vrijdag 1 april 2011

Stopverf


Nog maar enkele blogs geleden heb ik hier mijn beklag gedaan over de definitiviteit van de dood, en jawel, vandaag moet ik mijn ergernis luchten over weer een ander aspect der schepping - aldus het risico lopend door mijn talloze lezers weldra voor een angry young man te worden versleten !  Mijn ongenoegen betreft deze keer de stopverf.  Ja, u leest het goed : de "ouwe trouwe stopverf", zoals ze op de website van een doe-het-zelf-zaak vergoelijkend wordt voorgesteld.  Het nu volgende verhaal zal u duidelijk maken dat we warempel niet altijd bij Schopenhauer, Nietzsche of Heidegger moeten zijn, maar dat ook stopverf ons een scherp en diepgaand inzicht in de ware aard der werkelijkheid verschaft ! 
Ik heb het opgezocht, want u weet al dat ik van precisie hou, zeker als het op chronologie aankomt : het was op maandag 8 november 2010 dat ik de voorbereidende werkzaamheden aanvatte ter vervanging van een ruit in het zijraam van onze garage (zie foto, het corpus delicti bevindt zich links).  Al geruime tijd zat er een stevige barst in die ruit.  En ja, de zaken hadden zich ontwikkeld naar analogie met die tot de verbeelding sprekende reclamespots van Carglass-herstelt-Carglass-vervangt.  U weet wel : het begint met een pietluttig sterretje, de argeloze automobilist denkt : ach zo'n sterretje, niks aan de hand, het zal mijn tijd wel duren, en jawel, voor hij het weet zit hij met een zwart gat in zijn voorruit waar zelfs Stephen Hawking niet goed zou van worden, en moet de hele ruit vervangen worden (dat is tenminste wat Carglass ons wil doen geloven).  Net zo was ook de barst in onze garageruit spontaan uitgegroeid tot een stevige spleet.  De winter met zijn gure winden en ijzige neerslagen stond voor de deur, en dus besloot ik, in een bui van voluntarisme, de ruit vóór de winter "nog snel even" te vervangen - zodat onze auto en de verdere garage-inboedel een hele winter lang lekker droog, warm en fijn uit de tocht zouden staan !
Klussen is niet zo mijn ding, dat moet ik toegeven.  Ik doe het eigenlijk niet graag.  Toch heb ik in mijn leven al heel wat afgeklust.  Meestal zijn het bittere noodzaak en een soort plichtsbesef die mij er toe drijven : omdat ik niet graag tegen aanslepende tekenen van verval aankijk, omdat toch iemand het moet doen, omdat "stielmannen zo moeilijk vast te krijgen" zijn, omdat ze "stukken van mensen kosten"… 
Ik ben ook niet goed in klussen.  De enige klus waar ik ooit een zekere vaardigheid in heb ontwikkeld is het ophangen van verlichtingslampen - dat gepruts met die "suikerkes" enzo, dat had ik na een tijdje goed onder de knie, dat mag gezegd worden.  Maar van het ogenblik dat er verf, pleistergips of cement aan te pas komen, kan je er donder op zeggen dat mijn geklus, dat ik nochtans altijd met veel goede moed en veel zorg aanpak, ontaardt in geknoei - én in frustratie over de weerbarstigheid van de materiële wereld.  Waarom toch neemt de materie niet uit zichzelf de door mij gewenste, perfecte vorm aan ? Of werkt ze tenminste eens niet een beetje mee ?  Maar nee, het gips vertikt het zich tot een volmaakt egaal oppervlak te laten uitstrijken, de mortel verslapt en verzakt als de buikspieren van een man op middelbare leeftijd (weer te veel water bijgevoegd), de verf die zich in al haar kleverigheid moeizaam laat uitstrijken, drupt en druipt wél met tomeloze gretigheid op alles wat niet tot het te beschilderen object behoort ! 
To the point nu…  U herinnert zich nog dat ik op maandag 8 november 2010 mijn werkzaamheden aan het garageraam begon : nader bepaald verwijderde ik toen de gebroken ruit.  Na vervolgens de nodige schilderwerken aan het raam te hebben verricht, na mij uitvoerig bezonnen te hebben over de meest doelmatige aanpak der klus, en na in een rommelige bricolage-zaak de noodzakelijke benodigdheden te hebben aangekocht, brak op dinsdag 23 november de dag aan waarop de klus zou worden geklaard.
Ik had er voor geopteerd de ruit in het raam te bevestigen met "ouwe trouwe stopverf", en niet met van dat nieuwerwetse siliconengedoe (dat is voor in borsten, en wat mij betreft zelfs daar liever niet - maar dit geheel terzijde).  Onbewust zal (zo heb ik achteraf bedacht) aan mijn keuze voor stopverf waarschijnlijk nog een vleugje jeugdsentiment vastgezeten hebben.  In mijn jeugdjaren was ik bevriend met de zoon van een huisschilder en daar had ik vaak genoeg horen praten over het "even gaan inzetten van een nieuwe ruit", met aanwending van wat in het toenmalige professionele schildersmilieu overigens niet stopverf maar "mastiek" werd genoemd. 
Het inzetten van de ruit verliep nog relatief voorspoedig.  Natuurlijk had ik het raam nauwgezet opgemeten.  Ook had ik alle afmetingen zorgvuldig met drie millimeter verminderd, want er moest aan alle vier de zijden ook plaats zijn voor een strookje stopverf (en ik wou zeker niet het risico lopen dat de ruit te groot zou zijn voor het raam).  Na de gehele omtrek van het raam te hebben voorzien van een laagje stopverf (het plakkerige goedje liet zich overigens niet al te makkelijk manipuleren en uitstrijken), zette ik de ruit op haar plaats.  So far, so good, de ruit paste perfect !  Maar wat gebeurde er toen ?  Aan de onderste rand zakte het zware glas diep weg in de weke stopverf - van de door mij voorziene millimeters stopverf bleef daar weinig of niks over.  Als gevolg daarvan ontstond aan de bovenzijde een spleet tussen het raam en de ruit - minstens even groot dan de barst in het verwijderde raam, en met minstens even veel ongewenste "verluchting".  Ik begreep dat ik de ruit onderaan moest ondersteunen door in de stopverf een staafje ijzer of hout aan te brengen, om ze zo op de juiste hoogte te brengen.  Dat was sneller bedacht dan gedaan, want het toeval wou dat ik enkele weken eerder de garage een zo grondige opruim- en schoonmaakbeurt had gegeven, dat er daar in de verste verte geen overbodig spijltje, brokje of stokje meer te bekennen viel !  Gelukkig wist mijn vrouw onverhoopt nog "van ergens" een smal plastic staafje op te diepen, zodat ik de ruit dan toch nog in een, weliswaar nipte, "raam-bedekkende" positie kreeg. 
De klus leek geklaard.  De ruit stond in het raam, stevig verankerd dankzij de aan de vier kanten aangebrachte "ouwe trouwe stopverf".  Er was trouwens nog wat van over.  "Het heeft niet veel zin dat te bewaren", sprak ik deskundig tot mijn echtgenote, "zo'n stopverf droogt snel op, dus tegen de volgende keer dat we ze nodig hebben is dat restantje al lang uitgedroogd".  Profetische woorden !
De volgende dag ging ik het garageraam met de na gedane klusarbeid onvermijdelijke zelfgenoegzaamheid bekijken.  Het zag er allemaal prima uit !  Ik had de vers aangebrachte stopverf niet aan weer en wind willen blootstellen, en het raam dus, naar binnen gekeerd, open gelaten.  (Grotendeels) genietend van de droge ruimte van de garage, zou de stopverf snel drogen.  Dacht ik.  Niet dus !  De dagen gingen voorbij.  Het werden weken…  de stopverf op het garageraam bleef fris als een hoentje - even week en kneedbaar als de dag waarop ik ze had aangebracht !  Heel de tijd liet ik het raam (naar binnen gekeerd) openstaan, om de stopverf zoveel mogelijk uit het winterse weer te houden en ze zodoende sneller te doen drogen.  Af en toe ging ik ze behoedzaam met een vinger beroeren : ze voelde aan als een crème brûlée… en mijn vingerafdruk bleef er in achter.  Om de stopverf nog beter tegen de veelvuldige sneeuwbuien van december te beschermen, drapeerde ik liefdevol een deken over het raam.  Maar ook deze verwennerij bracht de stopverf niet tot andere gedachten.  Het nieuwe jaar brak aan, januari vlood voorbij…  Als een echte Jane Fonda bleef de stopverf haar jeugdige teint en zachtheid behouden.  Halsstarrig weigerde ze hard en droog te worden !
Mijn ruitvervanging, "gauw nog even" voor de winter, zodat onze garage en onze auto dan lekker droog en warm het slechte seizoen zouden doorkomen, was inmiddels oogverblindend contra-productief geworden natuurlijk.  Het open raam liet onzeggelijk veel meer kou én vocht én tocht binnen dan de al bij al nu ook weer niet zo grote barst waar het allemaal om begonnen was !  Toen de eerste voorjaars-zonnestralen zich lieten gevoelen heb ik het raam gesloten.  Was de stopverf droog ?  Geenszins.  Is de stopverf nu droog ?  Geenszins.  Met véél goede wil, een zéér positieve levenshouding én enige fantasie, kan gesteld worden dat de stopverf op dit moment misschien een ietsje harder is dan toen ik ze aanbracht…  Ik hoop nu op een uitzonderlijk hete en droge zomer.  En als ik nog eens een ruit moet vervangen, ga ik toch eens dat nieuwerwetse siliconenspul uitproberen.
Tijd voor een besluit.  Wat hebben wij vandaag geleerd ?  Ten eerste : denk nooit een klus nog "gauw even" voor de winter te klaren, zeker niet als er stopverf aan te pas komt.  Ten tweede :  klassieke stopverf droogt "langzaam" (zo staat het in de Wikipedia, trefwoord "stopverf" - natuurlijk nu pas gelezen).  Ten derde : vergeet nooit de vaak aan Murphy toegeschreven wet (maar die eigenlijk van John W. Campbell is) : als iets mis kan gaan, dan zal het mis gaan.  Voeg hier nog mijn eigen klus-amendement aan toe : ook als je dacht dat er niks mis kon gaan, zal er toch iets mis gaan.  Mensen die mij een pessimist vinden, hebben waarschijnlijk nog niet veel geklust.