vrijdag 5 juli 2013

Eddy Pauwels 1


Terwijl de honderdste Ronde van Frankrijk over de Franse wegen zoeft, pak ik deze en volgende week op dit blog uit met de Eddy Pauwels-saga.
Eddy Pauwels? Aan het eind van de jaren vijftig en het begin van de jaren zestig was hij de meest talent- en beloftevolle Belgische Tour de France-renner. Hij kon - en dat was en is een zeldzaamheid bij coureurs uit de Lage Landen - zijn mannetje staan in het hooggebergte. Misschien ging hij wel zorgen voor de eerste Belgische Tour-zege sinds die van Sylveer Maes in 1939?
Maar vooral: Eddy Pauwels was in mijn prille beginjaren als wielerliefhebber "mijn favoriet". Ik vermoed dat hij die status verworven had in 1959, toen hij zich in de Ronde van Frankrijk tot twee keer toe in de gele trui reed (weliswaar telkens slechts voor zeer korte tijd: zie verder). Ik was toen tien jaar jong.
De motieven die aan mijn supporterschap ten grondslag lagen waren - ik geef het ruiterlijk toe - kinderlijk eenvoudig en erg subjectief (maar kan dit niet van elk supporterschap worden gezegd?). Geel was mijn lievelingskleur, dus die gele trui dat was al een mooie voorzet. Daarenboven had ik in een krantenartikel gelezen dat Eddy Pauwels geregeld last had van keelpijn - een kwaal die mij ook al eens teisterde. Bij Pauwels viel - volgens de dagbladtekst - de oorzaak te zoeken in de snelle temperatuurswisselingen tijdens de Tour: het contrast tussen de hete valleien en de killige bergtoppen. Daar kon het bij mij niet aan liggen natuurlijk, ik woonde in het bergenloze Boortmeerbeek, waar het ook met de hitte best meeviel. Maar toch, Eddy's keelpijn weekte empathie in mij los, en the rest is history.
Overigens moet ik eveneens bekennen dat mijn supporterschap zich, afgezien van het sympathie-gevoel, beperkte tot het aanleggen van een plakboek. Dat is helaas in de loop der tijden ten onder gegaan (het moet sterk geleken hebben op het plakboek dat ik korte tijd later aan mijn streekgenoot-wielrenner Jos Wouters wijdde, en dat wel bewaard is gebleven). Wel vond ik nog enkele oude foto's terug, en twee persartikels die evenwel dateren van na Pauwels' actieve carrière, en waarin de renner op zijn beroepsrennersjaren terugblikt.
Eddy Pauwels was geboren - op 2 mei 1935 - en getogen in Bornem, een dorpje op de rechteroever van de Schelde, in het zuidwesten van de provincie Antwerpen. Dat komt mij goed uit, want in hetzelfde plaatsje bracht ook mijn vriend Arthur Borms zijn jeugd door, en dus laat ik hem verderop in dit artikeltje vertellen hoe die gele truien van Pauwels voor prettige wielergekte in Bornem zorgden. 
Eddy Pauwels liet zich al opmerken bij de jongeren: in 1957 behaalde hij de eindzege in de gereputeerde Ronde van Oost-Duitsland voor amateurs. In 1958 blonk hij als jonge prof uit in de Dauphiné Libéré, een zware Franse rittenwedstrijd die de Alpen niet schuwt. Hij eindigde op de zesde plaats.
De grote doorbraak kwam er in 1959, het jaar waarin Eddy Pauwels zijn debuut maakte in de Ronde van Frankrijk. De Tour werd in die tijd betwist met landenploegen: geselecteerd worden voor de Belgische nationale ploeg hield op zich al een erkenning in. De andere Belgen die dat jaar aan de start verschenen waren Jan Adriaensens, Jean Brankart, Kamiel Buysse, Fred De Bruyne, Armand Desmet, Jos Hoevenaers, Marcel Janssens, Jef Planckaert, Michel Van Aerde, Martin Van Geneugden en Guillaume Van Tongerloo. Als die namen u iets zeggen, zegt dat iets over uw leeftijd.
Eddy Pauwels liet er in die Ronde van '59 geen gras over groeien. Al in de derde rit, van Namen naar Roubaix, stak hij bij de passage over de Muur van Geraardsbergen zijn neus aan het venster. En tijdens de negende rit, gereden op vrijdag 3 juli, van Bordeaux naar Bayonne, wist hij zowaar de leiding in de algemene rangschikking te veroveren: na afloop van de etappe mocht hij de gele trui aantrekken! Voor een goed begrip: de rit zelf werd gewonnen door de Fransman Queheille.
Eddy had geluk: de volgende dag was een rustdag. Hij kon dus optimaal genieten van zijn maillot jaune. Op 5 juli werd er weer gekoerst, Eddy reed in het geel van Bayonne naar Bagnère-de-Bigorre, maar moest aan het eind van die etappe zijn leiderstrui afstaan aan de Fransman Vermeulin.
Het was echter geen definitief afscheid van het gele kleinood, want in de loop van de 16de rit, betwist op zaterdag 11 juli - de Vlaamse nationale feestdag - tussen Clermont-Ferrand en Saint-Etienne, presteerde Pauwels het om opnieuw aan de leiding van het algemeen klassement te komen. Hij ontsnapte samen met de Zwitser Graf en de Italiaan Bruni. Dino Bruni won de rit, maar Eddy Pauwels nam de gele trui over van zijn landgenoot Jos Hoevenaars.
En weer kreeg hij de tijd om zijn leiderstrui extra te koesteren, want toevallig stond de volgende dag andermaal… een rustdag op het programma! Op de 13de juli reed Eddy Pauwels in het geel van Saint-Etienne naar Grenoble. Tijdens die etappe gingen de super-klimmers Charly Gaul ("de engel van het gebergte") en Federico Bahamontes ("de arend van Toledo") er onder hun beidjes vandoor. De Luxemburger Gaul won de rit en de Spanjaard Bahamontes nam de gele trui van Eddy Pauwels over. Bahamontes zou de leiding in de algemene rangschikking niet meer afstaan en in Parijs de eerste Spaanse winnaar van de Ronde van Frankrijk worden. Hij ging de Fransen Anglade, Anquetil, Rivière en Mahé vooraf. Jan Adriaensens was zevende en eerste Belg. Eddy Pauwels sleepte de 11de plaats in de wacht. Leuk detail: Charly Gaul - de Tourwinnaar van 1958 - eindigde net na hem. De Belgen wonnen het ploegenklassement.
In zijn woonplaats Bornem werden de Tour-prestaties van Eddy Pauwels op de voet gevolgd. "Bornem stond in 1959 op zijn kop", vertelde Arthur Borms mij. "Alle straten waren geel gekleurd. Over de straten heen waren vanuit de bovenverdiepingen koorden gespannen waar gele hemden, sjaals en alles wat geel was aan vast was gemaakt. Alle avonden zaten de cafés vol en met ongeduld werd het vliegtuigje van Het Volk afgewacht voor het krantje". Oudere lezers weten dat het hier ging om de speciale Tour-editie van de Gentse krant Het Volk die elke avond over heel Vlaanderen werd verdeeld - een operatie waarbij ook sportvliegtuigjes werden ingezet (zie mijn blogartikel De Tour van ' 62 van 6 juli 2012).
"Toen de Tour gedaan was en Eddy terug naar huis kwam werd hij op een paar kilometers buiten het centrum van Bornem opgewacht door het voltallige gemeentebestuur", aldus Arthur. "Triomfantelijk werd hij dan door de straten van Bornem gevoerd waar een massa Beurmeneirs (Bornemnaren) hem toejuichte. Van het gemeentebestuur kreeg hij als geschenk een auto: een gele Opel Record! De vreugde in Bornem was des te groter daar in het nabijgelegen Ruisbroek-Sauvegarde (nu Puurs) een zekere Jan Adriaensens woonde die tot dan toe de beste Tour-renner van de streek was geweest".
"Niemand durfde ooit veronderstellen dat de neofiet zulke hoge toppen zou scheren", aldus de krant Het Volk over Pauwels. "Op alle cols kon hij zijn man staan". Maar: "doseren is hem nog onbekend en daarom zal hij te naaste jaar met minder inspanningen meer verwezenlijken".
Dat laatste was een foute voorspelling, want in de Tour van 1960 brak Eddy Pauwels geen noemenswaardige potten. Ik vind hem terug op de 25ste plaats in de eindrangschikking, op 59 minuten van winnaar Gastone Nencini. 
In het jaar 1961 evenwel… Hm, dit lijkt me een goeie cliffhanger om dit eerste deel van mijn Eddy Pauwels-verhaal mee te besluiten. Come and see next week…

Foto's boven de tekst: twee Eddy Pauwels-foto's uit mijn archief. 
Rechts: Pauwels in actie als lid van de Belgische ploeg in de Ronde van Frankrijk. Ik vermoed dat deze (kranten)foto gemaakt werd in de Tour van 1959 op de Muur van Geraardsbergen.
Links: Eddy Pauwels in zijn trui van de Mann-ploeg, waar hij tot 1961 toe behoorde. In de loop van 1962 stapte hij over naar de Wiel's-Groene Leeuw-ploeg, omdat de Ronde van Frankrijk van dat jaar af met merkenploegen werd betwist (en Wiel's wél en Mann niet zou deelnemen). Deze foto stond op één van de "prentjes" (plaatjes) die verpakt zaten bij plakjes kauwgom - het gaat in dit geval om één van de "grote prentjes": zie in dit verband mijn blogstukjes Knikkers (van 13 juli 2012) en Kleine Prentjes (van 20 juli 2012). Ik vermoed dat beide foto's restanten zijn van mijn Eddy Pauwels-plakboek. 

Voornaamste geraadpleegde bronnen: internet, website de Wielersite, www.dewielersite.net, geraadpleegd juni 2013; F. LODEWIJCKX, De grote rondes van Marc Sleen, uitgeverij Reinaert-Het Volk, Gent; internet, website La Grande Boucle, Le Tour de France de 1903 à nos jours, www.lagrandeboucle.com, geraadpleegd juni 2013; internet, website le Dico du Tour, ledicodutour.perso.fr, geraadpleegd juni 2013; e-mail van Arthur Borms, 21 juni 2013.