vrijdag 6 december 2013

Cruise


Altijd te vinden voor nieuwe en ongewone ervaringen… zag ik een reisje naar Midden-Europa in de (voorbije) novembermaand best zitten.
De Donau bevaren in het desolate, bijna-niemandsland tussen Slowakije en Hongarije,  de vergane glorie van Wenen, Boedapest en Bratislava aanschouwen… het kon haast niet anders of de in literaire middens vaak genoemde droefgeestigheid van Midden-Europa zou prachtig matchen met het sombere novemberweer, en vice versa. Stof voor een blogstukje over het oude Centraal-Europa in a dark and grey november - een tekst vol weemoed, zwaarmoedigheid en mistroostigheid. Dacht ik.
Maar zie, de schrijver wikt, het weer beschikt, en de werkelijkheid dient zich altijd weerbarstig en verrassend aan. Op de eerste dag van onze reis doorkruisen we Duitsland, van het westelijke Keulen tot het zuidoostelijke Passau (op de grens van Beieren en Oostenrijk)… bij stralende zonneschijn!
Net voor Regensburg zien we in de verte een oude vriend liggen: het Walhalla, de indrukwekkende tempel die de Beierse koning Ludwig I liet bouwen en waar hij alle goden van de Europese cultuurgeschiedenis in borstbeeld-vorm in opnam (we bezochten dit pantheon in 2009). Net na Regensburg, het weerzien met een andere oude vriend: de Donau.
De volgende dag: opnieuw mooi, zonnig weer, 's morgens nog vermengd met nevelslierten en laaghangende wolken op de hellingen en in de valleien van Oberösterreich. Via Linz naar Wenen. In de verte: de abdij van Melk. "Wist je dat de verfilming van De naam van de roos daar (deels) haar beslag heeft gekregen?", vraagt mijn vrouw. "Onder andere de bibliotheekscène". Wist ik niet. Je hebt die film toch gezien? Zeker. Het boek van Eco gelezen? Neen, too many words.
We rijden door het Wienerwald: de bomen in bruine, goudgele en warm-rode kleuren - zonbeschenen, Ein goldener Herbst, we beleven een prachtige nazomer in november.
Tegen de middag zijn we in Wenen, bij wijze van introductie maken we een ritje langs de ringweg die de Innere Stadt omspant. Het is 10 november 2013. Wat kan het toeval toch grappig uit de hoek komen: toen de jonge Ludwig Van Beethoven anno 1792 van zijn geboortestad Bonn naar Wenen verhuisde, arriveerde hij daar op… 10 november. Wenen was in die dagen de hoofdstad van een uitgestrekt keizerrijk, de 10de november was een zaterdag en "een grauwe herfstdag". Nu is Wenen de hoofdstad van de kleine republiek Oostenrijk, en de 10de november 2013 een zonnige zondag. Een hele week lang zullen we geen druppel regen krijgen, geen spatje.
Na het middageten gaan we te voet de stad in: de Hofburg, de Heldenplatz, de Stephansdom… De zon trekt zich nu wel snel terug, eerst achter de pompeuze gebouwen, dan helemaal. Het wordt wat killig, al gauw valt de duisternis, rond half vijf al bedekt ze de stad met een mantel van geheimenis. Maar somberheid, niet in het minst, want Wenen ontsteekt zijn lampen: op straat, in de etalages, in Café Mozart en Hotel Sacher… neen, hier kan ik geen depressieve literatuur mee aanmaken. Ik zou de woorden feeëriek en romantisch moeten gebruiken. En dan is de kerstverlichting nog in prille aanbouw.
We schepen in. De boot blijkt eigendom van een rederij uit Straatsburg, de "officiële" talen aan boord zijn Frans en Engels. Heel even doet dat een beetje vreemd aan, de Donau bevaren in het Frans en het Engels - ik had mij op van dat slepende Oostenrijks-Duits ingesteld - maar who cares, zolang we bij tijd en wijle maar wat internationaal taalgebruik tegen ons aan horen klotsen voelen we ons voldoende ontheemd en op reis. Overigens is ons cruise-gezelschap een aantal Antwerpenaren rijk, zodat er de facto drie wereldtalen op het schip zullen weerklinken. En, nog eens overigens: het personeel bestaat grotendeels uit Hongaren. Zij zullen voor de Straatburgse rederij het goedkoopst zijn geweest (vermoed ik).
Onze kajuit valt ruim uit. De verwarming ervan reageert snel en krachtig, geheel naar mijn tevredenheid (en dat wil wat zeggen, want er zijn niet veel verwarmingen in de wereld die dat doen). Prima douche (ook dat is zeldzaam).
Net als de verwarming en de douche functioneert het personeel geheel naar wens. Het kan toeval zijn geweest - te maken hebben met gehad met de ligging van onze kajuit en het parcours van hun werkzaamheden - maar elke morgen slaagden de kamermeisjes er in onze privé-vertrekken op orde te brengen in de tijdspanne waarin wij ons in het restaurant aan het uitgebreide ontbijtbuffet te goed deden. Dus: zonder dat wij ook maar het minst in onze ochtendlijke activiteiten werden gehinderd, noch bij deze die ik vóór het ontbijt uitvoer - douchen en scheren - noch bij deze die ik graag voor na het ontbijt houd - tanden poetsen. Een vorm van tact die ik zeer waardeer - want wat is er nu storender dan een personeelsklop op je deur op het moment dat je je toilet aan het maken bent (wie mij kent weet dat de ochtend in globo het slechtst denkbare moment is om mij te storen).
Ik sla één en ander over. We vaarden (deels tijdens de nachtelijke uren) naar Boedapest, daarna naar Bratislava en weer terug naar Wenen. Onderweg bezochten we Boedapest en Bratislava, nu ja, stadsbezoeken zijn niet mijn ding, ik loop liever door wouden dan door straten (die dan veelal ook nog opengebroken liggen. Waarom toch altijd overal die werken? In Boedapest was het ook weer van dat. Raken die steden nooit eens àf?).
Maar goed, ze hoorden bij het reisprogramma, die stadsbezoeken, mijn vrouw is er dol op, dus ik stiefelde maar mee, fotografeerde hier en daar het standbeeld van een dichter of een voorvechtster voor het meisjesonderwijs. Ik beken: in Boedapest heb ik mij beperkt tot Pest - Boeda heb ik gebrost, mijn vrouw is er met andere leden van ons gezelschap op uitgetrokken, ik ben prinsheerlijk op mijn bed in onze kajuit blijven liggen. 
Een prima formule van reizen, zo'n cruise, bedacht ik. Geen gezeul met valiezen, niet dat Sisyphus-ige steeds weer in- en uitpakken van bagage, je hotelkamer reist gewoon met je mee. Van op je bed zie je (als het schip varende is natuurlijk) de oevers zacht aan je voorbijglijden, als het leven zelf.
Het verblijf aan boord beviel mij uitstekend. Eén en al gezelligheid. Het glimmende koperwerk van de trapleuningen, de spiegeltegeltjes op de plafonds van de bar en het restaurant, en natuurlijk ook de flessen wijn die gul op tafel kwamen… ze hulden je in een sfeer van weldadige luxe. Er was ook een bibliotheek en daarin was zowaar zelfs een Nederlandstalig boek aanwezig - en neen, geen stationsromannetje, maar een lezenswaardig werk over de Donau.
Kort voor het middageten, in de namiddag, en 's avonds liet onze hofmuzikant - euh, ik bedoel scheepsmuzikant - Laszlo Fabian lekker nostalgische muziek uit zijn synthesizer opwellen. Zingen deed hij ook. Mijn echtgenote is jammer genoeg geen danstype, maar op één scheepse dansavond lukte het mij toch haar tot enkele slows en zowaar zelfs tot een paar Rock 'n Rolls te verleiden.
Om bij het scheepspersoneel te blijven… ook in het restaurant en de bar was de service impeccable, zoals ik na afloop op mijn evaluatieformulier heb aangetekend, met toch nog extra félicitations voor de eerder genoemde meisjes van het kameronderhoud.
Wie ik bij mijn beoordeling daarentegen, in m'n beste Frans, en volkomen terecht, onderuit heb gehaald was de kok, die duidelijk geen weet had van de nieuwste gezonde ontwikkelingen in de gastronomie: "menus démodés, trop de viande, trop de matières grasses, de sauces et de sucreries - trop peu de légumes et de crudités". Ja, dat heb ik geschreven, zo ongenadig kan ik zijn. 
Als klap op de vuurpijl was die culinaire onverlaat trouwens ook nog aan komen zetten met foie gras (ganzenlever)!  En dat tijdens het gala-diner, op onze laatste avond aan boord, nét voor het invullen van het genoemde evaluatieformulier - hoe dom kan een mens toch zijn!  "Foie gras = torture des animaux = nourriture barbare" heb ik als uitsmijter aan mijn evaluatieverdict toegevoegd. Voilà, dat zullen ze geweten hebben. Heerlijk, zo eens je gedacht kunnen zeggen.
Later leerde ik dat ik niet de enige cruiser was die aanstoot had genomen aan dat misselijk makende gerecht en het onaangeroerd naar de keuken teruggestuurd had. Tussen haakjes (en met de feestdagen in het verschiet): ganzenlever of foie gras wordt niet enkel bekomen door dierenmishandeling, maar is ook nog eens bijzonder ongezond - de lever is immers het orgaan dat het bloed zuivert van afvalstoffen: hij zit dus, zelfs bij gezonde dieren, vol gif. Bovendien kan de foie gras perfect vervangen worden door het vegetatieve en gezonde product faux gras - te verkrijgen in de bio-shop!
Terug in Wenen. Onze reisorganisatie geeft ons een half dagje vrij, andermaal baadt de stad in de zon, maar mijn vrouw en ik gaan in het Kunsthistorisches Museum live naar Pieter Bruegel kijken. Nergens ter wereld tref je zoveel topstukken van de meester zo dicht bij elkaar: de Nestenrover, de Boerenbruiloft, de Boerendans, de Kinderspelen, de Jagers in de sneeuw, de Sombere dag, het Gevecht tussen Vasten en Vastenavond… Natuurlijk ben ik met die werken van de door mij zeer geliefde Bruegel vertrouwd, maar het is toch heel bijzonder om ze in het echt te zien.
Het wordt middag en we besluiten in het restaurant van het museum een lichte lunch tot ons te nemen. We bestellen elk een broodje met zalm, tien euro per stuk. Ja, voor die prijs verwacht je toch een stevige homp stokbrood met ietwat rijkelijk beleg. De ober - ik kan niet zeggen dat hij vriendelijk is, ook niet dat hij onvriendelijk is, het is gewoonweg een Mann ohne Eigenschaften - brengt ieder van ons een bordje met twee kleine, dunne sneetjes wit brood, waar de korstjes keurig van afgesneden zijn, en een zuinig plakje zalm en enkele kruidensnippers werden ingevoegd. De duurste boterham uit ons leven! Bruegeliaans allesbehalve, Pieterig zeker en vast. Met de drankjes erbij moeten we 28 euro betalen. Mijn vrouw geeft dertig euro, de Mann ohne Eigenschaften vraagt of ze de twee euro wisselgeld wil hebben. Hij blijkt dus toch een karaktertrek te vertonen: een zielige bedelaarsmentaliteit.
In de namiddag bezoeken we - in groepsverband - de abdij van Heiligenkreuz. Ik zie de kans schoon om in ultimo inspiratie op te doen voor een in-triest blogstukje over november in Midden-Europa, want in de Wikipedia heb ik gelezen dat Maria Vetsera (officieel: Marie von Vetsera), de jonge vrouw die - samen met haar minnaar, de Oostenrijkse kroonprins Rudolf - anno 1889 tragisch ten onder ging in het befaamde drama van Mayerling, haar laatste rustplaats vond op het "kloosterkerkhof van Heiligenkreuz". Ik instrueer mijn vrouw niet te vergeten mij bij het graf te fotograferen, en neem mij voor zeer somber in de lens te kijken.
Ter plaatse gekomen blijkt het kerkhof van de abdij echter uitsluitend Cisterciënzermonniken te bevatten. Kennelijk heeft men hun eeuwige rust niet op het spel willen zetten door de mooie Maria Vetsera in hun midden ter aarde te bestellen: haar graf bevindt zich, volgens onze gids, op het dorpskerkhof van Heiligenkreuz - dat ligt zeker een kilometer verderop, en ja, daar hebben we nu geen tijd meer voor… 
Terug thuis. Eind november, op de weegschaal: lieve deugd, drie kilo bijgekomen! De schuld van die scheepskok natuurlijk. Ik zal weken moeten leven als een pater en mogen joggen dat mijn oren er af vliegen, voor ik die kilo's weer kwijt ben! Diepe droefgeestigheid overvalt mij.

Foto: "ons schip", de MS Vivaldi, op de Donau in Boedapest, 12 november 2013, eigen opname.