bij het graf van deze meester verwijld. Dat was op het kerkhof rond de Jakobskirche, waar we weliswaar niet uit interesse voor Cranach naartoe waren gegaan, maar omdat Goethes echtgenote Christiane Vulpius er begraven ligt - overigens in een veel bescheidener graf dan de indrukwekkende tombe van de heer Cranach, waarop een levensgroot bas-reliëf prijkt, de kunstenaar zelf voorstellend (die ons, naar mijn indruk, met een monkel-glimlach om de lippen aankijkt). Natuurlijk bezochten we ook de Jakobskirche zelf, want het was in de sakristie van deze kerk dat Goethe op 19 oktober 1806 met Christiane Vulpius huwde. We waren er in de vooravond : de invallende duisternis zorgde voor een bijzondere sfeer. Omdat ik het wel amusant vind de grote cultuur te mengen met de kleine, voeg ik hier nog aan toe dat we na ons bezoek aan de Jakobskirche de voeten onder tafel staken in het zeer nabijgelegen "Kartoffelhaus Weimar" - een genoeglijk restaurantje geheel gespecialiseerd in aardappelgerechten.
De droom van een bron der eeuwige jeugd werd natuurlijk niet door Lucas Cranach bedacht : hij is omzeggens zo oud als de mensheid zelf. De Griekse schrijver Herodotos (5de eeuw vóór Christus) had het al over een bron die levenskracht schonk, en Alexander de Grote (4de eeuw vóór Christus) zou naar het magische water op zoek zijn gegaan om zichzelf en zijn soldaten na het voeren van vele oorlogen weer op te lappen (als we tenminste de verhalen mogen geloven die later over Alexander werden geschreven - wat we natuurlijk maar zeer gedeeltelijk mogen doen). Het idee is vervolgens met een soort Ewige Wiederkunft-hardnekkigheid in onze cultuur blijven opduiken, tot en met het recente deel vier van de serie "Pirates of the Caribbean"-films (ondertitel : "On stranger Tides") waarin Johnny  Depp, alias piraat Jack Sparrow, naar het opwellende wonderwater op zoek gaat.
Een sterk aan de bron der jeugd verwant thema is dat van het levenselixir. Druïden, magiërs en alchemisten allerhande maakten bij hun zoektocht naar de "steen der wijzen" (waarmee onedele metalen in goud konden worden getransformeerd) met genoegen al eens een ommetje langs het elixer vitae of levenselixir, waarmee het menselijk bestaan (misschien wel onbeperkt) te rekken viel.
In het vroege werk van Marc Sleen (en ook bij andere stripverhalenmakers, maar daar ga ik niet over) treffen we dit legendarische levenselixir aan in het Nero-album "De bronnen van Sing Song Li", waar het kostbare goedje in een Chinese pagode zeer zuinig uit een rots druppelt. In "De Negen Peperbollen" is het dan weer het zaad van een onder de Kilimandjaro groeiende plant dat er voor zorgt dat de steenoude professor Zagemeel van zijn sterfbed opveert, vrolijk zijn broek aantrekt en met een ongehoorde young again-vitaliteit naar de voorzitter van de keuzecommissie voor de Olympische Spelen van Melbourne (1956!) holt.
In het latere werk van Sleen (waar ik minder vertrouwd mee ben) komt het thema van het eeuwige en jeugdige bestaan naar verluidt terug in "De Wallabieten" (waarin Nero een pil slikt die hem duizend jaar zal doen leven), "Zongo in de Kongo" (waar een toverdokter voor de onsterfelijkheid zorgt) en "De Nerobloemen" (waar Adhemar de uitvinder van het levenselixir is).  
Dromen der mensheid…  eeuwig leven, weer jong zijn… De harde waarheid horen we in een Duits volksliedje uit de 19de eeuw: Schön ist die Jugend, sie kommt nicht mehr… 

De afbeelding van Cranachs Jungbrunnen en de informatie over het werk haalde ik bij de Web Gallery of Art, http://www.wga.hu/index1.html.
Voor het overige ging ik te rade bij zowel de Duitstalige als de Nederlandstalige versie van de internet-encyclopedie Wikipedia.
De beroemde versie van Schön ist die Jugend(zeit) van Leni & Ludwig uit 1957 : 
http://www.youtube.com/watch?v=sDw_MFpaD0g&feature=related