vrijdag 23 december 2011

Droeve Kerst


"Stille Nacht, heilige Nacht! Alles schläft, einsam wacht...". Op kerstavond van het jaar 1818 werd tijdens de middernachtmis in het dorpskerkje van Oberndorf (in Oostenrijk) voor het eerst het liedje Stille Nacht, Heilige Nacht gezongen. De tekst van onderpastoor Joseph Mohr (1792-1848) was op muziek gezet door de onderwijzer van het nabijgelegen Arnsdorf, Franz Xaver Gruber (1787-1863). Het eenvoudige wijsje zou mettertijd het bekendste kerstliedje ter wereld worden.  
Al van in mijn kinderjaren moet ik bij dit kerstliedje denken aan mijn grootvader (langs vaderskant). Hij overleed op kerstavond van het jaar 1948. "Schlafe in himmlischer Ruh…". Hij was slechts 59 jaar oud.
In het najaar van 1948 was Frans Constant Wollebrants met zijn gezondheid beginnen sukkelen - hij was vermagerd en leed aan een te hoge bloeddruk - maar niets liet een plotse en dramatische afloop vermoeden. Zijn huisdokter, Florimond Mollekens, met wie hij goed bevriend was (Mollekens was voorzitter van de fanfare Onder Ons, mijn grootvader ondervoorzitter), schreef hem een "bloedverdunner" voor, en stuurde hem voor observatie naar het toen zeer gereputeerde Sint-Elisabethziekenhuis in Mechelen. De op de hoek van de Goswin de Stassart- en de Van Hoeystraat gelegen instelling stond toen bekend als "de kliniek van dokter Debois", officieel heette ze het "Heelkundig Gesticht Dames van Sint-Elisabeth".
Mijn grootvader vertrok op maandagmorgen 20 december, met de bus. 's Anderendaags kreeg hij in de namiddag het bezoek van zijn echtgenote Maria Ceuleers, en 's avonds dat van zijn zoon Oscar (mijn vader). "Toen was alles nog normaal", aldus mijn moeder (in haar memoires).
De volgende dag, woensdag 22 december, trok mijn grootmoeder op de middag opnieuw naar Mechelen om haar man te bezoeken. Toen ze, kort voor twee uur, samen met familieleden van andere patiënten, aan de ingang van de kliniek stond te wachten tot de deuren zouden opengaan en de bezoekuren zouden beginnen, kwam een verpleegster kijken of er "bezoek" was voor Frans Wollebrants. Mijn grootmoeder mocht meteen mee naar binnen. Ze kreeg te horen dat er iets ergs was gebeurd met haar echtgenoot... Hij had een hersenbloeding gekregen - een "attak" (attaque) zoals de mensen zegden. Hij was buiten bewustzijn, en zou volgens de dokter blind en "waarschijnlijk ook helemaal verlamd" blijven.
Mijn vader en moeder waren van plan mijn grootvader 's avonds in het ziekenhuis te gaan bezoeken. Ze zouden mekaar na hun werk treffen bij mijn moeders tante Irma, die op de Leuvensesteenweg woonde. Ze hadden toen nog geen auto, moesten dus de bus nemen om naar Mechelen te gaan. Toen mijn moeder (die tot vijf uur werkte) bij haar tante arriveerde, vernam ze dat mijn vader (die als onderwijzer in de plaatselijke gemeenteschool al iets na vier thuis was gekomen) reeds naar Mechelen vertrokken was : ik vermoed dat hij door zijn moeder op de hoogte was gebracht van de rampzalige wending in de gezondheidstoestand van zijn vader. Mijn moeder was toen drie maanden in verwachting (van mij), en mijn vader had geoordeeld dat ze in de gegeven omstandigheden beter thuis kon blijven.
Op donderdag 23 december kwam er geen verbetering in de conditie van mijn grootvader. Op vrijdag 24 december gingen zijn vrouw en zijn zoon hem opnieuw bezoeken - zijn toestand was er nog op achteruitgegaan, "maar in die tijd moest iedereen buiten als het bezoekuur voorbij was en dus moesten zij naar huis komen", schreef mijn moeder in haar memoires. 
Omdat hij zich aan het ergste verwachtte, trok mijn vader later op de avond naar een familielid om naar het ziekenhuis te telefoneren ("want toen had er bijna niemand al een telefoon"). Mijn moeder hield mijn grootmoeder gezelschap. Bij zijn terugkeer bracht mijn vader de droeve tijding dat mijn grootvader overleden was.
Ik vermoed dat het bezoekuur tot 19 uur had gelopen en dat mijn grootvader meteen nadat zijn vrouw en zoon zijn kamer verlaten hadden, gestorven is. Het officiële uur van overlijden was immers ook 19 uur (volgens een verklaring van de Burgerlijke Stand van de stad Mechelen).
Op datum van 25 december 1948 werd bij drukkerij Albert Verhoeven-Van Rillaer in Boortmeerbeek een "doodsbrief" (overlijdensbericht) gedrukt. Daarop kwamen de namen voor van de nabije familie : echtgenote, zoon en schoondochter, broers en zussen.  Zij meldden in de toen gebruikelijke formulering "met innige droefheid, doch met christelijke gelatenheid, dat het den Heer behaagde tot Zich te roepen de ziel van hun teerbeminde echtgenoot, vader, schoonbroer, broeder, schoonbroeder, oom en bloedverwant / Mijnheer Frans Constant Wollebrants, echtgenoot van Mevrouw Maria Ceuleers - ondervoorzitter van de Fanfare "Onder Ons" - geboren te Rijmenam, den 14 Juli 1889 en overleden te Mechelen, den 24 December 1948, voorzien van de H. H. Sacramenten der stervenden".
De begrafenis had plaats op woensdag 29 december 1948. 's Morgens werd het stoffelijk overschot van mijn grootvader uit het ziekenhuis in Mechelen overgebracht naar zijn woning in de Beringstraat. "Op de dag van de begrafenis werd hij ‘s morgens thuisgebracht", aldus mijn moeder. "Dat was toen zo de gewoonte, want een funerarium bestond er nog niet".
Toen de eikenhouten kist met het stoffelijk overschot van mijn grootvader in zijn huis was binnengebracht, werden - eveneens naar aloud gebruik - de rolluiken aan de voorgevel neergelaten, ook die van de kleine vestibule waarin de voordeur lag. Toen men korte tijd later het rolluik van dat voorportaal wou optrekken om familie, vrienden en buren toe te laten een laatste groet te brengen ("een kruiske te geven"), brak het lint en kon het luik niet naar omhoog. Gelukkig was één van de al aanwezige familieleden een ervaren timmerman : die had het euvel snel verholpen. Het rolluik werd opwaarts geduwd en vervolgens met een plank ondersteund.
Met de corbillard werd het stoffelijk overschot naar de kerk gevoerd - de familie volgde te voet. De lijkkoets was behangen met zwarte doeken en werd getrokken door een paard. Die corbillard was eigendom van de gemeente, maar het paard behoorde toe aan "Fikker Lamal", die op de Rijmenamsebaan woonde, en de koets in goede banen leidde. 
"Op de begrafenis was er veel volk en ook de fanfare waar hij ondervoorzitter van was" schreef mijn moeder Maria Budts. Het was de eerste keer dat de muzikanten van Onder Ons in een volledig uniform verschenen. Tijdens de tocht naar de kerk, en ook later, bij de gang van de kerk naar het kerkhof, speelde de fanfare treurmuziek.
Het was in die tijd de gewoonte dat de echtgenote van de overledene bij de begrafenis zelf niet aanwezig was : mijn grootmoeder zal dus niet mee naar de kerk en het kerkhof zijn gegaan, maar, in gezelschap van een familielid, thuis zijn gebleven.
De bidprentjes - de "doodsbeelekes" - die in de begrafenismis aan de aanwezigen werden uitgereikt, vertoonden aan de voorzijde een zekere verscheidenheid. Alle waren echter versierd met toepasselijke afbeeldingen : ik heb twee voorbeelden boven dit artikel geplaatst.
Op de keerzijde van de bidprentjes stond op alle exemplaren uiteraard dezelfde tekst. Naast de feitelijke gegevens met betrekking tot de overledene, kwam er een (vrij lange) "literaire" tekst op voor, die een treffend beeld geeft van hoe de mensen van toen met zo'n abrupt verlies omgingen (of dat probeerden). De hoop op een leven na de dood vormde daarin het centrale thema… "O Heer, onverwachts hebt Gij hem aan onze liefde ontnomen, Uw Heilige Naam zij gezegend, wij onderwerpen ons, doch met gebroken hart. In Christus onzen Heer straalt ons de hoop der toekomstige verrijzenis tegen. Derhalve mogen allen die bedroefd zijn om hun onvermijdelijke levenslot zich troosten met de belofte der toekomstige onsterfelijkheid. Want de gelovigen wordt het leven niet ontnomen, maar slechts veranderd". 
Een gangbaar procédé bestond er in de overledene zelf aan het woord te laten - fictief natuurlijk. Dat gebeurde ook bij mijn grootvader… "Liefste echtgenote ons scheiden zal U zwaar vallen, doch het weze U een troost, dat ik spijts den dood, nog inniger en krachtvoller met U verenigd zal blijven. Mijn welbeminde zoon en schoondochter, familieleden, bloedverwanten en vrienden, het leven was mij zo aangenaam in uw midden. De onverbiddelijke dood heeft mij getroffen. Vaarwel, ween niet maar bid veel voor mijne zielerust. Ik ook zal U niet vergeten bij de Heer".
Na de mis trok men - opnieuw te voet achter de corbillard - naar het kerkhof op de Donk. Daar werd de kist neergelaten in de grafkelder. Het graf van mijn grootvader lag (ligt) achteraan op het kerkhof, tegen de gemetselde kerkhofmuur. Het ging om "gekochte grond", dus om een in principe "eeuwige vergunning". Voor familie en vrienden werden na de begrafenis in het huis van mijn ouders broodjes en koffie geserveerd. Daar zal mijn grootmoeder wel bij aanwezig zijn geweest.
Hoewel niemand in de diepste gedachten van iemand anders kan binnendringen, wijzen alle tekenen er op dat mijn grootmoeder een oprecht en diep gelovige vrouw was. Allicht hebben het geloof in de leer van de katholieke kerk, in God en in een leven na de dood voor haar een zekere troost en steun op psychisch en emotioneel vlak betekend. Maar hoe-dan-ook moet ze door een periode van diep verdriet en gemis zijn gegaan. En natuurlijk heeft de dood van haar echtgenoot en jarenlange toeverlaat haar hele verdere leven getekend. Ik heb altijd geweten dat ze, zoals bij weduwen van een zekere leeftijd destijds gebruikelijk, in het zwart gekleed ging.  
Zo'n zes maanden na het overlijden van mijn grootvader werd ik geboren : zijn eerste en enige kleinkind. Een kleine troost : "hij heeft nog geweten" dat hij grootvader ging worden. “Normaal moest hij peter zijn”, aldus mijn moeder. Ik werd naar hem genoemd. 
Niet elke Kerst is feestelijk en gezellig. Soms is de kerstnacht stil en heilig, en eenzaam en triest.

Voornaamste bronnen : artikel F. WOLLEBRANTS, Het overlijden van Frans Constant Wollebrants op 24 december 1948, in : De Grote Wollebrants Kroniek (onuitgegeven familiegeschiedenis) ; F. WOLLEBRANTS (red.), De Tijd van Toen, De memoires van Paulina Joanna Maria Budts (°1922), Boortmeerbeek, 2002 ; gesprek met Yvonne Mommens, 14 december 2011 ; internet (www), website Silent Night, silent.night.web.za, geraadpleegd november 2011 ; internet (www), trefwoord Stille Nacht, heilige Nacht in internet-encyclopedie Wikipedia (Duitse versie), de.wikipedia.org, geraadpleegd november 2011.