vrijdag 22 november 2013

'Toinke' Budts


Oude foto's… ik vind ze fascinerend en mysterieus! Fascinerend omdat ze ons, meer nog dan geschreven documenten, een rechtstreekse kijk geven op een tijd en een wereld die voorgoed verdwenen zijn. En mysterieus, omdat we er zelden alles over weten wat we zouden willen weten: wanneer ze precies gemaakt zijn, waar, door wie, om welke reden, bij welke gelegenheid… soms hebben we zelfs het raden naar wie of wat er precies te zien is.
Wat de bovenstaande foto betreft, die ik aantrof in een album van wijlen mijn ouders, valt het beantwoorden van dit soort vragen nog best mee. De mensen die ons hier vanuit het verleden aankijken zijn mijn grootouders-langs-moederskant "Toinke" Budts (°Kampenhout, 18 november 1895) en "Lies" Schoeters (°Boortmeerbeek, 24 september 1895), en twee van hun drie kinderen : dochter Angèle (°1925) en zoon Georges (°1927). Hun oudste dochter, Maria Budts (°1922) - mijn moeder - ontbreekt.
De roepnaam "Toinke" doet veronderstellen dat mijn grootvader-langs-moederskant - die ook mijn peter was - Antoine Budts heette. Niets is minder waar: zijn naam was Jan Alfons Budts! Hoe zich uit die officiële Alfons dat volkse "Toinke" heeft ontwikkeld, ben ik nooit te weten gekomen. Logischerwijs zou Alfons naar "Foinke" hebben geleid: is dat oorspronkelijk het geval geweest en is dat "Foinke" vervolgens door één of ander verkeerd-verstaan omgeslagen in "Toinke"? De volksmond heeft zo zijn geheimen…
De foto is behoorlijk scherp, de compositie ervan op het eerste gezicht niet zo geslaagd: te veel achtergrond boven en naast de personages - zoals zo vaak bij amateur-opnamen. Maar zie: "elk nadeel heb ze voordeel", want door dat te ruime kader krijgen we een prachtig beeld van het huis - de herberg én de fietsenwinkel - van mijn grootouders!
Zou het - zo zit ik me af te vragen - de bedoeling van de fotograaf - of van de gefotografeerden - zijn geweest om, naast de personages, ook dit hele decor te vereeuwigen? Zelfs de toevallige man helemaal rechts werd mee op de gevoelige plaat vastgelegd, allicht zonder dat hij het zelf besefte. Wie zou het geweest zijn?
Toinke Budts en Lies Schoeters woonden in Relst (gemeente Kampenhout), aan het begin van de Haachtsesteenweg. Het huis staat er nog steeds, het is nog altijd een café, At George's heet het nu, en aan de buitenzijde is het niet eens zo sterk veranderd. In het interieur vind ik echter niets meer terug van de gelagzaal die ik als kind in de fifties heb gekend (en die in mijn herinnering veel ruimer was dan de huidige). Het ligt natuurlijk voor de hand dat er in de loop der tijden "gemoderniseerd" werd.
Zo vaak gingen mijn ouders en ik in mijn kinderjaren niet "naar Relst" - hooguit twee à drie keer per jaar schat ik - telkens op een avond, als ik niet te veel "schoolwerk" had. Voor mij was het een belevenis om in het café op de met planken verhoogde vloer achter de toog te staan. De woonruimte lag achter de gelagzaal. Men bereikte die via een gangetje en een deur aan de linkerzijde daarvan. Aan de rechterkant was er een "kellekamer" (kelderkamer). Via een luik kon men naar de daaronder gelegen kelder, waar de dranken lagen opgeslagen.
Naast de herberg bevonden zich de fietsenwinkel en (daarachter) het werkhuis van mijn grootvader, van elkaar gescheiden door een hoog aan de zoldering opgehangen gordijn. Boven de fietsenzaak moet er een appartementje geweest zijn en ernaast allicht ook nog een huisje: beide werden door mijn grootouders verhuurd en één van de huurders was een zekere "Warreke", die slachter was, en zich soms in werkkledij vertoonde, met een schort voorgebonden en een riem rond het middel, waaraan vervaarlijke messen bengelden...  Achter het huis was er een tuin, maar omdat we, zoals gezegd, veelal 's avonds bij mijn grootouders in Relst op bezoek gingen, heb ik daar maar weinig in gespeeld.
Wanneer zou de foto van "Toinke" Budts en zijn gezin gemaakt zijn? Ik weet het niet.  Aan het raam van de herberg zien we (helemaal links in beeld) een affiche hangen met reclame voor (cinemavoorstellingen van) de Franse speelfilm L'homme du niger. Deze film kwam in de Franse bioscopen in roulatie in januari 1940 (zo leert mij The Internet Movie Database). Ik vermoed dat het wel 1941 zal zijn geweest voor hij op het Vlaamse platteland te zien was. Zullen we het er op houden dat de foto in, of alleszins omstreeks, 1941 werd gemaakt? Dochter Angèle en zoon Georges waren geboren in 1925 en 1927: in 1941 werden ze dus 16 en 14 jaar. Op de foto lijken ze inderdaad van zulk een leeftijd te zijn.
In mijn kinderjaren waren (mijn tante) Angèle en (mijn oom) Georges al volwassen mensen. Zowel de echtgenoot van Angèle, Egied (Egide) Van Zaelen, als Georges speelden accordeon in een orkestje - zie voor nadere herinneringen hieromtrent mijn blogartikel Accordeon van 10 juni 2011.
Egied, de echtgenoot van Angèle Budts, was een muzikaal natuurtalent: hij was - via zijn moeder Martha Michiels - een kleinzoon van de legendarische rasmuzikant "Suske Muziek" (Frans Michiels, 1889-1960) uit Muizen, en heel zijn familie had de muziek in het bloed. Georges Budts was meer een studax, die zich nauwgezet aan de noten hield.  Tussen haakjes: de hier vermelde "Suske Muziek" was op zijn beurt een kleinzoon van de al even legendarische "Suske Muziek" van de Haachtse Wilde Heide (1837- 1912).
Overigens werd (mijn oom) Georges Budts door niemand Georges Budts genoemd, maar altijd en door iedereen: "Ronsse". Ook in familiekring heb ik nooit anders geweten dan dat men het over "onze Ronsse" had. Die roepnaam had hij te danken aan de bekende wielrenner Georges Ronsse (1906-1969), "onze meest begaafde klassieke wegrenner tussen de twee oorlogen": wereldkampioen op de weg in 1928 en 1929, winnaar van een aantal klassiekers in de jaren 1925-1930 (waaronder drie keer Bordeaux-Parijs), vanaf 1934 vooral nog actief op de wielerbaan, waar hij zich toelegde op het stayeren (het rijden achter zware motoren).
Aangezien mijn in 1927 geboren oom Georges Budts nog erg jong was toen wielerheld Georges Ronsse zijn glorietijd beleefde, vermoed ik dat hij al van in zijn vroege jaren met de bijnaam "Ronsse" was bedacht. Ik acht de kans groot dat mijn grootvader Toinke Budts zijn zoon bij de geboorte wetens en willens met de voornaam van de Antwerpse wielerkampioen had bedacht - als een eerbetoon aan deze laatste. 
Toinke was alleszins een wielerliefhebber. Niet voor niks zien we op één van de twee ramen van de gelagzaal (rechts in beeld) Café du Sport geschilderd staan. In het Frans, tja… kennelijk is de verfransing van Vlaams-Brabant geen louter hedendaags probleem (nihil nove sub sole!). Ook op het raam van de fietsenwinkel stond trouwens een opschrift in het Frans: Vélos Motos / Réparations. Gelukkig prijkt boven de deur van het café het prachtige, oer-Vlaamse woord herberg! En wat hoger op de gevel vernemen we via een uithangbord van welke brouwer Lies en Toinke hun dranken betrokken: Bieren van Haecht! Op de ramen kunnen we ook reclame voor de aperitieven Rossi, Martini en (waarschijnlijk, en ontsluierd via digitale vergroting) Byrrh ontwaren.
In het herberginterieur hingen - herinner ik me vaag - één of een paar (grote) foto's van wielrenners aan de muur, en ook "palmen" (bloemstukken waarmee zegevierende coureurs destijds werden bedacht). Mogelijk was één van de wielrenners op die foto's mijn grootvader zelf, want die moet "in zijn jonge tijd" nog gekoerst hebben - nadere aanduidingen daarover heb ik echter nooit kunnen vinden. Ook als fietsenmaker ("vlomaker" heette dat in het dialect) en als cafébaas bleef Toinke sterk in het wielrennen geïnteresseerd.
Kennelijk bracht mijn grootvader in de jaren twintig zijn eigen fietsenmerk op de markt en trad hij toen ook als wielersponsor op. In het regionale weekblad De Haechtenaar van 1 mei 1927 trof ik een advertentie aan met de tekst : “De VELOS T.A.B. / Alf. Budts, Sas, Campenhout / zijn de BESTE !”. Ik vermoed dat de letters "T.A.B." stonden voor "Touring Alfons Budts", en dat het "produceren" van fietsen onder een eigen merknaam begrepen moet worden als: het zelf assembleren ervan.
Onder zijn reclameboodschap publiceerde mijn grootvader de uitslagen van een Kampenhoutse wielrenner die op één van zijn fietsen koerste, een zekere Henri Heymbeeck. In De Haechtenaar van 1 mei ging het om twee overwinningen: “Baankoers van Zondag 24 April te Nederockerzeel, Balkestraat, 60 kilomt., 40 deelnemers: 1e Heymbeeck Henri, Campenhout, 4 minuten voorsprong, op rijwiel T.A.B. / Baankoers van Maandag 25 April, te Aerschot, 70 kilometers, 35 deelnemers: 1e Heymbeeck Henri, Campenhout, 10 minuten voorsprong, op rijwiel T.A.B.”.
Henri Heymbeeck, zo vertelde Kampenhoutenaar Gaston Gellaerts (1922-2005) mij ooit, werd "de Koille" genoemd en was "ne goeie coureur". Hij was een zoon van "Charel Koilles" (Karel Heymbeeck) die op de Aarschotsebaan, aan "de Vierstraten", een herberg uitbaatte. Kennelijk had mijn grootvader er geen probleem mee de zoon van een concurrerende cafébaas te steunen.  
In de volgende nummers van De Haechtenaar werd het lijstje met prestaties van "de Koille" voortdurend aangevuld - waarbij ook ereplaatsen vermeld werden. Het palmares van Henri Heymbeeck, en zodoende ook de advertentieruimte die mijn grootvader in De Haechtenaar in beslag nam, werden van week tot week groter… Zo werden in het nummer van zondag 5 juni al niet minder dan tien wedstrijden opgesomd - waarvan Heymbeeck er vijf gewonnen had! Bij elke prestatie stond steevast vermeld “... op rijwiel T.A.B.”! En elke advertentie werd besloten met de slogan: “Wielrijders, aarzelt niet, koopt een Velo T.A.B.”! 
Wie waren in die dagen zoal de concurrenten van mijn grootvader Alfons Budts als fietsenconstructeurs? In De Haechtenaar van dezelfde tijd trof ik reclame aan voor de “gekende velos Witte Wolf” van de gebroeders Wolfs uit de Statiestraat in Haacht, en voor de “rijwielen J.B.C.” van Jan Beullens, “Rijmenamschen steenweg 13, Boortmeerbeek”. Op het Boortmeerbeekse gehucht Laar had zich in 1926 Alfons Ottevaere gevestigd: hij was “Agent der beroemde rijwielen merk Julia”. J. Francis aan de “Statie” in Wespelaar verkocht “rijwielen” (en overigens ook “naaimachienen”) van het merk “Safé”.
Onverstoorbaar ging mijn grootvader week-in week-uit door met reclame maken voor zijn “Velos T.A.B.” en zijn poulain Henri Heymbeeck. Juni en juli waren de maanden van de zomerkermissen. Op donderdag 16 juni 1927 werd in het Kampenhoutse gehucht Ruysbeek, ter gelegenheid van Ruysbeek-Kermis, een “Groote Baankoers” voor beginnelingen gereden, “met medewerking van Alf. Budts, velomaker”!  Had mijn grootvader een bijdrage geleverd aan de “350 frank prijzen” die er voor de renners te verdienen vielen? Had hij misschien (ook) voor de aankondiging in De Haechtenaar van 12 juni gezorgd? Net er onder stond in elk geval één van zijn eigen advertenties (“Nieuwe zegepralen van H. Heymbeeck”).
De wedstrijd in Ruisbeek liep over 65 kilometer. “De inschrijving, 3 fr. per deelnemer, geschiedt bij Jozef Paeps, Ruysbeek. - Vertrek om 2,30 ure. Uitdeeling der prijzen bij Jan De Laet, 1 uur na de koers”.
De koers werd, met anderhalve minuut voorsprong, gewonnen door niemand minder dan... Henri Heymbeeck... “op rijwiel T.A.B.”! Op de vierde plaats eindigde een zekere Jozef Scherens uit Werchter - jawel, de latere superkampioen “Poeske” Scherens! Het was die dag in het Kampenhoutse Ruisbeek overigens ook “Bal in al de danslokalen”. Want het was kermis.
Alfons Budts' publicitaire campagne (die steeds uitgebreidere proporties aannam) bleef doorlopen tot en met De Haechtenaar van 25 maart 1928.
Daarna was het wachten tot het jaar 1950 om opnieuw reclame voor mijn grootvaders fietsenzaak in De Haechtenaar aan te treffen. Toen bracht Toinke fietsen van het merk "Julia" aan de man (en de vrouw). Op zondag 12 maart 1950 organiseerde "het huis Alfons Budts-Schoeters" zelfs een "Grote Rijwiel- en Radio-Tentoonstelling in de ruime zaal bij J. Tobback, te Relst": "Reklaamvelo's aan lage prijzen - Kindervelo's in alle maten - Gemak van betaling - 10 jaar waarborg"! Toen ik in 1957 mijn eerste communie deed kreeg ik van mijn peter natuurlijk een nieuwe fiets cadeau!
Om zijn herberg te doen draaien organiseerde mijn grootvader - zoals menige cafébaas in de jaren vijftig - kaartwedstrijden. Ook hierbij deed hij een beroep op De Haechtenaar, zoals deze aankondiging uit april 1952 leert: "Gemeente KAMPENHOUT-RELST / Op Zondag 6 April 1952 / Grote Whistprijskamp / bij Alfons Budts, velomaker, Relst. / Te verspelen: 1 pond biefstuk per tafel ; kramiek en taarten. / Begin te 1 uur. - Gift van den baas. - Gewone voorwaarden".
Toinke Budts overleed thuis op zondag 22 februari 1959, op 63-jarige leeftijd. Dat was echter niet meer in de herberg in Relst: die had hij korte tijd eerder (waarschijnlijk eind 1958) verlaten om, samen met zijn Lies, te gaan wonen in de Kampenhoutse Langestraat.
De begrafenis had plaats op 25 februari in de Onze-Lieve-Vrouw-parochiekerk van Kampenhout. "Gelukkig was de duurbare overledene het uur van afscheiden van verre te zien naderen, want alzo heeft hij zich bereid om heilig te sterven", lezen we op het bidprentje. Ik vermoed dat mijn peter aan kanker leed. Mijn grootmoeder-langs-moederskant, Lies (Elisa) Schoeters, overleefde haar man nagenoeg tien jaar: ze stierf in juli 1968. Ook de kinderen van het echtpaar zijn inmiddels alle drie overleden: Georges ("onze Ronsse") in november 1993, Angèle in augustus 2004, Maria (mijn moeder) in juni 2009. Oude foto's geven ons ook een kijk op mensen die helaas voorgoed verdwenen zijn…

Deze tekst verscheen eerder in licht variante vorm in het tijdschrift van de heemkring van Haacht: artikel F. WOLLEBRANTS, Een stukje familiegeschiedenis... 'Toinke' Budts van Relst, in : HOGT (Haachts Oudheid- en Geschiedkundig Tijdschrift), jg. 25, nr. 2 (augustus 2010), blz. 152-158.
Voornaamste bronnen: gesprekken met wijlen mijn moeder Maria Budts (1922-2009); weekblad De Haechtenaar, jaargangen 1926-1959; bidprentje Jan Alfons Budts, 1959; eigen kennis en herinnering.