vrijdag 14 december 2012

General Motors


Die laatste dagen zo net vóór de Kerstvakantie… die waren in de lagere school van mijn kinderjaren veelal gehuld in een bijzondere sfeer. Het schrijven van de nieuwjaarsbrieven voor peter en meter was achter de rug - een vreselijk stresserende aangelegenheid was dat, het schrijven van die nieuwjaarsbrieven, want dat gebeurde toen nog met een échte pen en met inkt uit de inktpot… en hoe gauw zat je niet met een veeg (even met de zoom van je mouw over je eigen natte letters gestreken en oeps…) of erger nog: een vlek!
Ook de prijskampen (later heetten ze proefwerken, nog later examens) hadden hun beslag gekregen. Het loonde niet meer de moeite om de sleur van het vaste lesrooster te hernemen - dat was voor na nieuwjaar. Er stond een kerstboom in de klas. Ooit - ik denk in het eerste leerjaar - mochten we zelf van huis uit onze eigen kerstdecoratie aanvoeren. Ik nam mijn kabouter mee naar de klas, mijn mooiste kerstboomfiguurtje, vervaardigd in van dat uiterst fragiele, filterdunne beschilderde glas. Een daad van hemeltergende roekeloosheid en ongelooflijke lichtzinnigheid natuurlijk… U verwacht nu een larmoyant verhaal over hoe mijn kabouter uiteindelijk in gruzelementen op de grond lag (als Bert Anciaux of Patrick Janssens dit lezen zoeken ze reeds een schouder om zo meteen op uit te huilen). Maar neen, hij is niet gesneuveld, mijn prachtige kabouter, noch tijdens de heenreis, noch in de klas, noch bij zijn terugreis. Hij overleefde. Een kerstwonder, minstens.
Een omzeggens in elk leerjaar voorkomende geplogenheid bestond er in dat we een pakje moesten meebrengen voor onder de kerstboom, een cadeautje beantwoordend aan een bepaalde richtprijs. Ik toog met een leuk, het maximumbedrag lichtjes overschrijdend, speelgoedje naar school. De pakjes werden verloot. Ik kwam met een waardeloze prul thuis. Elke keer weer. 
Eén keer heb ik het meegemaakt dat er in de gemeentelijke jongensschool op één van die dagen net voor de Kerstvakantie films werden vertoond. We werden met verschillende klassen samengebracht in een leslokaal, allicht het grootste van het schoolgebouw. Het zat eivol, het was er drukkend warm. We kregen twee of drie - allicht 16 mm. - films te zien. Eén ervan was, zo herinner ik me vaag, Christmas around the World of iets van die strekking: hoe het kerstfeest in verschillende delen van de wereld werd gevierd. Wel uitstekend passend bij de tijd van het jaar natuurlijk, onze toenmalige onderwijzers waren een stuk intelligenter dan de bobo's van onze huidige staatsomroep, die ongegeneerd De Kampioenen vieren Kerstmis (of iets daaromtrent) in het hartje van de zomer op het programma durven zetten.
Toen ik voor mijn laatste twee jaren van het lager onderwijs naar de Voorbereidende Afdeling van het Koninklijk Atheneum van Keerbergen was getransfereerd, bleef er van die magische, bijna heilige, kerstsfeer niets over. Tijdens het schooljaar 1960-1961 - ik zat in het zesde leerjaar - trokken we met de twee hoogste klassen van die voorbereidende afdeling in de week vóór de Kerstvakantie naar… de autofabriek van General Motors in Antwerpen! De moderne tijd was aangebroken…
Het was op dinsdag 20 december 1960. Dat ik die dag zo heel precies heb kunnen traceren komt omdat we achteraf traditiegetrouw opgezadeld werden met de opdracht een opstel te schrijven over onze uitstap! En omdat mijn opstel - nog wat meer achteraf - terecht is gekomen in het tijdschriftje van de school. En omdat mijn werkstuk door de redactie van dat blaadje als volgt werd ingeleid…
"Al de klassen van de Voorbereidende Afdeling trokken er op 20 december j.l. op uit om nog wat bij te leren. Per autobus brachten onze jongens en meisjes een leerrijk bezoek aan de havenstad Antwerpen. Voor de eerste vier studiejaren vormde de dierentuin de hoofdschotel. Verscheidene uren brachten de jonge dierenvrienden er door en beleefden er een prettige dag. De vijfdes en zesdes bezochten de steenbakkerijen te Boom. Achteraf verrijkten ze hun praktische kennis te Antwerpen aan de haven, in een autofabriek en op de tentoonstellingen. Van afwisseling gesproken! Ze reisden weer allemaal terug en zo werd het aangename aan het nuttige gepaard". 
Van die Boomse steenbakkerijen en van de haven kan ik me niets herinneren, van "de tentoonstellingen" nog minder, maar voor wat ons bezoek aan de autofabriek van General Motors (GM) betreft beschik ik gelukkig over mijn meeslepende verhaal: Hoe wordt een auto geboren? Voor die melige titel zal de meester verantwoordelijk zijn geweest. Een povere poging om het assemblageproces nog van enige poëzie te voorzien.
Voor ik het in extenso op u loslaat, nog enige heden ten dage uitgeknobbelde informatie. De fabriek die we bezochten moet het aan de Noorderlaan gelegen complex zijn geweest, dat in 1953 was tot stand gekomen. Toen General Motors in 1967 zo'n tien kilometer verderop, in de haven, weer een nieuwe fabriek in werking stelde, werden de gebouwen die wij hadden bezocht "Fabriek 1" gedoopt (en de nieuwe "Fabriek 2" - zo simpel was de economie destijds).
Overigens was ook de plant (om het eens in het huidige jargon van de industrie te zeggen) aan de Noorderlaan lang niet de eerste GM-vestiging in Antwerpen: het Amerikaanse bedrijf had er al sinds 1924 op verschillende plaatsen auto's gebouwd. In de dagen dat ik het complex aan de Noorderlaan - "de modernste auto-assemblagefabriek van Europa" - met mijn bezoek vereerde, liepen daar Chevrolets, Pontiacs, Oldsmobiles, Buicks, Cadillacs, Vauxhalls en Opels van de band (en ook verschillende merken vrachtauto's).
Niet langer gedraald nu, hier is onze jonge reporter… "In Antwerpen bevindt zich de moderne autofabriek van General Motors. Deze reusachtige fabriek, die zich van jaar tot jaar nog uitbreidt, bezochten we onlangs met onze klas. De mensen waren er oprecht vriendelijk voor ons en nodigden ons eerst uit op een kopje koffie met een lekkere koek erbij.
Terwijl we onze koffie opslurpten kwamen we te weten dat deze enorme fabriek een oppervlakte heeft van 25 ha; dat er 3500 werklieden arbeid vinden, terwijl er niet minder dan 700 bedienden werken op de prachtige bureaus om de briefwisseling te doen, boek te houden enz… Deze fabriek is werkelijk een kleine industriestad op zichzelf want men besteedde niet minder dan 1.200.000.000 Belgische frank om ze op te richten.
Na deze aangename inleiding begon dan het bezoek aan de fabriek zelf. Elke afdeling werd genummerd, zo konden we allen goed volgen in het boekje dat men ons gegeven had en werd de uitleg van de gids veel aangenamer en leerrijker. Wanneer de carrosserie de plaatwerk- en lasafdeling heeft verlaten komt ze eerst in een tunnel voor roestwerende behandeling.  Er zijn er twee in deze soort : één voor de romp en één voor de andere onderdelen.
Daarna kwamen we in een enorme grote zaal. Hier was de afdeling voor plaatslaan en lassen. Om onze ogen tegen wegspringende gensters te beschermen kregen wij hier een speciale bril. En wat een hels lawaai! In deze zaal begint het samenbrengen van de carrosserie. Hier wordt alles tot een stevige romp verenigd en worden ook de deurstijlen aangebracht. Men heeft er een afdeling voor personen- en één voor vrachtwagens.
Daarna kwamen we in een ruime opslagplaats van materialen. Hier lagen kisten uit de U.S.A. opgestapeld. In de volgende zaal begon de fabricage van de radiators. De radiators worden hier in vorm geperst. In zaal 5 worden ze dan verpakt en verzonden naar de G.M. in Mexico, Zuid-Amerika en Indië. Daarna kwamen wij in de afdeling waar de zetels worden klaargemaakt.
In de volgende zalen werd aan de carrosserie gewerkt. Deze werd geschilderd, vervolgens werden er ruitjes en zitbanken geplaatst, alsook de instrumenten aangebracht. Wij stapten voorbij de medische afdeling waar gekwetste arbeiders verzorgd worden.
Daarna kwamen wij weer in een grote zaal waar aan de motoren werd gewerkt. Deze komen gedeeltelijk afgewerkt in de fabriek aan. Ze worden op het chassis geplaatst en alles wordt van wielen voorzien. Een mooi gezicht was het dan als eindelijk met een machtige kraan de carrosserie werd neergelaten op het chassis en de auto voltooid was.
Vooraleer echter de fabriek te verlaten worden de wagens een laatste maal gecontroleerd op het proefterrein en ondergaan ze nog een grondige inspectie boven de controleput. In afwachting van de aflevering worden de nieuwe, mooie wagens bewaard in een geweldig grote garage. Het was prachtig en leerrijk, ons bezoek; spijtig dat we geen Cadillac 1961 meekregen". 
Dat "boekje dat men ons gegeven had" is bewaard gebleven, en ook een foldertje met foto's en een indrukwekkende schets van het complex. Ik merk dat ik mij, voor wat de technische aspecten van mijn verhaal betreft, nogal op die documentatie gebaseerd heb. En dat grapje van die Cadillac 1961: zou dat niet door mijn vader geïnspireerd zijn geweest? 
De auto en de auto-industrie waren in het Vlaanderen van 1960 in volle opmars. Inmiddels is het tij geheel gekeerd. In 1997 sloot de fabriek van Renault in Vilvoorde haar deuren. Een halve eeuw na mijn bezoek aan General Motors en het schrijven van mijn opstel Hoe wordt een auto geboren? rolde, op woensdag 15 december 2010, in Antwerpen de laatste auto van de band. Momenteel zingt Ford Genk zijn grimmige zwanenzang. 

Voornaamste geraadpleegde bronnen…
Een (dubbel) nummer van het schooltijdschrift Erika van het Koninklijk Atheneum Keerbergen, zonder aanduidingen inzake jaargang, datering etc., allicht 1961;  folder General Motors Continental, ca. 1960; folder Het fabricage- en assemblagebedrijf van General Motors Continental, ca. 1960; trefwoord General Motors Belgium in internet-encyclopedie Wikipedia (Nederlandstalige versie).