vrijdag 25 oktober 2013

Beethoven


Dinsdag 15 oktober jongstleden nog eens een boeiende en onderhoudende voordracht bijgewoond: Jan Caeyers over Beethoven. Een lezing in het kader van de Leuvense Universiteit voor de Derde Leeftijd (UDL), in het aangenaam gezelschap van Jules, Arthur, Cyriel en Renild.
Eén, of is het al twee winters geleden (tempus fugit), hadden mijn vrouw en ik Caeyers al opgenomen in ons cultureel programma, maar - lag het aan ziekte van één van ons, of aan gladde wegen, ik weet het niet meer - de toegangskaartjes zijn toen ongebruikt blijven liggen. Ook was ik al geruime tijd van plan mij Caeyers' veelgeroemde Beethoven-biografie aan te schaffen, maar dat was er evenmin van gekomen. Dit wordt dus het verhaal van een uitgestelde belangstelling.
Jan Caeyers is een briljant man: ik ga hier niet zijn biografie uit de doeken doen, dat zou louter afschrijfwerk zijn, want ze is - weliswaar wat her en der en dus in stukken en brokken - gemakkelijk te vinden op het internet (en ik probeer hier altijd een tikje origineel te zijn, iets aan het www toe te voegen, liever dan te herhalen wat elders al staat).
Vreemd is wel (en ik ben niet de eerste die dit opmerkt) dat Caeyers' geboorteplaats en -jaar nergens aan te treffen vallen. Houdt hij ze - met name dan zijn leeftijd - liever geheim? Toch een beetje een ijdele man? So what, zijn palmares als musicoloog, Beethoven-specialist, stichter en dirigent van eerst de Beethoven Academie (1993-2006) en nu Le Concert Olympique (sedert 2010), oogt indrukwekkend. (Tussen haakjes, ik ben zeer ruimdenkend, maar waarom een Vlaming zijn ensemble zo nodig een Franse naam moet geven is mij niet duidelijk).
Jan Caeyers beheerst de trucs van de voordrachtkunst ten volle, dat werd me al gauw duidelijk - ik ken ze namelijk zelf ook, heb ze in mijn docenten-jaren volop toegepast, en weet dat ze drommels goed werken. Zal ik er een paar uit de doeken doen? Haal de aandacht van je publiek meteen binnen door uit te pakken met een sterk verhaal, een eyecatcher noemen de reclamejongens (en -meisjes) dat, maar bij een lezing gaat het uiteraard meer om een oor- dan om een blikvanger. Bij Caeyers was dit de (relatief) schokkende mededeling dat het volkslied van de Europese Unie, waarvan wij allen dachten dat het de finale van de negende symfonie van Ludwig Van Beethoven (de beroemde Ode an die Freude) was, eigenlijk niet van Beethoven is, maar dat elke keer dat dit wijsje weerklinkt - en u kan zich voorstellen dat dit nog al eens gebeurt - de kassa rinkelt bij de erfgenamen van… neen, niet Beethoven, die heeft er trouwens geen meer, maar van…
Hm, ik neem aan dat Jan Caeyers deze wetenswaardigheid ook in de volgende uitvoeringen van zijn Beethoven-discours nog wil opdissen, laat ik het gras niet voor zijn voeten wegmaaien, zijn toekomstige toehoorders hun verbazing niet vergallen… en daarom nu overstappen naar een andere kneep uit de oratorische trukendoos: maak uw persoonlijke betrokkenheid bij uw onderwerp duidelijk door het toevoegen van iets uit uw eigen leven - een jeugdherinnering bijvoorbeeld, die doet wonderen.
Want ja, ook ik spitste de oren toen Caeyers vertelde waar de kiem van zijn liefde voor Beethoven gelegen had: in de voorplaats van zijn ouderlijk huis. Daar stond een buffetpiano, en daarop prijkte het borstbeeld van een getormenteerde en streng kijkende Ludwig. Wat mij in het verhaal van Caeyers trof was niet die piano met dat Beethoven-beeld, die vorm van Gesamtkunst is maar al te bekend - maar het woordje voorplaats.
Ja, in mijn ouderlijk huis in de Beringstraat hadden wij ook een voorplaats (voor mijn Nederlandse lezers: een voorkamer). Daar stonden drie zware zetels - fauteuils - en een rond tafeltje, en ook het bureau-meubilair van mijn vader (zijn boekenkast stond wegens plaatsgebrek evenwel in de aanpalende gang).
In juli 1964 zijn we verhuisd naar de Bredepleinstraat: daar hadden we geen voorplaats meer, maar een salon en een eetkamer in één grote living. En had mijn vader zijn eigen bureaukamer, op de eerste verdieping. Het is best mogelijk dat ik het woord voorplaats sinds 1964 niet meer gehoord had…
Derde kunstgreep van de ervaren spreker: doorbreek het louter particuliere karakter van je onderwerp, plaats het in zijn culturele en maatschappelijke context en - kers op de taart - breng het waar mogelijk en zinvol in verband met algemeen-menselijke gedragingen en ervaringen. Eigenlijk zijn we hiermee het niveau van de retorische handigheidjes gepasseerd, en zijn we bezig onze uiteenzetting diepte en relevantie te geven. Caeyers deed dit door mythes en scheeftrekkingen in de beeldvorming rond de Beethoven-figuur te ontmaskeren (of te nuanceren), door de invloed van de sociale elite en de impact van commercie en marketing (ja, ook toen al) op het oeuvre en het imago van de maestro aan te wijzen, door de rol van de omstandigheden en het toeval op zijn weg naar het geniale te belichten… Op een subtiele manier maakte hij duidelijk dat de wijze waarop de geschiedenis (en wij) tegen figuren (genieën, helden of schurken) uit het verleden aankijken evenzeer bepaald wordt door heug en meug van biografen, historici en schrijvers allerhande als door de dramatis personae zelf. Op dat soort relativeringen ben ik dol (en ze zijn meer dan terecht).
Dit alles gezegd zijnde zal het u niet verbazen dat ik de dag na deze eye-openende voordracht - op woensdag 16 oktober dus - mijn al lang gekoesterde voornemen sofort uitvoerde en mij de Beethoven-biografie van Jan Caeyers via het internet aanschafte. Correctie: ik liet ze kopen door mijn vrouw, want in zaken van inkopen en betalen via internet ben ik eerder onkundig.
En warempel, weer een dag later - het is inmiddels donderdag 17 oktober - werd het boek reeds door een medewerker van het koerierbedrijf TNT aan huis besteld. Ik sta er altijd weer versteld van hoe snel en goed die private postbezorgers werken - via Bpost was mijn Beethoven minstens een week later en op een verkeerd adres afgeleverd (ik spreek uit ervaring - Johnny Thijs heeft nog veel werk voor de boeg vooraleer zijn exorbitant hoge verloning zelfs maar ten dele te verantwoorden valt).
Nu, met mijn Caeyers-boek mogen de lange winteravonden eraan komen, ik zal mij niet vervelen, want het is een kanjer van meer dan zeshonderd pagina's (en dan tel ik de noten, de bibliografie en de registers er nog niet eens bij). Ik dus met Beethoven in bed, want mijn favoriete plaats van lectuur blijft toch mijn matras.
En wat lees ik daar verdorie al meteen op de eerste bladzijde, in de Proloog? Een verre voorvader van de grote componist, een zekere Hendrik Van Beethoven… "had het tot grootgrondbezitter gebracht in Boortmeerbeek, een dorp tussen Mechelen en Leuven"! Mijn woonplaats en heimat nota bene! Ik wist natuurlijk wel dat de Beethovens afkomstig waren uit mijn streek, maar dat er ooit ook eentje in mijn dorp had gewoond, dat wist ik niet (of ik had het ooit geweten maar was het vergeten, dat kan ook). Voor een goed begrip: er woonden in de tijd van die Hendrik Van Beethoven nog geen Wollebrantsen in Boortmeerbeek.
Wat mij wél bekend was: dat de oudst getraceerde voorvaderen van de grote Ludwig in Kampenhout leefden. Het ging (zo lees ik op de website van de gemeente Kampenhout) om Jan (geboren ca. 1485), Mark (°1510), Aert (°1535), Hendrik (°1572), Mark (°1601) en Corneel (°1641, hij trok naar Mechelen).
De vrouw van Aert Van Beethoven, Josyne Van Vlasselaar, werd in augustus 1595 op 50-jarige leeftijd te Kampenhout aangehouden op verdenking van hekserij, en in september op de Grote Markt te Brussel op de brandstapel terechtgesteld. "Deze traumatische ervaring staat diep gegrift in het geheugen van de Van Beethovens, die aan deze geschiedenis een diepgeworteld scepticisme ten aanzien van de medemens hebben overgehouden", schrijft Caeyers. Begrijpelijk.
Ik neem aan dat de in het lijstje voorkomende Hendrik (°1572) de man was die het in Boortmeerbeek tot grootgrondbezitter bracht. Zijn achterkleinzoon Michiel Van Beethoven (°Mechelen, 1684) was bakker, handelde in kant, oude meubelen en schilderijen en runde kennelijk ook een soort immo-kantoor avant-la-lettre, want hij bezat ettelijke huizen in de Dijlestad (deels gekocht met geld van zijn vrouw Louise Struyckers).
Michiels zoon Ludovicus (Lodewijk, Louis) (°Mechelen, 1712) was kennelijk de eerste bij wie het muzikaal talent van de Van Beethovens naar boven kwam. "Als zesjarige werd hij omwille van zijn mooie stem opgenomen in de koorknapenschool Het Koralen Huis aan de St.-Romboutskathedraal in Mechelen", aldus Caeyers. "Na de stembreuk van zijn zoon heeft Michiel Van Beethoven een privé-leerlingencontract afgesloten met de kathedraalorganist Antoine Colfs, met de bedoeling Louis zich verder te laten bekwamen in het orgelspel en de basso continuo". In 1727 liep het contract af, niet lang daarna ging Ludovicus zijn muzikaal geluk beproeven in Leuven, vervolgens in Luik en uiteindelijk in Bonn.
Zéér belangrijk: in de tijd - pakweg de vroege 18de eeuw - dat Michiel Van Beethoven (overgrootvader van de grote componist) en de kleine Ludovicus Van Beethoven (grootvader van Ludwig) in Mechelen rondwaarden, woonde daar ook mijn verre maar rechtstreekse voorvader Andreas Martinus Wollebrants. Dat schept een band natuurlijk. Wat chronologie betreft weet ik enkel dat Andreas Martinus in 1711 in Mechelen huwde (met Maria Anna Pinçet), en er anno 1726 overleed. Het is dus niet onmogelijk dat hij Michiel Van Beethoven bij tijd en wijle in de stad tegen het lijf is gelopen...
"Ha, die Michiel!"
"Dag Andreas Martinus, hoe gaat het ermee?".
Zou kunnen hé. In de wat latere 18de eeuw ging het met de zakendoenerij van Michiel Van Beethoven bergaf, en in maart 1741 verliet hij Mechelen met stille trom én achterlating van een flink pak schulden. Hij muisde er vanonder naar Bonn, waar toen al twee van zijn zonen (één van hen was de reeds genoemde Ludovicus) woonden. Zou het misschien deze Michiel Van Beethoven zijn geweest die, vertrokken uit Mechelen en met een nog lange reis naar Bonn in het verschiet, te Boortmeerbeek logeerde in de herberg "In den Wildeman" (gelegen aan het Dorpsplein, op de westelijke hoek met de Vosweg) - en daar vertrok zonder te betalen? 
In elk geval deed in Boortmeerbeek sinds aloude tijden, en tot kort vóór mijn generatie, het verhaal - zeg maar: de legende - de ronde dat er in "De Wildeman" ooit een zekere Beethoven verbleef, en deze onverlaat bij zijn vertrek "vergat" de rekening te vereffenen… Ik hoorde die geschiedenis het eerst van mijn vader, en ze komt ook voor - ongetwijfeld opgetekend uit een mondelinge bron, en in een fantasierijke vorm - in het boekje Boortmeerbeek van heerlijkheid tot gemeente (uit 1979). 
Michiel Van Beethoven overleed in 1749 in Bonn. Zijn kleinzoon Johan (Jean) (°1739) huwde er in 1767 met Maria Magdalena Keverich. Uit dit huwelijk zal in december 1770 - als tweede van zeven kinderen - Ludwig Van Beethoven worden geboren.

Geraadpleegde bronnen.
J. CAEYERS, Beethoven, Een biografie, uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, zesde druk, 2012 (eerste druk 2009); artikel Kampenhout, bakermat van Beethovens stam, op website Kampenhout digitaal, www.kampenhout.be/historisch/beethoven.php, geraadpleegd oktober 2013; artikel R. en R. VAN MELDERT, Josijne Franciska Van Vlasselaer, tovenares, 2002, op website Van Meldert, Genealogische site, users.skynet.be/van.meldert/histories/josijne.htm, geraadpleegd oktober 2013; artikel M. 'T HART, Een hedendaags heksenproces, 2006, op website nrc.nl, vorige.nrc.nl/nieuwsthema/luciadeb/article1730533.ece/Een hedendaags heksenproces, geraadpleegd oktober 2013; artikel Familie Van Beethoven, op website Mechelen Mapt, mechelen.mapt.be/wiki/Familie Van Beethoven, geraadpleegd oktober 2013; M. FIERENS, Boortmeerbeek van heerlijkheid tot gemeente, z.p. (Boortmeerbeek), z.j. (1979), blz. 123.
Fierens schrijft (over herberg In den Wildeman): "… en waar, naar verluidt, Ludwig Van Beethoven meermalen overnachtte tijdens zijn doorreis naar Mechelen. Hij zou daar een schuld achtergelaten hebben van meer dan 200 gulden!". De zwartlogeerder zal in geen geval Ludwig Van Beethoven zijn geweest, aangezien die nooit naar zijn voorvaderlijke stad Mechelen is gereisd.

Foto boven de tekst: geboortehuis van Ludwig Van Beethoven in Bonn, het beroemde Beethoven-Haus in de Bonngasse, nu museum en bedevaartplaats voor Beethoven-bewonderaars - eigen dia, donderdag 18 juli 1996. In de deuropening: mijn vrouw en onze twee oudste kinderen. In feite woonde het Beethoven-gezin in een achterbouw van het huis.