vrijdag 22 februari 2013

Jambalaya


Radio kan ook leuk en boeiend zijn, op voorwaarde dat men de Belgische staatszenders VRT en RTBF links laat liggen - dat is trouwens de plek die hun zelf- en vooringenomen coryfeeën ideologisch gesproken koesteren en propageren. Mijn amusement (als politiek-neutrale zestigplusser) vind ik op de Nederlandse Radio 5 Nostalgia (elke werkdag van zes uur 's morgens tot zes uur 's avonds op de 747 meter van de middengolf, ook via het internet). Populaire muziek, vooral uit de jaren vijftig, zestig, zeventig. In sommige programma's zijn de praatjes-bij-de-plaatjes al eens melig, dat is waar, maar met de muziek zit het altijd goed.
Mijn favoriete programma is dat van Jan Steeman (van maandag tot en met donderdag, van tien tot twaalf). Geen zouteloze praatjes of spelletjes bij Jan, hij beperkt zich tot zakelijke informatie over de nummers en de artiesten, met af en toe een verbale, onderkoeld-humoristische knipoog. Maar natuurlijk is het ook fijn om Tineke (de Nooij), van de legendarische zeezender Radio Veronica, terug te vinden (elke werkdag van vier tot zes).
Het boeiende, de intellectuele leeftocht die ik minstens zo hard nodig heb als het amusement, vind ik bij de Duitse zender Deutschlandradio Kultur. Die kan ik enkel via het internet, dus op de computer, ontvangen - en niet op de (bescheiden) ontvangsapparatuur die ik naast mijn bed heb geïnstalleerd. Dat is jammer, want ja, ik ben dus één van die excentriekelingen die ook houdt van hedendaagse ernstige muziek, en deze avant-garde klankenkunst - waar Deutschlandradio Kultur niet zelden mee uitpakt - beluister ik graag in de nachtelijke duisternis en in mijn bed. Net als hoorspelen, een genre dat door omzeggens alle omroepen vergeten is, behalve door... Deutschlandradio Kultur!
Gelukkig worden sommige programma's van Deutschlandradio Kultur ook uitgezonden door de Deutschlandfunk, en die kan ik min of meer - afhankelijk van de atmosferische omstandigheden - uit mijn wekkerradiootje tevoorschijn halen. (Een tweede, wat sterker toestel dat ik ook naast mijn bed heb neergepoot, laat ik onveranderlijk op Radio 5 Nostalgia afgestemd staan, dan kan ik 's morgens met één slaperige druk op de knop probleemloos de vrolijke muziek van het ochtendprogramma Wekker-Wakker laten weerklinken).
Eén van de Kultur-uitzendingen die ook op de Funk te horen zijn is Lange Nacht - een documentaire thema-uitzending van drie uur, in de nacht van zaterdag op zondag. Elke keer een zeer verschillend onderwerp, bijna altijd een interessante geestelijke ervaring. Af en toe een strookje (passende) muziek, maar vooral tekst - en dat komt me goed uit, want tijdens eenzame, slapeloze nachten - trouwe lezers van mijn blog weten dat ik een slechte slaper ben - hoor ik liever een pratende menselijke stem dan de non-stop muziekprogramma's waar de meeste zenders in die uren mee uitpakken.
Dit alles maar bij wijze van veel te lange inleiding op de melding dat ik in de nacht van 12 op 13 januari 2013 naar Einsamer Cowboy luisterde, een Lange Nacht-uitzending over het leven van de Amerikaanse zanger Hank Williams.
Het verhaal, en de jaren veertig-vijftig muziek die er in verwerkt zat, leken in die koude winternacht, met de onscherpe ontvangst op mijn radiootje, en in de half-wakende, half-slapende bewustzijnstoestand waarin ik geleidelijk verzeilde, letterlijk uit een verre, vreemde dimensie - uit een andere tijd, een andere wereld - te komen aanwaaien. Het luisteren werd een ervaring.
Van het leven van Hank Williams had ik tot dan toe hooguit ooit eens een echo opgevangen. Een tragische figuur, jong gestorven… verder reikte mijn vage weten niet. Toch had ik iets met deze artiest. Hij was namelijk de zanger en (tot op zekere hoogte) de auteur van het liedje Jambalaya, en dat behoort tot mijn vroegste Engelstalige muzikale herinneringen, samen met Goodnight Irene en Bimbo (over mijn vroegste accordeonmuziek-reminiscenties, zie mijn blogtekst Accordeon van 10 juni 2011).
In die Lange Nacht van 12 op 13 januari 2013 leerde ik dat Hank Williams zowat de eerste echte vedette uit de wereld van de populaire muziek moet zijn geweest - een voorloper van Elvis Presley en zovele anderen. Hij zette de country-music op de kaart, en zijn vaak zelfgeschreven liedjes maakten ook furore in de hitlijsten van de popmuziek (waarom de Amerikanen het genre van de country-and-western zo sterk aflijnen tegenover de andere populaire amusementsmuziek - tot en met aparte hitparades - is mij altijd een raadsel geweest).
Over nachten gesproken… In de lange nieuwjaarsnacht van 1952 op 1953 teisterde guur winterweer de heuvels van de Amerikaanse staat West Virginia. De 19-jarige student Charles Carr zat aan het stuur van een lichtblauwe Cadillac die zich moeizaam een weg baande door sneeuw en hagel. We zijn nu in de omgeving van het stadje Oak Hill. Op de achterbank van de auto: zanger en liedjesschrijver Hank Williams, op weg naar een optreden op nieuwjaarsdag. Hij heeft de jonge student als chauffeur ingehuurd.
"Hank droeg een winterjas, had bovendien een deken over zich gelegd", zo vertelde Charles Carr later. "Ik dacht dat hij sliep. De deken was van hem af gegleden. Ik stopte even, om hem weer toe te dekken. Geen reactie. Toen al dacht ik: hier klopt iets niet. Gelukkig kon ik even later halt houden bij een tankstation, dat nog open was. De pompist wierp een blik in de auto, keek dan naar mij. "U heeft een probleem", zei hij, "de man is dood".
Hank Williams was geveld door hartfalen, op 29-jarige leeftijd. Enkele dagen later woonden duizenden fans de begrafenis bij.
Het minste dat men zeggen kan van de liedjes die Hank Williams populair hadden gemaakt, is, dat ze zeer authentiek waren. Hij leefde het soort leven dat er in opgeroepen werd: voortgedreven door de wisselvalligheden van de liefde, door succes en mislukking, door roes en pijn.
Williams' smarten waren overigens niet enkel van emotionele, maar allereerst van fysieke aard: door een aangeboren afwijking in de wervelkolom (voor de artsen onder mijn lezers: spina bifida occulta) leed hij aan onophoudelijke rugpijn - een probleem dat door een val in 1951 nog verergerde. Meer dan waarschijnlijk heeft deze constante pijn een rol gespeeld in het feit dat Williams verslaafd raakte aan drank en morfine. Ook bij zijn voortijdige dood moet een overdosis aan de orde zijn geweest.
Hank Williams was geboren in 1923, en bracht zijn jeugd door in de Zuidoostelijke staat Alabama. Al op zijn veertiende richtte hij met enkele vrienden The Drifting Cowboys op, het orkestje dat hem omzeggens zijn hele carrière lang zal begeleiden, tot de leden ervan hem uiteindelijk - wegens zijn door de drank onberekenbaar geworden gedrag - de wacht zullen aanzeggen.
In december 1944 huwde Hank Williams met Audrey Mae Shephard (°1923), die The Drifting Cowboys vervoegde en ook een aantal duetten met haar echtgenoot op de plaat zou zetten. Audrey's zangkunst wordt door de deskundigen echter niet hoog aangeslagen. "Her duets with Hank were like an extension of their married life in that she fought him for dominance on every note", schreef Colin Escott over mevrouw Williams. Audrey's sterke persoonlijkheid en Hank Williams' alcoholmisbruik zullen er toe leiden dat hun huwelijk een knipperlicht-relatie werd, en uiteindelijk definitief op de klippen liep.
Aanvankelijk oogstten Hank en zijn cowboys enkel lokaal en regionaal succes, maar met het in mijn geboortejaar 1949 op fonoplaat uitgebrachte nummer Lovesick Blues kwam de grote doorbraak. Ook de daaropvolgende releases - waaronder Jambalaya - werden hitparade-toppers, en zelfs internationaal werd Hank Williams een bekende naam.
Lovesick Blues was een cover (het liedje dateerde al uit 1922), maar Williams-klassiekers als I Saw The Light (1948), I'm So Lonesome I Could Cry (1949), Cold, Cold Heart (1951), Hey, Good Lookin' (1951), Jambalaya (1952) en Your Cheatin' Heart (1952) waren eigen nummers, zowel inzake tekst als muziek (sommige groeiden overigens pas postuum tot grote successen uit).
In de twee laatste jaren van zijn leven ging het met Hank Williams bergaf. Hij trad tenslotte enkel nog op in tweederangszaken, met wat voor de gelegenheid bijeengeharkte muzikanten. In oktober 1952 stapte hij opnieuw in het huwelijksbootje, nu met het 19-jarige filmsterretje Billie Jean Jones (°1933).
Na (zeg maar: dankzij) zijn dood kreeg Williams' roem een enorme boost: in de jaren vijftig brak zijn platenverkoop alle records - en zullen zijn moeder en zijn twee weduwen verbitterd vechten om de opbrengst ervan binnen te rijven.
Het liedje Jambalaya (On The Bayou) verscheen voor het eerst op fonoplaat in juli 1952. Volgens sommige specialisten schreef Williams het nummer samen met country-and-western artiest Moon Mullican (°1909), al staat het officieel uitsluitend op Williams' naam.
De melodie en de tekst van Jambalaya verwijzen geheel en al naar de Creoolse en Cajun volkscultuur van de zuidelijke Amerikaanse staat Louisiana. De Creolen zijn de afstammelingen van de Frans- en Spaanstalige kolonisten in dat gebied. De Cajun-people stammen af van Franstalige kolonisten die in de 18de eeuw door de Engelsen uit Canada werden verdreven en in de bayous, de moerassen aan de Golf van Mexico neerstreken.
De melodie van Hank Williams' Jambalaya lijkt sterk op het Cajun-liedje Grand Texas. De tekst was wel geheel nieuw, maar doorspekt met elementen uit de Creoolse en Cajun-taal en -cultuur, en daardoor moeilijk tot in de finesses te begrijpen. Jambalaya is de naam van een typisch Creools gerecht. In de tekst worden trouwens nog twee andere schotels uit de Creoolse keuken vermeld: crawfish pie en filé gumbo.
En dan is er (in de tekst van het liedje) natuurlijk Yvonne, "the sweetest one", die kennelijk garant stond voor "big fun". Een familielid van de eerder genoemde Moon Mullican meende haar te kunnen identificeren als Yvonne Little, de uitbaatster van een bar ten zuiden van Choupique Bayou, waar Hank Williams en Moon Mullican "some truly wonderful times" hadden beleefd… En zeker niet de enige klanten waren geweest, want, zo heet het in het liedje, mensen uit de streek "come to see Yvonne by the dozen".
Ach, inhoudelijk stelt de tekst niet veel voor, maar de kleurige lettergrepen kleven wel naadloos op de melodie, en maken van het geheel een opgewekt en zich onweerstaanbaar in-het-gehoor-nestelend kunstwerkje.
Reeds in 1952 bracht de legendarische Amerikaanse zangeres Jo Stafford (°1917) haar versie van Jambalaya op de markt, en zij voerde aldus een ongelooflijk lange reeks van bekende artiesten aan, die in de loop der jaren hetzelfde deden: Jerry Lee Lewis, Fats Domino, Gerry and The Pacemakers, Brenda Lee, The Carpenters, John Fogerty, Emmylou Harris, Dolly Parton, Freddy Fender, Van Morrison en vele anderen… En dan heb ik het nog niet over bewerkingen in andere talen dan het Engels. 
Zelf hou ik het meest van de versie van Fats Domino (eind 1961-begin 1962). Met de saxofoons die er op deze cover aan toegevoegd werden, wordt Jambalaya van een vrolijk tot een opwindend nummer. En nóg meer warmte en ambiance zitten er in de live-versie die good-old Fats (°1928) - die overigens zelf uit het Creoolse milieu afkomstig is - op 1 mei 1973 ten gehore bracht in het Zwitserse Montreux (verschenen op de langspeelplaat Hello Josephine, Fats Domino live in Montreux, 1974).
Ja, er zit meer in een liedje dan je denkt...

Foto boven dit artikel: Hank en Audrey Williams, met The Drifting Cowboys - overgenomen van Wikimedia Commons.

Mijn favoriete radiozenders: 
Radio 5 Nostalgia, info en live-stream: http://www.radio5nostalgia.nl/
Deutschlandradio Kultur, info en live-stream: http://www.dradio.de/dkultur/

Jambalaya op You Tube:
Voornaamste geraadpleegde bronnen: radio-uitzending Einsamer Cowboy, Die Lange Nacht über Hank Williams, door Michael Groth (en het begeleidend artikel op website dradio.de, http://www.dradio.de/, geraadpleegd februari 2013); internet-encyclopedie Wikipedia (Engelstalige versie), en.wikipedia.org/, geraadpleegd februari 2013.