vrijdag 15 juli 2011

De tweede dag


Kennelijk is het een oude gewoonte om grote feestdagen de daaropvolgende dag nog een beetje voort te zetten : dat is bijvoorbeeld jaarlijks het geval met Kerstmis ("tweede kerstdag") en Pasen ("tweede Paasdag"). De voornaamste kermissen namen destijds zelfs drie dagen (van zondag tot dinsdag) in beslag. Zulke vervolgdagen lieten toe wat uit te blazen van het feestvertier, één en ander op te ruimen, restanten van de feestmaaltijd op te dienen… 
Ook het huwelijksjubileum dat mijn overgrootouders Pieter Aloïs Wollebrants en Rosalia Huybrechts op zaterdag 4 juli 1931 in Boortmeerbeek vierden (zie mijn blogbericht "Jubileum" van 1 juli jl.) werd gevolgd door zo'n "tweede dag" (uiteraard was dat dan zondag 5 juli 1931). De familieleden uit Mechelen (zoon Emiel en zijn gezin), uit Rijmenam (de oudste zoon Jozef met vrouw en kinderen) en uit Tildonk (de jongste zoon Alfons met zijn gezin) waren naar hun respectieve "haardsteden" teruggekeerd. De oudste dochter, Marie (Maria Rosalia) Wollebrants en haar echtgenoot Alfons Louwaege, -die toen op een appartement in Schaarbeek woonden-, waren echter in Boortmeerbeek blijven logeren. Ook mijn grootouders Frans Constant Wollebrants en Maria Ceuleers en hun zoontje (mijn vader) Oscar waren nog van de partij, en natuurlijk ook het gezin van Juul en Ida Mommens-Wollebrants, want zijn huis vormde immers het centrum van de feestelijkheden.
Met zoon Emiel, zijn vrouw Louisa en hun dochter Germaine was natuurlijk ook het Zeiss Ikon-fototoestel, waarmee 's zaterdags zulke interessante groepsfoto's waren gemaakt, naar Mechelen "teruggekeerd" - maar geen nood : er was "vervanging"! Een zekere “madame Philippine”, een goede vriendin van Marie Wollebrants (ze moet ook min of meer van dezelfde leeftijd zijn geweest) was die zondag uit het Brusselse naar Boortmeerbeek gekomen. Zij was weduwe : haar echtgenoot was in de “grote oorlog” (1914-1918) gesneuveld. En… “madame Philippine” bezat een fototoestel! Zo zijn er ook op die “tweede dag” een hele reeks foto’s gemaakt…  werden (onder andere) het gezin van Frans Constant Wollebrants en dat van Ida Wollebrants "op de gevoelige plaat vastgelegd"… poseerde de tienjarige Oscar Wollebrants hand in hand met zijn nichtje Agnes Mommens - beiden met zonnehoed. Op verschillende opnamen ziet men op de achtergrond een deel van de hoge bakstenen muur die de tuin van de toenmalige pastorij omheinde.
Op die “tweede dag” moest er ook wat opgeruimd worden. Zo had men voor de feestmaaltijd van de vorige dag één en ander geleend bij “peet Stien”, de moeder van Juul Mommens : bestek met name, en vooral ook een grote “kasrol” (kasserol, kookpot). “Peet Stien” bezat veel keuken- en eetgerei : samen met haar echtgenoot “Pinneke” Mommens baatte ze immers, naast een herberg, ook een feest- en balzaal uit, waar onder andere de teerfeesten van de fanfare "De Moedige Vrienden" en van de plaatselijke oudstrijdersvereniging werden gehouden (en waar men trouwens ook voor privé-feesten terecht kon, waarbij “peet Stien” en haar dochters dan kookten). Op een bepaald ogenblik kreeg de tienjarige Agnes Mommens van haar moeder de opdracht om, samen met neefje Oscar, de grote “kasrol” terug te brengen naar “peet Stien”, die in de onmiddellijke omgeving woonde.  
Agnes droeg een “marinekostummeke” : “zo’n lange witte bloes op een donkerblauw rokske”. IJverig en plichtsbewust zoals kinderen op jonge leeftijd zijn,  drukte zij de “kasrol” stevig tegen zich aan, om ze zeker niet te laten vallen. De grote pot was natuurlijk grondig schoongemaakt. Aan de binnenzijde alleszins. Aan de buitenzijde echter iets minder… Het effect op de hagelwitte kleding laat zich raden... Op de foto waar Agnes en haar neefje Oscar hand in hand op voorkomen, doet zij een vertwijfelde poging om de vlek met haar hand te bedekken.  
Ook Yvonne, het zesjarige zusje van Agnes, had zo haar problemen : net als haar oudere zus had ze voor het feest van haar grootouders nieuwe schoenen gekregen, en die bezorgden haar “zeer voeten” (pijnlijke voeten)... “En ik had daar al misschien wat over geklaagd... maar ja, alleman had zijn handen vol en die dachten laat die jong maar zagen en doen natuurlijk eh", aldus Yvonne (vele jaren later). "Dan hadde kik al gauw stillekes bij ons achter naar ‘t kot getrokken en hadde kik daar een paar heel ouw’ schoenen die gereed waren voor weg te smijten uit ‘t schap ieverans gaan halen... waar dat mijn tenen bijkan doorstaken... en als dan de goeie foto genomen werd... later zagen ze dan... stond ik met die kapotte schoenen op die foto!”.
Het moet die zondag 5 juli 1931 een zomerse dag zijn geweest, want een deel van de familie trok de natuur in... Men maakte een (lange) wandeling : over de spoorlijn Mechelen-Leuven, door het bos “het Broek”, tot aan "den Hooiberg". "Den Hooiberg" lag op het Haachtse gehucht Sint-Adriaan, en was destijds een geliefkoosd doel voor uitstapjes van de Boortmeerbekenaren : ook in mijn eigen kinderjaren lag daar nog, midden in het bos, een hoge heuvel van zand, waarin de kinderen heerlijk konden stoeien. Dit kleine vakantieparadijs vlakbij huis is inmiddels verdwenen - net als de zandheuvels, de dennenbossen, het heidelandschap in de nabijgelegen plaatsen Rijmenam en Keerbergen. Ja, er is nog een beetje natuur in "het Broek" en aan "den Hooiberg" de dag van vandaag, er loopt daar zelfs een officieel wandelpad,  maar veel stelt het, vergeleken met vroeger, allemaal niet meer voor : overal waar nog wat groen is deinen bewoning en bestrating steeds verder uit… palmen allerhande economische activiteiten (tot het "trainen" van renpaarden toe) stukje bij beetje het natuurlijke landschap ongenadig in…  Welke duivelse krachten zijn het toch die maken dat de natuur, de groene ruimte, steeds verder vernield wordt? Overbevolking, inpalmingsdrift, geldzucht, domheid? Een combinatie van dat alles? In elk geval zijn het krachten waar geen bos of zandheuvel tegen bestand is.
Terug naar onze "tweede dag"! Ook tijdens de wandeling werden enkele foto's gemaakt - ongetwijfeld met het toestel van "madame Philippine" (op twee opnamen komt ze zelf voor, bij de andere zal zij de fotografe zijn geweest). En zo kan ik boven deze tekst dus een mooie foto plaatsen van "Wollebrantsen in de natuur" anno 1931 - een beeld van "een zomer van weleer"!
De foto’s leren ons wie de wandelaars precies waren. Als volwassenen waren er : (mijn overgrootmoeder) Rosalia Huybrechts, (mijn grootouders) Frans Constant Wollebrants en Maria Ceuleers, Marie Wollebrants met haar echtgenoot Alfons Louwaege, Marie's vriendin “madame Philippine”, en Ida Wollebrants. Als kinderen : (mijn vader) Oscar Wollebrants en (zijn nichtjes) de zusjes Agnes en Yvonne Mommens. Dat de 73-jarige Rosalia Huybrechts van de partij was, is wel verbazingwekkend én bewonderenswaardig! Onze wandelaars legden immers een bijzonder stevige afstand af! Vanuit Sint-Adriaan keerden ze terug via de weg van Haacht naar Rijmenam (toen nog een bescheiden "kasseiwegske") en via de Rijmenamsebaan (de weg van Rijmenam naar Boortmeerbeek).  


Alle in dit artikel verwerkte informatie komt uit de door mij geschreven familiekroniek.
Foto : "Wollebrantsen in de natuur", Boortmeerbeek, 5 juli 1931.  
De volwassenen zijn (van links naar rechts) : Maria Ceuleers (°1888), Frans Constant Wollebrants (°1889), Rosalia Huybrechts (°1858), Alfons Louwaege (°1882), Maria Rosalia Wollebrants (°1881), Ida Wollebrants (°1892).
De kinderen zijn (van links naar rechts) : Agnes Mommens (°1920), Yvonne Mommens (°1925), Oscar Wollebrants (°1921).