vrijdag 14 juni 2013

Luilekkerland


Dromen der mensheid… je hele leven lang niks uitrichten dat op werk gelijkt, en toch eten en drinken zoveel als je mondje belieft … Niet goed voor de gezondheid, denk ik dan meteen, maar in tijden dat de meesten van onze voorouders worstelden met armoede en schaarste werd dat begrijpelijkerwijs anders bekeken. Al van in de vroegste dagen van zijn culturele bestaan heeft de mens aards paradijzen bij elkaar gefantaseerd en gecultiveerd, dat van de Bijbel is er slechts één van.
In de Middeleeuwen nam de oeroude wensdroom de concrete gestalte aan van het Luilekkerland (ook wel genoemd het Land van Cocagne, een woord dat zijn wortels heeft in het Oudfrans - in die taal werd al rond 1250 een Fabliau de Coquaigne geschreven, maar in de bekende en nog wat oudere Carmina Burana kwam de term ook al voor, in het Latijn). In Luilekkerland vlogen de gebraden vogels je in de mond, groeide het geld aan de bomen, waren de huizen gemaakt van pannenkoeken en wafels… Het weer was er altijd mooi (als het sneeuwde viel er poedersuiker).
In het Nederlands dook de term Luilekkerland voor het eerst in schriftelijke gedaante op in 1546, met het boek Van 't Luye-Lecker Landt, een bewerking van het Duitse Schlauraffenlandt van Hans Sachs uit 1530.
Pieter Bruegel de Oude schilderde in 1567 een Luilekkerland-tafereel, waarin een soldaat, een boer en een geleerde languit liggen bij te komen van al hun geschrans, terwijl een ridder het heerlijke land binnentreedt op de enige daartoe geëigende wijze: door zich door een berg rijstebrij heen te eten.
Voor wie er meer wil van weten vermeld ik graag de Nederlandse Volksverhalenbank van het (Nederlandse) Meertens Instituut (op het internet), en wie er àlles wil van weten schaft zich het boek Dromen van Cocagne (1997) van de Amsterdamse hoogleraar Herman Pleij aan.
Want ik wil het hier hebben over mijn Luilekkerland, zijnde een kinderboek dat ik in de jaren vijftig - vermoedelijk van de Sint - cadeau kreeg. In de zonnige fifties waren armoede en honger uit West-Europa verdreven, de werkdagen tot draagbare proporties teruggebracht, de jaarlijkse vakantie en de sociale zekerheid  ingevoerd  - en dus vormden je buikje rond eten en eens lekker op je rug liggen luieren geen thema's meer waar volwassenen hartstochtelijk over fantaseerden, aangezien ze er minstens bij tijd en wijle konden van genieten. En een mens verlangt nu eenmaal niet naar wat hij heeft, maar naar wat hem ontbeert. Een bewijs van hoe slecht de Schepping geschapen werd.
Maar de kinderen van de jaren vijftig… overgeleverd aan het (nog volkomen onbetwiste) gezag van ouders, nonnen en pastoors, schoolmeesters en -meesteressen… de godganse dag vastgesnoerd op houten banken, in muffe lokalen met imponerend-hoge zolderingen en die men bereikte langs kille gangen… En altijd maar voorbeeldig en braaf en beleefd en vlijtig moeten zijn… En je koest houden, en luisteren… En schrijven en rekenen, en uitkijken voor vlekken of vegen… En huiswerk maken, en lessen leren… Ja, voor die arme kindertjes - ik was één van hen - was Luilekkerland nog wél een ver en onbereikbaar ideaal, zeker weten.
En dus kwam het ons goed uit dat de volwassenen, net als ze dat met Robinson Crusoe en Gulliver hadden gedaan, ook hun Luilekkerland aan de jeugdliteratuur hadden overgelaten. En die had daar een eigen bewerking, een versie op kindermaat van gemaakt. Geen readily available sex dus (die in bepaalde edities van het oude Luilekkerland kennelijk wel voorhanden was), maar de schijnwerpers gericht op snoep en het "nooit meer school"-ideaal.
Laat ik er mijn kinderboek Naar Luilekkerland bij nemen…  Het is een werk op groot formaat (plm. 23 cm. breed en 33 cm. hoog), op de markt gebracht door uitgeverij Omnium uit Wassenaar. De volledige titel luidt: Naar Luilekkerland, het kinderparadijs aan de overkant. Het boek bestaat uit negen grote gekleurde prenten. Enkel op de eerste van deze serie platen - deze op de cover - staat (onderaan links) een naam. Het moet die van de tekenaar zijn: Jacob Jansma. En inderdaad, op het internet vind ik een Jacob Jansma terug, op de website Winterboeken: "illustrator, ontwerper, art-director". De man leefde van 1893 tot 1972, tekende affiches, reclameborden, prentbriefkaarten, en illustreerde tussen 1928 en 1960 ook een aantal kinderboeken. De cover van Naar Luilekkerland wordt afgebeeld, maar een jaar van uitgave wordt niet vermeld. De andere door Jansma geïllustreerde boeken waarvan de kaft wordt getoond zijn mij geenszins bekend.
Mijn Luilekkerland-boek bevat weinig tekst, het was vooral een kijkboek. Ik vind dat Jansma zeer kleurrijke, levendige, expressieve, kortom prachtige tekeningen heeft vervaardigd. Aan de onderkant van elk tafereel kan men - in grote letters en in een soort wimpel - een versje lezen. Samen vertellen al die rijmpjes het (zeer rudimentaire) verhaal. Een beetje research leert me dat het gaat om de tekst van een oud Nederlands kinderliedje (met als titel Luilekkerland), dat in feite een vertaling was van het Duitse kinderwijsje Schlaraffenland. Achter in mijn boek staat de volledige (Nederlandse) tekst. Hier blijkt dat de illustrator op zijn wimpels de zaak wat ingekort heeft, door hier en daar enige regels weg te laten.
Allicht had u verwacht dat ik boven dit blogschrijfsel zou uitgepakt hebben met één van de tekenplaten die laten zien hoe de kinderen uit mijn boek zich in Luilekkerland laveloos te goed doen aan pudding, limonade, lolly's, koekjes en gebak. Maar neen, ik heb gekozen voor een prent die op mijn jeugdig gemoed destijds een nóg diepere indruk heeft gemaakt dan de voorstelling van het idyllische leven in het kinderparadijs zelf… voor de tekening die het moment weergeeft waarop de jonge helden in opstand komen tegen hun onderwijzer, zich geen zier meer aantrekken van zijn wanhopige pogingen om de orde te herstellen: "Kinderen allemaal, wees niet zo brutaal, want de les vangt nu aan!".
Het antwoord der kinderen klinkt luid en duidelijk, het staat in het boek zelfs met hoofdletters gedrukt: "Nee!". Neen aan het saaie schoolleven, weg met huiswerk en lessen, het is genoeg geweest! Links stapt een moedig kereltje (het spreekwoordelijke haantje de voorste) reeds door het open raam naar buiten - alle anderen maken aanstalten om hem te volgen. (Let u ook eens op dat jongetje in zijn gele truitje: die gaat toch maar zijn boekentasje meenemen).
Wat me als kind vooral trof was de totale radeloosheid van de onderwijzer - die opengesperde ogen en mond, die bezwerende houding van armen en handen… een moment geleden nog almachtig en alwetend, nu een amechtig roepende in de woestijn. Wat een Umwertung aller Werte! Hier stuikt warempel het gezag in mekaar. Zelfs de wandplaat aan de muur is er compleet van uit het lood geslagen! In onze werkelijkheid van toen was zo'n hemeltergende ongehoorzaamheid vanzelfsprekend totaal ondenkbaar - enkel van meester Heremans, die de hoogste leerjaren bediende, hoorde je wel eens dat hij de zaken in zijn klas niet al te stevig onder controle had. Hij had te maken met leerlingen die niet naar het middelbaar (het voortgezet) onderwijs zouden doorstromen.
Door het raam zien we buiten de gele muur van rijstebrij waar de kinderen zich op de volgende bladzijde een weg door zullen smullen, en daarachter tekent zich reeds de top van een reuzenpudding af! De school lag kennelijk zeer dicht bij het Beloofde Land.
Niet toevallig schrijf (en publiceer) ik deze tekst in juni. Als er één maand in het schooljaar was waarin zulk een kinderopstand mij aansprak (en waarin ik er mij nu nog moeiteloos kan in verplaatsen), dan toch wel juni zeker. Het was de tijd waarin de zomer aanbrak - waarin het mooie weer, de zon en het jonge groen ons toeschreeuwden om buiten te komen ravotten. Maar - om de tegenstelling tussen het schoolse en het ware leven ten top te drijven - was het ook de tijd van de prijskampen (de toetsen). Ik heb het altijd zo geweten, van de basisschool tot en met de universiteit, en altijd zal het zo blijven: als het examentijd is, dan zomert het. Andermaal een bewijs van de ondeugdelijkheid der Schepping.
Terug naar onze Luilekkerland-kinderen. Het eerste wat ze na aankomst in het kinderparadijs uitrichten, is uiteraard zich te goed doen aan het vele lekkers dat het in overvloed te bieden heeft. Maar al die zoetigheid wist hun hartsgrondige afkeer voor het schoolwezen niet weg, want op de volgende drie bladzijden rekenen ze af met de voornaamste symbolen ervan. Allereerst koelen ze hun woede op het rapport, dat verscheurd wordt, en op het schoolbord, dat met een bijl in stukken wordt gehakt: "Weg met schoolrapport, en het zwarte bord, weg met griffel en lei!". Nou, nou, zo'n baldadigheid, dat kan ik niet goedkeuren - ik ben resoluuut tegen elke vorm van vandalisme.
Op de volgende prent geeft een meisje haar schooltas een venijnige trap, en lezen we: "Weg met boekentas, en die nare klas, die daar ginds niet bestaan!". En op de laatste tekening gooit een jongen zijn rekenboek vrolijk de lucht in (een daad waar ik dan weer hoegenaamd geen moeite mee heb). Ordeloos fladderen de bladen in het rond: "Weg met rekenboek, nooit meer in de hoek, wij gaan samen op reis!". 
Ik heb de indruk dat de makers van het kinderliedje Luilekkerland en van het boek Naar Luilekkerland zelf ook nog een openstaande rekening met het onderwijs te vereffenen hadden - en dat ze daar (onbewust misschien) even hard aan gewerkt hebben als aan het oproepen van de snoepgeneugten van Luilekkerland. Ik kan ze begrijpen. 

Een hedendaagse versie van het oude Nederlandse (uit het Duits vertaalde) kinderliedje Luilekkerland valt te beluisteren op:

Geraadpleegde bronnen: J. JANSMA (tekeningen), Naar Luilekkerland, het kinderparadijs aan de overkant, Wassenaar, geen jaar van uitgave vermeld; internet, website Nederlandse Volksverhalenbank (van het Meertens Instituut), www.verhalenbank.nl, geraadpleegd juni 2013; internet, website Winterboeken, www.winterboeken.nl, geraadpleegd juni 2013; internet-encyclopedie Wikipedia (Nederlandstalige en Engelstalige versies), nl.wikipedia.org, en.wikipedia.org, geraadpleegd juni 2013; internet, website In de Overtuin, Kinderliedjes met muziek en bladmuziek, www.kinderliedjes.overtuin.net, geraadpleegd juni 2013.