vrijdag 21 december 2012

Laurel en Hardy


Weer eens een artikeltje boordevol bewondering, vandaag...
De films van Laurel en Hardy zijn bijzonder grappig. Daar was het de makers om te doen, en ze zijn in hun opzet zeer geslaagd.
Maar er is meer. De Laurel en Hardy-films zijn onopvallend - ongetwijfeld ook onbedoeld - maar onmiskenbaar begiftigd met filosofische betekenissen. Men kan er hartelijk om lachen, maar men kan er ook een diepgaand gesprek over voeren. Dit laatste doet men het best bij een glas (schuim)wijn.
Dat het doet lachen én dat het zich leent tot diepe bespiegelingen - het samengaan van die twee - dàt maakt het oeuvre van Laurel en Hardy tot grote, ja geniale kunst (vind ik). Even terzijde: lachen is gezond, en het voeren van een diepgaand gesprek ook.
De slanke, uit Engeland afkomstige Stan Laurel (1890-1965) en de mollige  Amerikaan Oliver Hardy (1892-1957) vormden van 1927 af - beiden hadden er toen al een uitgebreide acteurscarrière opzitten - het meest weergaloze komische duo dat de filmgeschiedenis ooit heeft gekend. Ze overleefden moeiteloos de overgang van de stomme naar de geluidsfilm, en van de kortfilm - de typische slapstick - naar de producties van langere duur.
Stan geldt als het creatieve genie van het tweetal - in zaken van scenario, regie en montage was hij de ideeënleverancier en het bezige bijtje, en huldigde Oliver het "ask Stan"-principe. Maar de gemakzuchtige Oliver Hardy was een buitengewoon acteur - en, hoe moeilijk de keuze ook, van het tweetal toch mijn favoriete personage.
Mister Hardy's nooit aflatende, met blijgezindheid en welgemanierdheid doorspekte aanspraken op waardigheid, orde en welslagen - het bedeesde friemelen aan zijn stropdas - het zelfverzekerde "Let me do that" - het weer op orde brengen van zijn toegetakelde hoed (symbool van burgerlijke deftigheid) - zijn woordenloze terzijdes (de veelbetekenende blik naar de toeschouwer) - zijn wanhopige kreet (tot Stan) "Why don't you do something to help me?" - zijn al halvelings berustende conclusie: "Well, here's another nice mess you've gotten me into!"… hoogtepunten van de filmkunst zijn het. (Tussen haakjes… het laatstgenoemde Hardy-citaat wordt vaak verkeerd weergegeven: neen, het is niet another fine mess, maar wel degelijk another nice mess. De verwarring komt voort uit het feit dat één van de Laurel en Hardy-films de titel Another fine Mess meekreeg).
Ik leerde de Laurel en Hardy-films van nabij kennen en waarderen in het najaar van 1970, toen de Nederlandse omroepvereniging VPRO er - in prime time nota bene - haar donderdagavondprogramma mee inzette. Ik was toen vierdejaarsstudent aan de Brusselse filmschool RITCS. Natuurlijk had ik in mijn kinderjaren in de bioscoop wel eens een film van "den dikke en den dunne" gezien, maar zo tegen (en met) Kerstavond van het jaar 1970 keek ik met andere ogen naar het komische duo.
Laurel en Hardy zijn in mijn leven trouwens verbonden met de eindejaarstijd, want het was op 30 december 1975 dat ik de korte tijd eerder op de markt gebrachte langspeelplaat Laurel & Hardy, Dialogue & Songs from the original soundtracks… kocht - met daarop het prachtige liedje The trail of the lonesome pine (uit de film Way out West, 1937). Dat nummer was anno 1975 zowaar een grote hit in Engeland geworden (het bereikte er de tweede plaats in de hitparade), en eigenlijk had ik er al heel de decembermaand van '75 naar uitgekeken om het op de kop te kunnen tikken.
In de jaren dertig en veertig waren Laurel en Hardy volks amusement voor volwassenen geweest. In de jaren vijftig en zestig was het komische duo gedegradeerd geraakt tot kinder-amusement. Een lot dat het deelde met legendarische personages uit de literatuur als Don Quichot, Robinson Crusoe of Gulliver (u weet wel: die van de Travels).
Begrijp me niet verkeerd: er is niks mee dat kinderen al op jonge leeftijd in contact worden gebracht met hoogtepunten uit onze cultuur - zeer integendeel. Maar het loopt verkeerd als de klassieke helden nog louter als kinderlijk amusement worden gezien, als niet meer dan dat…
Gelukkig keerde het tij. In de late jaren zestig werden Laurel en Hardy door cinefielen en intellectuelen herontdekt en tot Grote Kunst verheven. Terecht! Voor wat de Nederlanden betreft hebben de donderdagavond-uitzendingen van de VPRO in 1970-1971 daar een cruciale rol in gespeeld. Enerzijds waren ze een uiting van de nieuwe Laurel en Hardy-benadering, anderzijds werkten ze die verder in de hand. Wat voor geleerde analyses en bespiegelingen zijn er in die dagen niet over Stan en Ollie gemaakt! Dat hun werk daar aanleiding toe gaf, daar de ruimte voor bood, is veelbetekend.
Wat vind ik zo bijzonder aan de films van Laurel en Hardy? Laat ik het wapen van de vergelijking inzetten. Waarom hield (hou) ik zoveel van Laurel en Hardy, en hoegenaamd niet van het oeuvre van hun destijds even beroemde tijdgenoot Charles ("Charly") Chaplin?
Allereerst vind ik dat Chaplin zijn smoeltje niet mee had. In het dagelijks leven zou het niet bij me opkomen mensen te beoordelen naar hun uiterlijk. Maar wie zichzelf via de media of de politiek op de markt te kijk zet, ja, die mag toch wel bekeken en gekeurd worden zeker, en dan kan het gebeuren - men denke wat de dag van heden betreft aan een Gwendolyn Rutten, een Servais Verherstraeten of een Linda De Win - dat die zijn smoeltje niet mee heeft… Dat was, naar mijn zeer bescheiden mening, met Chaplin het geval. En dus kwam er veel aankleding bij te pas om van die man met zijn wat grimasserige lach toch een grappig figuurtje te maken. Hoed, snor, maquillage, wandelstok, artificieel benenwerk…: zo werd the tramp, de zielige zwerver, in elkaar geknutseld.
Chaplin zette een typetje neer, dat vervolgens gedropt werd in scenario's die bulkten van de melo, het goedkoop sentiment. Voeg aan de straatarme maar toch opgewekte dompelaar een aanminnig doch door een slechterik belaagd maagdje toe, en hop, aan het happy end zitten we met een huwelijk en leefden ze nog lang en gelukkig. Chaplin wou kunst maken - zijn werk is inderdaad gekunsteld.
Om dan nog maar (niet) te zwijgen van die zogezegd satirische Chaplin-films à la Modern Times of The Great Dictator… Goed bedoeld, maar o zo moraliserend, en dus prekerig, en dus stomvervelend. Ideologisch-geëngageerde kunstenaars of schrijvers brengen zelden grote kunst of literatuur voort. In plaats van de werkelijkheid af te tasten, plooien ze die naar hun vooraf ingenomen standpunten. Ze roepen geen vragen op, maar slaan ons om de oren met hun antwoorden. Daarom zijn ze interessant noch relevant, en ook niet inspirerend.
Grote kunstenaars en schrijvers kijken onbevangen en onbevooroordeeld naar de mensen en de wereld. Precies daardoor weten ze er wezenlijke, fundamentele dingen over te vertellen. Laurel en Hardy doen dat: ze willen ons laten lachen, dat is hun enige bedoeling, voor het overige zijn ze pretentieloos, hebben ze hoegenaamd geen boodschap. En kijk, net zij zijn sprankelend inspirerend - al het gefilosofeer en het vele geschrijf over hun films bewijzen het.
Wat is het dan, dat Laurel en Hardy geheel argeloos en omzeggens per abuis over het leven en de wereld vertellen?
Soms zijn Stan en Ollie - net als Chaplins personage - arme zwervers. Soms zijn het burgermannetjes die zwaar onder de sloef liggen van bazige echtgenotes. Maar ze koesteren dromen. Het zijn mannen met plannen. En met grote ijver huldigen ze het Optimism is a moral duty-principe. Het ziet er allemaal goed uit, veelbelovend. Aanvankelijk. Maar dan… komt dit optimistische verwachtingspatroon steevast ten val. Film na film, avontuur na avontuur, blijkt het niet bestand tegen de werkelijkheden van het leven en de wereld. Wordt het onverbloemd ontmaskerd als verregaande naïviteit.
Dit gebeurt zeer grondig. Een Laurel en Hardy-film eindigt pas als het hele huis brutaal gesloopt is, al de personages mekaar het ziekenhuis in gemept hebben, de auto met alle inzittenden door een put in de weg verzwolgen is, de situatie total loss en ook nog eens a complete disaster is - another nice mess kortom.
Optimisten hebben ongelijk, zo blijkt. Stan en Ollie moeten het keer op keer ondervinden. Hun plannen lopen faliekant af, steeds weer. Dromen worden ontmaskerd als illusies.
Het Laurel en Hardy-universum is er één van tegenslag, mislukking, boosaardigheid, chaos. Van twaalf stielen en dertien ongelukken. Nergens wordt de Duitse definitie van humor zo treffend gevisualiseerd: Humor ist wenn man trozdem lacht.
Zo vormt elke Laurel en Hardy-film een filosofisch discours over la condition humaine. De tribulaties die Stan en Ollie ten overvloede en in gigantische gestaltes moeten doorstaan zijn zinnebeelden van de wolfijzers en schietgeweren waar ieder mens op zijn levensweg in een meer gedoseerde mate mee af te rekenen krijgt. Er is hooguit een verschil in aantal en gradatie. Laurel en Hardy zijn stakkers zoals u en ik, en zoals elke mens bij nader inzien een sukkelaar is. 
Er is ook geen happy end. Natuurlijk niet, want de mens trekt - alle eventuele tijdelijke roem en rijkdom ten spijt - tenslotte altijd aan het kortste eind. Al was het maar omdat hij finaal toch sterven en dus verdwijnen moet. Keizer, koning, of kleine garnaal… in the end verliezen we allemaal. Omdat er niet gewonnen kan worden.
Stan Laurel en Oliver Hardy waren er op uit amusement te maken, zodoende succes te boeken en goed geld te verdienen. En zie, onopzettelijk, onaangekondigd, onverwacht, sloop het geniale in hun werk, en maakte het tot kunst, tot grote kunst. Het bijzondere aan het geniale is, dat het zich niet dwingen, zich niet wetens en willens vervaardigen laat.  Het gaat zijn eigen weg. Het komt niet op bestelling, het duikt plots op in het werk van de cineast, de schrijver, de kunstenaar, de wetenschapsman… spontaan, schijnbaar uit het niets… in werkelijkheid allicht deels uit het onderbewustzijn en deels uit het toeval? 

Foto: screenshot uit de Laurel en Hardy-film Sons of the Desert, ©CCA 1933. Met dank aan Laurel & Hardy, The Official Website: http://www.laurel-and-hardy.com   
De langspeelfilm Sons of the Desert ging in première op 29 december 1933 en is één van Laurel en Hardy's leukste creaties. Sons of the Desert is ook de naam van de internationale Laurel en Hardy-fanclub, die afdelingen heeft over heel de wereld, ook in Vlaanderen en Nederland.

Gun uzelf een moment van artistiek genot en kijk (en luister) naar Laurel en Hardy in The trail of the lonesome pine, http://www.youtube.com/watch?v=TBlYDmTzic8
Of wees eens buitengewoon lief voor uzelf en doe u twintig minuten cultureel verantwoord plezier cadeau: kijk naar A Perfect Day (1929), http://www.youtube.com/watch?v=-3ZcFfbepUU
Enjoy yourself - maar denk erom: accidents will happen!