vrijdag 8 februari 2013

Vastenavond 1929


In het jaar 1929 gaf de Boortmeerbeekse fanfare Onder Ons ter gelegenheid van karnaval een liedblad uit, met - gedrukt op geel papier - de tekst van twee tot meezingen uitnodigende liedjes: Halloh! De fanfaar is daar! en (op de keerzijde) Geren bij!. Ik vermoed dat de teksten het werk waren van de toenmalige Boortmeerbeekse gemeentesecretaris, liedjestekstenschrijver én Onder Ons-aanhanger Prosper Vanderhulst (1853-1932).
In de twaalf strofen van Halloh! De fanfaar is daar! passeerden alle muzikanten van Onder Ons de revue, zij het met de roepnaam die de volksmond hen gegeven had. Ook mijn grootvader Frans Constant Wollebrants kwam aan bod, en wel in de zevende strofe, als Soo die klarinet speelde, samen met twee andere klarinettisten, Bus en Peterken.
Bus, dat moet Nante (Ferdinand) Bus zijn geweest, met wie mijn grootvader bevriend was. Hij was een zoon van de Boortmeerbeekse loodgieter Neel Bus, die overigens van Mechelse origine was. Wie Peterken was wist ik niet, maar een artikel uit 1995 in het tijdschrift van de Boortmeerbeekse heemkring, waarin al de personages uit het lied geïdentificeerd werden, leert mij dat het Peter Somers uit de Langestraat was, zoon van Pier van de Nolle (Petrus Somers) en Mieke Schoeters.
In de tekst van het liedje wordt verteld dat een zekere Line onze klarinettisten sigaretten van het merk Pompom gaf. Dat was niet zo fraai van die Line (ik vermoed: Aline De Keyser, tot kort voor die tijd uitbaatster van herberg Het Brouwershuis), want die sigaretten hadden inderdaad geen goede reputatie. Dat blijkt al uit de tekst zelf, want Prosper Vanderhulst vergelijkt ze met "gekapt stroo".  Goedkoop zullen ze wel geweest zijn, want in een spotliedje klonk het: "Smoort sigaretten Pom-Pom / ne halve frang / voor ne hele wagon".
Overigens was mijn grootvader geen roker. "Soms in gezelschap een sigaartje, als dat hem gepresenteerd werd", aldus mijn vader, "maar dat was dan trekken en blazen en een half sigaartje bleef gewoonlijk in de asbak over!".
Vastenavond viel in 1929 op de 12de februari, midden in een winter die één van de strengste was sinds mensenheugenis. Vooral februari was een ijzig koude maand. Op donderdag 14 februari 1929 zakte in Oostende de temperatuur tot min 19 °C, de laagste temperatuur in de loop van de twintigste eeuw aan de kust gemeten. In Ukkel daalde het kwik tot min 17,7 °C en in Leopoldsburg zelfs tot min 22,9 °C!
Aan het Noordzeestrand rezen twee meter hoge ijsschotsen op. Foto's gemaakt van de vaart (het kanaal Leuven-Mechelen), op 17 februari, laten zien hoe alles dichtgevroren en ondergesneeuwd lag.
Op de dag van vastenavond werd in Friesland de (vierde) Elfstedentocht gereden - een evenement dat toen echter op verre na nog niet de weerklank genoot waar het zich in onze tijd mag in verheugen.
In het regionale weekblad De Haechtenaar werden voor vastenavond 1929 "grote bals" aangekondigd in Boortmeerbeek, zowel in de "feestzaal Mommens", als in de zaal van het “Café des Brasseurs”. De beide dansavonden begonnen om vijf uur. De zaal van Victor Mommens, in de huidige Pastorijstraat, was de standplaats van de fanfare De Moedige Vrienden - het Café des Brasseurs, alias Het Brouwershuis, gelegen achter de kerk en op dat moment nog maar pas overgenomen door Louis Lodewijckx (“opvolger van M. Jules Wouters"), was de thuishaven van de fanfare Onder Ons.  
De tweede strofe van het liedje Geren bij! geeft een interessant beeld van wat voor dansen en muziek er in die tijd aan te pas kwamen wanneer de Boortmeerbeekse mensen uit de bol gingen…

't Bal van carnaval
Heeft men 't liefste van al.
Men probeert boston,
Charleston, black-boton,
Ne fox-trott en Peer in 't kot
Nog zoolang, ge zijt puur zot!
Komt er dan kadril,
Tiske zelf blijft nie stil,
Mieke Stout, dat gaat
Vlug of traag in de maat.
Pak mij, Frans
'k Zijn dood bekans:
Anna doet den Turkschen dans!

De Boston was de oorspronkelijke naam van de Amerikaanse wals, en die black-boton zal wel de black bottom geweest zijn, een in de jaren twintig uit de States overgewaaide dans. Peer in 't kot en Mieke Stout waren dan weer oude Brabantse dansen. De charleston, de foxtrot en de kadril zijn dansen die u hoort te kennen, van naam dan toch, daar geef ik geen nadere uitleg bij!
Tekstschrijver Prosper Vanderhulst was ook - het siert hem - een man met oog voor vrouwelijk schoon, dat blijkt in strofe vier…

Al de meiskens staan
Met een loecht kleedjen aan.
Ge zegt: Dat 's toch kaa
Zoo een kleed zonder maa.
Neen! Dat's ferm!
Nen blooten erm
Maakt het jonge bloed al werm!
Zelfs, dien ouwe daar
Ziet er ook geren naar.
En ge lacht en weudt:
Dat's toch niks meer gekeut.
Wel, allee,
Nen décolté
Brengt nen ouwe nog op snee!

In Rijmenam werd in die "kwade" winter van 1929 Lange Belloo - op de 18de februari - 91 jaar! Ze was toen al ruim 37 jaar weduwe van Frans Wollebrants, een (ver) familielid van mij. Eigenlijk heette ze Isabella Arnou (of Arnould - op het Rijmenamse gemeentehuis zijn ze er wat haar naam betreft nooit uitgeraakt). De bijnaam Lange Belloo had ze natuurlijk te danken aan haar rijzige gestalte. Samen met haar echtgenoot had Lange Belloo vijf kinderen op de wereld gezet, waarvan er anno 1929 echter nog maar twee in leven waren. 
Naar de normen van toen woonde Isabella op een afgelegen plaats: langs de dijk van de Dijle, zeker een kwartier stappen in de richting van Muizen, aan "de propt": de plek waar de Rijmenamse boottrekkers de touwen van hun Mechelse collega's overnamen. Ik ga er nu af en toe joggen, maar uiteraard valt er van de woning van Lange Belloo geen spoor meer te bekennen.
Op die eenzame plaats stonden destijds twee huizen. In het ene woonde Lange Belloo, samen met haar zoon, die, net als zijn vader, Frans Wollebrants heette, maar in de volksmond Kok Vannote werd genoemd - en met haar kleindochter Aline Van Vlercken, alias Linneke van Jef van Wieters (of kortweg Linneke van Wieters). Voor alle duidelijkheid: Linneke was - zoals haar familienaam al aangeeft - géén dochter van de ongehuwde Kok Vannote, maar zijn nicht. Het tweede huis werd bewoond door een zekere Jef Peeters: diens zoon Fons sukkelde op een zondagnacht met zijn fiets de Dijle in, en verdronk.
Bij de hoogbejaarde Lange Belloo en haar ongehuwde zoon was het Linneke die de huishouding beredderde. Het was "een ferm meiske", zo vertelde mijn vaders neef Cyriel Wollebrants mij. Toch zou ze altijd "jonge dochter" (vrijgezel) blijven, aldus het voorbeeld van haar oom Kok Vannote volgend.
Helaas zou Lange Belloo haar 91ste verjaardag niet lang overleven: een kleine week later, op zondag 24 februari, blies ze haar laatste adem uit. Op de dag van de begrafenis, de 27ste februari, werd de doodskist op een slede over het ijs van de dichtgevroren Dijle naar de Rijmenamse dorpskerk gevoerd. Op het bidprentje kon men lezen: “Beminde Kinderen, Kleinkinderen, en Familie, weest niet ontroostbaar in uwe droefheid. Ik sterf maar mijne liefde voor U sterft niet. Ik zal u beminnen in den hemel, zooals ik u bemind heb op aarde”.  

Bronnen in verband met het liedblad "Onder Ons" - 1929 - Vastenavond: artikel G. WOUTERS, De fanfare "Onder Ons" van Boortmeerbeek viert Vastenavond in 1929, in: Heemkring Ravensteyn v.z.w. Boortmeerbeek (tijdschrift van de gelijknamige vereniging), jg. 9 (1995), nr. 4, blz. 167-174, met name blz. 171; gesprek met (mijn vader) Oscar Wollebrants, 1 februari 1987. Dat Frans Constant Wollebrants geen roker was: schriftelijke mededelingen van Oscar Wollebrants over zijn ouders, 1984-1989.
Informatie over de sigaretten Pompom (Pom-Pom): artikel De geschiedenis van de vrije lagere jongensschool van Diest (alias de Broederkensschool), in OostBrabant (sic), jg. 1980, nr. 4, digitale versie op website Oost-Brabant, Hagelandse Geschied- en Heemkundige Kring, http://www.oostbrabant.org/, geraadpleegd  februari 2013.
Bronnen in verband met de winter van 1928-1929: F. BROUYAUX e.a., Weer of geen weer, Een eeuw natuurgeweld in België, Leuven, 2004, blz. 67 en 71; artikel De laagste temperatuur in den Winter, in : weekblad De Haechtenaar, jg. 49, nr. 50, 9 december 1939, blz. 6 (het ging hier dus om een terugblik op het weer van tien jaar eerder); A. VER ELST, Het kanaal Leuven-Mechelen (Dijle) in beeld, Zaltbommel, 1983, afbeeldingen 16 en 17; trefwoord Elfstedentocht in internet-encyclopedie Wikipedia (Nederlandstalige versie), nl.wikipedia.org/, geraadpleegd januari 2013.
Bronnen in verband met de in het lied Geren bij! genoemde dansen: trefwoorden Boston (dance) en Black Bottom (dance) in internet-encyclopedie Wikipedia (Engelstalige versie), nl.wikipedia.org/, geraadpleegd februari 2013.
De oude Brabantse dansmuziek-nummers Peer (Pier) in 't kot en Mieke Stout zijn te vinden op de langspeelplaat Traditionele volksmuziek uit het Hertogdom Brabant door de volkskunstgroep "De Vlier" uit Nederokkerzeel o.l.v. Hubert Boone, 1969.
Bronnen in verband met bals in Boortmeerbeekse zalen op vastenavond 1929: weekblad De Haechtenaar, jg. 39, nr. 5, 2 februari 1929, blz. 5 (aankondiging van Café des Brasseurs - deze aankondiging verscheen ook in het nr. 6 van dezelfde jaargang); weekblad De Haechtenaar, jg. 39, nr. 6, 9 februari 1929, blz. 5 (aankondiging van Feestzaal Mommens). 
Bronnen in verband met Lange Belloo: F. WOLLEBRANTS, Stamboom van de familie Wollebrants (en de bij het opstellen daarvan geconsulteerde genealogische documenten); gesprekken met Cyriel Wollebrants (1912-2011) ; bidprentje Isabella Arnou.
Officieel moet karnaval als carnaval worden gespeld, maar het hoort bij karnaval dat officiële normen worden overtreden…