vrijdag 11 januari 2013

Zwitserland


Mijn eerste kennismaking met Zwitserland verliep via de Schweizer Photo-Almanach, vrij luxueuze kalender-agenda's die mijn moeder van op haar bureau - het waren relatiegeschenken - in mijn kinderjaren voor mij meebracht. Ik heb nog die van 1960 en die van 1961 - en een pakketje losse foto's die ik uit een derde exemplaar moet hebben geknipt.
Er stonden prachtige foto's in die Schweizer Photo-Almanach-en! Uiteraard veel winterse taferelen, schilderachtig, sfeervol. Op papier - want waar het de werkelijkheid betreft ben ik niet zo'n liefhebber van sneeuw en ijs. Ja, neerdwarrelende vlokjes en een sneeuwtapijt op Kerstavond, dat weet ik best te waarderen, dat is zeker heel bijzonder, dan beleef je echt een wonderlijke, heilige nacht. Maar te lang moet dat sneeuwtapijt voor mij toch niet blijven liggen. In januari of februari hoef ik het zelfs helemaal niet.
En een skivakantie? Ooit wel ondernomen. Het skiën was best leuk. Maar dan wil je, na enkele dagen op de latten, toch ook eens gewoon gaan stappen, dat is toch nog iets anders dan dat glijden - more basic voor je voeten. En dan blijken er in de winterse bergen toch niet veel wandelroutes begaanbaar: al gauw zak je tot aan je enkels of je knieën in de sneeuw. En 's middags in het hotel: al die skiërs met hun thermische ondergoed… ongedouched gauw even wat eten, want snel weer naar de pistes… dat zorgde toch maar voor een zweterig, bedompt sfeertje.
Vond ik, maar vanzelfsprekend mag u daar geheel anders over denken. "Het is het persoonlijke of juist het gespecialiseerde karakter dat weblogs interessant maakt voor bezoekers" zegt de Wikipedia-encyclopedie. Voilà, that's it, ik lever hier mijn meest individuele expressie van mijn meest individuele emotie af - of iets daaromtrent. En u knikt instemmend, of schudt meewarig het hoofd. Het eerste vind ik fijn, het tweede stoort mij geenszins. Het is het goed recht van de lezer.
Mijn sterkste herkennings-ervaring bij het na zovele jaren opnieuw doorbladeren van de Schweizer Photo-Almanach-en van 1960 en 1961 had ik bij de foto van de Bärenbrunnen und Zeitglockenturm van Bern, die ik boven dit artikel heb gezet. Merk op: rechts, de ringbinding van de agenda (de Spiralbindung heet dat in het Duits).
Vreemd eigenlijk, dat juist dit beeld van de Altstadt van Bern zo sterk in mijn geheugen zat. Want ik ben een mens van de natuur, niet van de stad. Goed, een klein, overzichtelijk, gemütlich stadje, dat is prima, maar te groot moet het toch echt niet worden. Zou dit beeld van Bern mij misschien bijgebleven zijn omdat het één van de weinige stadsgezichten is die in mijn Schweizer Photo-Almanach-en voorkomen - een wat vreemde eend in een bijt van bergen, bomen, bloemen, meren, pittoreske dorpskerkjes? Zou best kunnen.
Omdat ik in mijn blog naast mijn intieme overwegingen ook graag wat concrete informatie ten beste geef - ik streef naar een mix van de twee - stip ik nu even aan dat de Schweizer Photo-Almanach uitgegeven werd door de firma Beringer en Pampaluchi, destijds gevestigd in Zürich, nu in Aarau. Want ja, het bedrijf bestaat nog steeds, en wat meer is: het geeft nog steeds elk jaar zijn Schweizer Foto-Almanach uit! Dankzij het internet kom je zoiets in twee muisklikken te weten.
Sinds mijn kinderlijke kennismaking met Zwitserland via de Schweizer Photo-Almanach, en vooral sinds ik het land in 1975 voor het eerst bereisd heb, is het aan tussen mij en de ruwe Zwitserse bergen, de zachte groene valleien, de ijsheldere bergbeekjes… en dit alles graag bedekt met een hart en leden verwarmende zonneschijn. Wat is het heerlijk stappen in zo'n paradijselijk landschap! 
Een mooi, aangenaam land is het, Zwitserland. Maar hoe de Zwitsers zijn? Ik zou het niet weten. Hoewel ik in de loop der jaren een aantal keren in hun kantons gereisd en verbleven heb, kan ik me niet herinneren dat ik één van hen nader leren kennen heb. In Engeland maak je kennis met Engelsen, in Duitsland met Duitsers, in Afrika met Afrikanen… Maar in Zwitserland? Andere reizigers, andere toeristen: ja, die ontmoet je à volonté. Maar Zwitsers? Ze lijken onzichtbaar. Is het verregaande gereserveerdheid van hun kant? Desinteresse? Afkeer van het toeristenvolk? (Waar - laat ik het zeggen zoals het is - soms zeer onbeschaafde lieden tussen zitten. Hoewel dat in Zwitserland nogal meevalt, er zijn wat dit betreft natuurlijk véél ergere plaatsen in de wereld).
Waar zitten ze toch, die Zwitsers? In hun achterkamers of in hun bankkantoren het vele geld te tellen dat hun bezoekers binnenbrengen? Zelfs het meisje aan de hotelbalie is - daar kan je donder op zeggen - een Française, of een Hollandse, of a British girl…
Eén keer - schiet me nu te binnen - heb ik, in een hotelletje in de schaduw van de Jungfrau, eens enige conversatie met een Zwitserse Fräulein gevoerd, die niks beters wist te verzinnen dan het toen ook al overjaarse grapje dat de Jungfrau bestiegt was geworden, en dus eigenlijk keine Jungfrau meer was.
Met het constateren van hun afwezigheid wil overigens geen kwaad woord van de Zwitsers gezegd zijn. Ik denk dat ze hun land prima op orde hebben. Mocht ik - de goden en het noodlot verhoeden het - ooit het slachtoffer worden van een ongeval en bij de noodhulp terechtkomen… dan bij voorkeur in een land als Zwitserland, Duitsland of Oostenrijk (liever dan in: … vult u zelf maar in, minstens negentig percent van de rest van de wereld komt in aanmerking).
Ja, Zwitserland is zo uitstekend georganiseerd, dat je het niet merkt - en dat de organisatoren zelf zich geheel in de coulissen kunnen terugtrekken, wat ze dan ook doen. De Zwitsers zijn niet enkel gereputeerde uurwerkmakers, het zijn ook grands horlogiers (in de zin zoals Rousseau dat zegde van God): heel hun land hebben ze als een hoogwaardige klok in elkaar gevezen… de veer opgewonden, en hop… laat nu maar draaien de hele boel… de radertjes passen perfect in mekaar, geen omkijken meer naar het volmaakt functionerende geheel… Dààrom zie je dus geen Zwitsers in Zwitserland (bij wijze van spreken - ik weet het, ik overdrijf, maar toch slechts een beetje).
Tussen haakjes. Onlangs kwam ik er op uit dat er warempel zoiets bestaat als de Jungfrau-marathon.  De Jungfrau is een prachtige berg, ik heb er ooit op gewanderd, op zijn lagere regionen natuurlijk, ver van de top. En ja, ik ben ooit ook - met vrouw en kinderen - op het Jungfraujoch geweest, via de tandradspoorbaan - duur, maar een bijzondere belevenis. Die Jungfrau-marathon… als ik daar nu eens het hoofddoel van mijn verdere joggersleven van maakte, schoot mij spontaan te binnen. Deelnemen aan de Jungfrau-marathon… De Jungfrau-marathon… uitlopen? Dat zou wat zijn! Maar zouden zevenenvijftigsterangs-lopers als ik daar wel in toegelaten worden, vroeg ik mij vervolgens (bezorgd) af - is dat niet louter iets voor de die-hards, voor de professionals van het joggingwereldje?
Tot slot: een kleine vooruitblik…Ik had gedacht… om - bij leven en welzijn - van Zwitserland zo'n beetje mijn blog-thema van 2013 te maken, zoals Conscience dat in 2012 was. Overigens gaan wij de Grote Vlaamse Schrijver van de negentiende eeuw niet vergeten, want… ook hij maakte in zijn tijd al een reis naar Zwitserland. Jawel! Ik durf zelfs wedden dat Max Rapelings en Herman Van Borgstal, de personages die in Consciences roman Levenslust uit 1868 vreemde avonturen in Zwitserland beleefden, dezelfde reisroute als hun geestelijke vader aflegden!
Op vlak van schrijvers kan ik natuurlijk ook uitpakken met mijn andere favorieten: Goethe, die overal en dus ook in Zwitserland is geweest (in het mij zeer vertrouwde plaatsje Lauterbrunnen schreef hij zijn beroemde Gesang der Geister über den Wassern - een ode aan de Staubbach-waterval) en Thomas Mann, van wie de Zauberberg aardrijkskundig gesproken in het Zwitserse Davos lag. Inzake beeldende kunst voel ik mij dan weer geroepen om eens iets te zeggen over werkjes van de Zwitserse schilders Jean-Etienne Liotard en Albert Anker.
Mijn vaders suikertante Marie Vandenbossche reisde in de herfst van 1934 naar Zwitserland - ze stuurde heerlijke ansichtkaarten naar hem -  en aan mijn eigen Zwitserse reizen en verblijven kan ik vanzelfsprekend ook herinneringen ophalen…  Ja, ik zie het wel zitten om dit jaar af en toe een Zwitserlandje te doen. 

Foto: Bern, Bärenbrunnen und Zeitglockenturm, in de Schweizer Photo-Almanach van 1960, met toestemming van de uitgeverij Beringer & Pampaluchi AG, Aarau, Zwitserland.