vrijdag 16 maart 2012

Zwerfvuil


Soms lees ik Goethe in bad, soms Thomas Mann. Vorige week was het De Streekkrant. En waarop valt mijn oog, meteen al op pagina twee? In Tremelo, zo lees ik met belangstelling, organiseert de milieuraad twee zwerfvuilwandelingen, één op zaterdag 17 en één op zondag 18 maart!
Wat moet ik mij daar nu in 's hemelsnaam bij voorstellen, bij een zwerfvuilwandeling?  Betekent dit dat men er gaat op uittrekken gewapend met prikkers, vuilniszakken, emmers, stootkarren… om de gemeente eens flink op te schonen? Of betreft het hier een sight-seeing-tour, waarbij men bij wijze van ramptoerisme de gemeenste, afzichtelijkste, meest aanstootgevende… sluikstortbermen gaat langslopen, verachten, aanklagen, fotograferen, tot kunst verheffen…? 
Een leergierig mens zijnde ben ik even gaan kijken op de website van de gemeente Tremelo. Bij de rubriek Milieu en Natuur staat er Hier vind je alle informatie die te maken heeft met milieu en natuur. Van een beleefde overheid zou ik ten eerste al verwachten dat ze haar burgers aanspreekt met u, maar ten tweede: van die zwervuilwandelingen valt er daar geen spoor te bekennen. Zoals dat echter meestal gaat op door ambtenaren gerunde webstekken: ergens waar men het logischerwijze geheel niet zou verwachten, bij de uit-tips namelijk, ontdek ik dan toch dat het bij die zwerfvuilwandelingen gaat om onze jaarlijkse lenteschoonmaak! Hm, de grote kuis als een uitje presenteren, dat zal bij mijn vrouw niet pakken vrees ik. Ze mogen dan niet erg beleefd zijn daar op het gemeentehuis van Tremelo, zin voor humor hebben ze ongewild wel.
Het toeval wou dat ik rond dezelfde tijd wat papieren van wijlen mijn vader ordende, waarbij een aantal gemeentelijke berichten uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw mijn pad kruisten. En wat viel mij op? Dat in die boodschappen van het Boortmeerbeekse gemeentebestuur aan zijn burgers de do's en don't's inzake huisvuil en sluikstorten een opvallend vaak terugkerend thema vormden - een soort running gag.    
"Tot onze spijt stellen wij vast dat nog te veel inwoners zich bedienen van oude emmers, kartonnen dozen, verroeste wasketels en zware bakken voor het huisvuil", constateerde onze gemeentelijke overheid in haar Bericht aan de bevolking Nr. 1, daterend uit het voorjaar van 1965. "Wij doen een laatste oproep opdat ieder huisgezin een degelijke vuilbak zou gebruiken. Bestellingen kunnen gedaan worden bij de autovoerder of op het gemeentesekretariaat. Wij vragen de bevolking geen papier in de bakken te stoppen (thuis verbranden) en ledige kartonnen dozen open te plooien en in pakken samen te bundelen". 
Ja, wat leefden ze eenvoudig toen: een simpele vuilnisbak tussen 't groen, de boerenbloemen en de heg, en je papier probleemloos zelf opstoken in de tuin. Ik deed dat meestal aan het eind van het schooljaar: een lekker oplaaiend vreugdevuur ter verwelkoming van de zomervakantie. 
Enkele maanden later, in september '65, stelde het gemeentebestuur in zijn Bericht aan de bevolking Nr. 3, de onhebbelijke gewoonte der Boortmeerbekenaren aan de kaak om het openbaar domein te beschouwen als een uitbreidingsgebied van hun bouwwerf. "Herhaaldelijk wordt vastgesteld dat, bij bouw- of verbouwingswerken, de mortel op de bitumeuse wegbedekking of op het voetpad wordt gereedgemaakt", kapittelde het gemeentebestuur. Erger nog: "Bij gebruik van het voetpad wordt, doorgaans, de resterende mortel niet weggevaagd noch de betondallen met water gereinigd". De gemeente zou zulke handelwijzen niet langer dulden en de politie proces-verbaal laten opstellen.
Of alle Boortmeerbekenaren zich op dat moment al de vereiste vuilnisbakdiscipline (zie hoger) eigen hadden gemaakt weet ik niet, hun vrijheidslievende geest een beetje kennende durf ik het te betwijfelen. Als men zich niet meer met oude emmers, kartonnen dozen, verroeste wasketels en zware bakken mocht behelpen (toch prima recipiënten om afval in op te bergen), ja dan… "Tot ons groot spijt stellen wij vast dat op meerdere plaatsen in onze gemeente vuilnis wordt gestort", aldus nog het Bericht Nr. 3. "Dit is een betreurenwaardig feit, vooral als men weet dat onze gemeente de enige is van het omliggende die regelmatig iedere week, en dit volkomen gratis, het huisvuil ophaalt. Wij rekenen op de medewerking van iedere inwoner om onze gemeente rein te houden".
Ja, u leest het goed. Anno 1965 werd het Boortmeerbeeks afval nog wekelijks én geheel kosteloos én door de gemeente zelf opgehaald!  Nu, een kleine halve eeuw later, is deze aangelegenheid uitbesteed aan een schimmige intercommunale en kost ze ons minstens zes keer geld : we betalen huisvuilbelasting, nu eufemistisch milieubelasting geheten (terwijl we door ons netjes van onze rommel te ontdoen we het milieu nu net schoon houden), we betalen voor de mysterieuze PMD-zakken (wat er toevallig wél of net niet in mag behoort tot de enigma's van de hogere afvalkunde), we betalen telkens we het zelfs maar wagen de GFT- of restafvalbak aan onze voordeur te zetten, we betalen ook nog eens voor de kilo's die er in zitten, we betalen voor het grof huisvuil dat, mits voldoende bestickerd, heel af en toe eens wordt opgehaald, en als we zo vriendelijk zijn enigerlei afgedankte spullen met eigen vervoer naar het containerpark te brengen, dan betalen we daar als straf nog eens voor te-veel-om-op-te-noemen. Maar dit geheel terzijde en in de overtuiging dat het elders niet beter is: ik heb de indruk dat al onze overheden ons niet langer als burgers beschouwen, maar als kippen die moeten worden kaalgeplukt.
En zie, het sluikstorten dat anno 1965 zijn intrede had gedaan in de hier door mij geschetste geschiedenis, was here to stay! Tien jaar later sneed het Boortmeerbeeks gemeentebestuur het onderwerp aan in zijn eerste omzendbrief van 1975...  "Wij stellen vast dat er allerhande afval wordt gestort in bossen, op braakliggende gronden, in grachten en beken, en zelfs langs de openbare weg met de nadelige gevolgen hieraan verbonden - verpesting van de lucht - slechte afvoer van het water - ontstaan van oorden waar het ongedierte welig tiert. Aan dergelijke onverantwoordelijke praktijken dient hoogdringend een einde gesteld".  
Al boter aan de galg, want in de lange, hete zomer van '76 werd de boodschap nagenoeg woordelijk herhaald - een fraai staaltje van copy/paste en dat in een tijd dat de tekstverwerker nog moest worden uitgevonden!
In januari 1977 werd het liedje nog maar eens gezongen, en deden de plastic huisvuilzakken hun intrede, ter vervanging van de (toch veel duurzamere) vuilnisbak. Nu was het verboden : (1) het wekelijks huisvuil in andere verpakking buiten te zetten dan plastiek huisvuilzakken, (2) in de plastiek huisvuilzakken om het even welk voorwerp te bergen dat het personeel van de ophaaldienst zou kunnen kwetsen of besmetten, (3) de zakken zwaarder dan 25 kg. te vullen, (4) de zakken onvoldoende of zelfs niet te sluiten".
Ook deze oekaze moest een goed half jaar later al opnieuw onder de aandacht worden gebracht. Toch was de gemeentelijke overheid toen nog genadig, want: "de plastiek zakken die door het gemeentebestuur worden verkocht moeten zoveel mogelijk worden gebruikt, het gebruik van alle kleine zakjes en dozen moet vermeden worden, zodat het ophalen vlotter kan verlopen". Het aanwenden van eigen kleine zakjes en dozen werd dus ontraden maar ze werden kennelijk toch nog wel meegenomen. Zoveel consideratie kan men zich nu niet meer voorstellen!
Hoever staan we heden ten dage trouwens met de strijd tegen de sluikstorterij? Uitgebreide stortplaatsen zijn er in mijn geliefde gemeente kennelijk niet meer (bij mijn weten - maar ik weet natuurlijk niet alles). Maar "klein" zwerfvuil, in de vorm van blikjes, plastic flesjes, sigarettenpakjes, snoepwikkels en chipszakjes… dat is er des te meer. Vaak achteloos - of uit domheid of stoerdoenerij - weggegooid door van en naar school fietsende pubers. En ach, die kan ik het in al hun onnadenkendheid nog enigszins vergeven: wie in zijn wilde jaren zonder zonde was werpe het eerste blikje, dat stond in de Bijbel al. 
Maar de volwassen asociale viespeuken die de verpakkingsrestanten van de consumptiemaatschappij uit hun auto kieperen of die (brom)fietsend hun halve weekafval - verpakt in van die armoedige witte plastic zakjes - bij nacht en ontij deponeren langs ons mooie Molenbeek-pad of in ons bos Het Broek (dat overigens niet zo erg van ons is, vrees ik), die kunnen bij mij op geen clementie rekenen.
Ik weet het: het kost schandalig veel, en er liggen belachelijk veel bureaucratische hobbels op de weg om je afval op een nette wijze kwijt te raken. En dus kan ik er ergens wel een beetje inkomen dat er individuen zijn die foert zeggen, en hun vuilnis in de berm gooien, als een soort protest. Maar goedkeuren? Geenszins! Want ook deze sluikstorters zouden moeten beseffen dat ze in de eerste plaats hun medemensen irriteren. En die ergernis betreft niet enkel de onesthetische troep langs de wegkant of tussen bomen en struikgewas, maar ook de onbehaaglijke wetenschap dat er primitieve en onbeschaafde lieden onder ons zijn die ze daar gedropt hebben!

Foto: artistiek blik. Het had een kunstwerk van Andy Warhol kunnen zijn, maar neen, het is een eigen foto, gemaakt tijdens een tijdelijke opklaring in de late namiddag van woensdag 14 maart 2012. Een in de natuur geworpen blikje doet er uit zichzelf vijftig jaar over om te verdwijnen.