vrijdag 24 februari 2012

Johan Beetz


Voor de inwoners van het Canadese dorpje Piastre Baie ging rond het midden van de jaren zestig een lang gekoesterde wens in vervulling: de overheid wijzigde de naam van hun woonplaats in Baie-Johan-Beetz.
Op zich was er met dat Piastre Baie niks mis. Het ging om een verbastering van de benaming die de inheemse bevolking aan de nabijgelegen baai had gegeven. Maar in het Frans staat het (van oorsprong Italiaanse) woordje "piastre" voor: munt, geld. En veel bewoners van Piastre Baie voelden zich niet al te happy als ze zich buiten hun heimat bekend moesten maken als afkomstig uit het plaatsje Geldbaai - je krijgt dan al snel de reputatie een geldwolf te zijn.
De baai zelf heette trouwens al sinds 1914 Baie Johan Beetz. Ze ligt in het zuid-oosten van Canada, in de provincie Québec, en is een inham van de immense Sint-Laurensbaai, die dan weer de monding vormt van de gelijknamige rivier.
Het zal u inmiddels al duidelijk zijn: de mensen daar hebben wat met die Johan Beetz, anders zouden ze niet eerst hun baai, en dan ook nog eens hun gemeente naar hem genoemd hebben. In hun dorp ligt er bovendien een Rue Johan Beetz, en als u met uw heli of uw vliegtuigje die kanten op wil, geen probleem: u kan landen in de onmiddellijke omgeving, op Johan Beetz Airport. Zoals gezegd: ze hebben daar iets met die Johan Beetz.
Beetz was een man met wetenschappelijke en praktische kennis, en met veel energie. Toen in 1918 de Spaanse griep de hele wereld, en dus ook Canada teisterde, plaatste hij de inwoners van zijn dorp in quarantaine: door die ophokking ontsnapte Piastre Baie aan de vreselijke ziekte en kreeg Beetz de reputatie van weldoener. Beetz was echter ook - en nu komen we aan zijn minder sympathieke kant - een verwoed jager en visser, en een bonthandelaar.
Ja, hoor ik u denken, allemaal goed en wel, en razend interessant, maar wat heeft dit in 's hemelsnaam met het Frans Wollebrants-blog te maken, waarin wij naar wekelijkse gewoonte toch enig verband met het reilen en zeilen van de schrijver, zijn familie, zijn woonplaats… verwachten (anders kunnen we net zo goed de New York Times, de Dag Allemaal of Le Monde Diplomatique lezen).
Uw vraag, waarde lezer, is niet alleen zeer terecht maar komt ook net op het goeie moment, want kijk… Die in Canada zo op handen gedragen Johan Beetz (zie foto boven deze tekst) was geboren op 19 augustus 1874, als zoon van een van origine Nederlandse rentenier met dezelfde naam: Johannes Beetz. En… deze blijde gebeurtenis had plaats in… het Vlaams-Brabantse plaatsje Boortmeerbeek, binnen de muren van het aloude, dicht bij het dorpscentrum, aan de Molenbeek gelegen kasteel Audenhoven (Oudenhoven), toen eigendom van zijn ouders!
De kleine Johan Beetz was de derde telg in een gezin dat tenslotte vier kinderen zou tellen. Zijn moeder was een zekere Celine Versyl (of Verzyl), volgens de geschiedschrijving een Waalse madame (maar ik vraag me af of ook zij niet van Nederlandse oorsprong was, en of dat Versyl of Verzyl aanvankelijk niet Verzijl is geweest…).
Ja, u hebt het goed gelezen: de BC (Bekende Canadees) Johan Beetz (junior) is dus eigenlijk een Bekende Boortmeerbekenaar (BB) - een wetenschap die tot nu toe in mijn dorp geheel onbekend is gebleven, en ik hierbij dus in alle exclusiviteit onthul!  
Wel werd in de Boortmeerbeekse historiografie eerder al gewag gemaakt van Johan Beetz senior, en wel in het boekje Boortmeerbeek van heerlijkheid tot gemeente (uit 1979). Daarin lezen we (op blz. 109) dat de fanfare Onder Ons gesticht werd in 1875 door "Johan Beetz, rentenier en wonende op het kasteel Oudenhoven te Boortmeerbeek". En verder: "Johan Beetz stierf op 39-jarige leeftijd, op 1 december 1876".
Inderdaad: vader Beetz overleed op relatief jonge leeftijd aan een bronchopneumonie (een longontsteking ontstaan in de luchtpijpvertakkingen). De kleine Johan was dan nog maar twee jaar oud.
In 1879 hertrouwde moeder Celine Versyl (Verzyl). Ik vermoed dat ze op (of rond) dat moment het Boortmeerbeekse kasteel Audenhoven verlaten heeft. Alleszins zal Johan Beetz junior van 1880 af opgroeien op verschillende kastelen en soortgelijke optrekjes in Wallonië. Eigenlijk heeft hij dus hooguit 5 à 6 jaar van de Boortmeerbeekse lucht kunnen genieten - jammer, anders had hij onze gemeentelijke jongensschool kunnen bezoeken, die vanouds bekend staat om haar degelijk onderwijs.
Wel zag hij zich in het Walenland rijkelijk omringd door woeste natuur, waardoor hij aardig op de hoogte raakte van de plant- en dierkunde, maar zich helaas ook zwaar ging toeleggen op jacht en visvangst (en met mensen die dieren doden voor hun plezier, daar heb ik het niet mee - al geef ik toe dat we hier de geest van de tijd en het milieu nog enigszins als verzachtende omstandigheden in rekening kunnen brengen). Over zijn kennis van het Nederlands zullen we ons maar geen begoochelingen maken.
Beetz junior ontpopt zich in zijn jongelingsjaren tot een buitenmens en een avonturier. Hij gaat graag op reis : Centraal Europa, Belgisch Congo (waar hij op groot wild jaagt), Algerije, Marokko… Hij studeert "een beetje" geneeskunde aan de universiteit van Leuven…
Dan doet zich een tweede drama in zijn leven voor. We zijn in 1893, onze Johan is 19 jaar. Zijn nichtje Marthe Versyl (of Verzyl), die dan al zowat een jaar lang tevens zijn verloofde is - ze kennen mekaar al sinds ze twaalf waren - doet bij het verlaten van een dansfeest een verkoudheid op (veel te licht gekleed waarschijnlijk - u weet hoe dat gaat met zo'n jonge meisjes). Van het één komt het ander, ook in dit geval is dat een longontsteking, en Johan ziet zijn aanstaande bruid door de dood weggekaapt.
Een zware klap, en Beetz raakt depressief.  "Je réalisai que je devais me distraire, voyager, aller loin, bien loin" schreef hij later over die tragische periode in zijn leven. Hij besluit naar Congo te trekken, tot iemand hem vertelt over Canada, waar de rivieren vol zalm zitten en de wouden vol wild…
De rest is geschiedenis… en te lang om hier te vertellen. Laat ik toch nog melden dat Johan Beetz in 1898 in Piastre Baie huwde met de plaatselijke, op dat moment 14-jarige, schoonheid Adéla Tanguay - dat hij er een indrukwekkend (nog bestaand) landhuis bouwde en elf kinderen kreeg. En dat hij uiteindelijk overleed in 1949 - mijn geboortejaar.
Ik weet het: het is gruwelijk onrechtvaardig dat ik Beetz' rijkgevulde leven zo afraffel, en voorbij ga aan de redenen waarom hij in Canada bekend staat als un grand naturaliste en aan het feit dat hij ook de teken- en schilderkunst beoefende, maar (a) ik moet de omvang van deze blog-stukjes binnen de perken van de lezensvreugde zien te houden, en (b) het was er mij uiteraard om te doen de Boortmeerbeekse oorsprong van onze beroemde - nu ja: in Canada min of meer bekende - man in de schijnwerper te zetten. Hopende hiermede en aldus nog eens een bijdrage te hebben geleverd tot de geschiedschrijving mijner geliefde woonplaats…

Geraadpleegde bronnen : artikel J. TANGUAY en P. DROUIN, Johan Beetz, Un naturaliste à l'esprit créateur, 1874-1949, in : Le Naturaliste Canadien, deel 129, nr. 2, zomer 2005 - via internet, website La société provancher d'histoire naturelle du Canada, geraadpleegd februari 2012 ; internet, digitale documentenverzameling Johan Beetz, naturaliste, op website Library and Archives Canada - Bibliothèque et Archives Canada, geraadpleegd februari 2012 ; trefwoorden Johan Beetz en Baie-Johan-Beetz in internet-encyclopedie Wikipedia (Franstalige versie), geraadpleegd februari 2012 ; trefwoord Baie-Johan-Beetz, Quebec in internet-encyclopedie Wikipedia (Engelstalige versie), geraadpleegd februari 2012 ; internet, artikel Johan Beetz, op website Histoires oubliées, geraadpleegd februari 2012 ; S. KOKKER, Québec, in de reeks reisgidsen Lonely Planet, Victoria (Australië), 2002 ; artikel D. DELLISSE, Johan Beetz a son village au Québec, in krant Le Soir, 5 augustus 2005 - via internet, website van de krant Le Soir, geraadpleegd februari 2012 ; M. FIERENS, Boortmeerbeek van heerlijkheid tot gemeente, z.p. (Boortmeerbeek), z.j. (1979).
Het boek van S. SOULAINE, Johan Beetz, Le petit grand Européen, Montréal, 2004, heb ik niet meteen kunnen vinden (maar ik beken dat ik er ook niet hard naar gezocht heb).