vrijdag 15 november 2013

Het cacaomeisje


Ik ontmoette haar voor het eerst op vrijdag 24 september 2010 in een hotel in de Oost-Duitse stad Jena. Ze hing er aan de muur, vrij onopvallend. Ik vond ze bevallig, maakte een foto van haar. Enkele dagen later zagen mijn vrouw en ik haar op de markt in Weimar, deze keer afgedrukt op een metalen plaat, zoals dat vroeger bij reclameprenten gebruikelijk was. Meteen gekocht.
We wisten toen nog niets van dit meisje af. Maar toen we later terug thuis waren zette mijn echtgenote zich meteen aan het speuren - iets waar zij zeer bedreven in is - en al heel snel wist ze mij te vertellen dat dit het chocolademeisje was: Das Schokoladenmädchen, The Chocolate Girl, La belle chocolatière… een pasteltekening van de Zwitserse schilder Jean-Etienne Liotard uit het midden van de 18de eeuw.
De naam "chocolademeisje" kan echter misleidend zijn: het meisje serveert geen plak of reep chocola, maar chocolademelk, een drank die in mijn kinderjaren bekend stond als cacao. Laat ik haar daarom het cacaomeisje noemen.
Liotards cacaomeisje is een relatief bekend werk: op het internet bleek de afbeelding van ons meisje veelvuldig aanwezig. Ik hou het hier bij mijn eigen (digitale) foto, gemaakt zonder flitslamp (om reflecties te vermijden), bij het eerder bescheiden kunstlicht van de hotelgang, waardoor de opname in een geel-bruine kleurensfeer baadt, een coloriet dat naar mijn aanvoelen ouderwetse warmte, rust en degelijkheid uitstraalt - zaken waar ik van hou.
Dat we het cacaomeisje in het verre Jena aantroffen was geen toeval. Het originele kunstwerk wordt immers bewaard in de Gemäldergalerie Alte Meister in het nabijgelegen Dresden, een museum dat eigendom is van de Duitse deelstaat Saksen. De tekening is 82,5 cm. hoog en 52,5 cm. breed - dat is niet heel groot, maar toch ook niet klein.
Tekenaar, schilder en kunsthandelaar Jean-Etienne Liotard was een Zwitser. Nu ja, geboren in Genève - op 22 december 1702 - maar als zoon van een vader die een aantal jaren eerder omwille van zijn protestantse geloofsovertuiging Frankrijk had moeten ontvluchten. Liotard bracht ook zijn jeugd nog in Genève door, waar hij zich bekwaamde in het aanbrengen van artistieke versieringen op horloges, snuifdozen en soortgelijke kleinoden.
In 1723 trok hij naar Parijs: het begin van een rijkgevuld leven en talloze omzwervingen. Een succesvol leven ook, want tot in de allerhoogste kringen was men tuk op de portretten die hij tekende. Veelal met pastelkrijt, "een zacht soort krijtstift waarmee op een zeer schilderachtige wijze getekend kan worden", zo lees ik in de Wikipedia. "Kunstenaars die met pastelkrijt werken zien hun werk dan ook vaak eerder als een schilderij dan als een tekening".
In 1735 vervaardigde Liotard in Rome portretten van paus Clemens XII en van verschillende kardinalen. Vervolgens reisde hij met Engelse vrienden via de Griekse eilanden naar het Turkse Istanboel.
Van in 1742 tot begin 1745 verbleef Liotard een eerste keer in Wenen, waar hij in 1743 de pasteltekening van de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia maakte die zich nu in het Museum Mayer van den Bergh in Antwerpen bevindt.
Ook het cacaomeisje moet - kunsthistorisch gesproken - tijdens dat eerste Weense verblijf geboren zijn: vandaar dat het ook wel bekend staat als Das Wiener Schokoladenmädchen of La Belle Chocolatière de Vienne. Volgens deskundigen was het waarschijnlijk in december 1744 dat de jongedame voor de eeuwigheid op velijn werd vastgelegd.
Wie was zij? Een dienstmeisje blijkbaar, met een dienblad in de hand, waarop een glas water en een porceleinen mok met chocolademelk staan. Maar - denk ik dan - voor een kamermeid is de juffrouw wel zeer smaakvol gekleed. Dus misschien toch de dochter des huizes die haar gefortuneerde moeder of vader liefdevol van een ochtendlijke of avondlijke versterking komt voorzien? Wat haar uiteraard zeer sieren zou.
Naar mijn smaak ligt de charme van het cacaomeisje niet zozeer in haar gelaat - bij nader toezien vind ik dat eerder uitdrukkingsloos, wat afwezig, zelfs een beetje stuurs - maar meer in haar figuur, die - zo mogen we geredelijk aannemen - in sterke mate gemodelleerd wordt door de garderobe die ze droeg.  De snit van het lijfje lijkt er op gericht (als een push-up-beha avant-la-lettre) haar borsten in een hoge en voorwaarts-gerichte positie te schragen, en de platte buik en de wespentaille te accentueren. De lange rok bolt fraai op - een soort aanloop naar de latere crinoline-rage. Het cacaomeisje droeg schoenen met vrij hoge hakken - al krijgen we slechts één ervan te zien. Het dragen van versierde hoofdkapjes behoorde tot de mode van die tijd.
Kunnen we een identiteit plakken op ons cacaomeisje? Neen. Alleszins niet met zekerheid, zelfs niet met waarschijnlijk- of vermoedelijkheid! Een catalogus uit 1864 - dat is dus al meer dan honderd jaar na de feiten - suggereert dat het zou gaan om een zekere, rond 1730 in Wenen geboren Anna Baldauf, in haar beste tijd schöne Nannerl (of Nandl) genoemd. Dit om haar bevalligheid geroemde wicht zou de dochter van een koetsier zijn geweest.
Een andere mogelijkheid is echter dat het om Charlotte Baldauf ging, de dochter van de bankier bij wie Liotard in Wenen verbleef. Maar het kan ook gewoonweg een leuk serveerstertje in één van de betere Weense koffiehuizen van die tijd zijn geweest. Of een opvallend knap dienstmeisje aan het Weense hof, misschien wel stammend uit de lagere adel? Laten we er ons hoofd niet over breken. Een zweem van mysterie rond een jong meisje… dat draagt alleen maar bij tot haar aantrekkingskracht.
Liotard verpatste zijn pastelcreatie op 3 februari 1745 in Venetië aan de Italiaanse graaf Algarotti, die fungeerde als inkoper van schilderijen voor de verzameling van de keurvorst van Saksen (toen Friedrich August II, 1696-1763). Zo belandde ons cacaomeisje dus in Dresden.
Haar artistieke vader Jean-Etienne Liotard zette inmiddels zijn hectische bestaan voort. Zet u schrap, hier komt een zo bondig mogelijk overzicht… Na een oponthoud in Parijs (1747-1753) reisde hij naar Engeland, streek in 1755 neer bij een neef in het Nederlandse Delft, en trouwde als 53-jarige in 1756 in Amsterdam met de 28-jarige Marie Fargues.
Het huwelijk bracht hem niet tot rust: in de daaropvolgende jaren kan men Liotards sporen traceren in zijn geboortestad Genève (1757), in Wenen (1762, tijdens dit tweede verblijf portretteerde hij enkele van de zestien kinderen van keizerin Maria Theresia), in Turijn (1766), in Parijs (1770-1772), in Nederland, in Engeland (1773-1777), in het Zwitserse Nyon (waar zijn dochter woonde - hij had ook een zoon in Nederland), om uiteindelijk op 12 juni 1789 zijn levensreis te beëindigen in Genève, de stad waar hij ze zo'n 87 jaren eerder begonnen was.
Ik vind het merkwaardig dat een man die - in de achttiende eeuw! - zo'n druk en ingewikkeld leven leidde een tekening maakte die zo mooi is door haar eenvoud.

Foto: kopie van de pasteltekening Das Schokoladenmädchen van Jean-Etienne Liotard in Hotel Papiermühle in Jena, eigen opname, 24 september 2010. Origineel in de Gemäldergalerie Alte Meister in Dresden.

Voornaamste geraadpleegde bronnen: internet-encyclopedie Wikipedia (Nederlandstalige, Duitstalige en Engelstalige versies), nl.wikipedia.org/, de.wikipedia.org/, en.wikipedia.org/, geraadpleegd februari 2013.