vrijdag 29 juni 2012

Menonkel Symons


De moeilijke, maar originele en uitdagende Duitse filosoof Martin Heidegger (1889-1976) heeft ooit het woord aletheia uit de mottenbollenkast van het Oude Griekenland gehaald, en gesteld dat het oorspronkelijk zoveel betekende als onverborgenheid: dat wat ontsluierd wordt, aan het licht komt, niet meer toegedekt is. Dit onverborgen-worden (Entbergung) veronderstelt - staat in een soort spanning met - de verborgenheid (Verbergung). Onthulling is maar mogelijk als er verhulling is. In dat fascinerende grensgebied tussen verborgen- en onverborgenheid speelt zich het geboren worden van nieuwe kennis, van nieuw weten, af. Tegelijk ontstaat - vreemd genoeg - echter nieuwe verborgenheid, nieuwe onbekendheid.
Dit alles geldt ook voor het zoeken naar informatie met betrekking tot het verleden, voor de recherche du temps perdu (de zoektocht naar de verloren tijd) waar ik me op dit blog vaak op toeleg. Vragen worden beantwoord, maar de antwoorden roepen weer nieuwe vragen op. Het lijkt (om eens een tot de verbeelding sprekende vergelijking te maken) op een geraffineerde, never ending strip-tease: als het ene kledingsstuk is uitgetrokken, rijst de vraag wat er onder het volgende toch mag zitten.
Het portret boven deze tekst behoort (nog) in hoge mate tot het rijk van de verborgenheid. Het maakt deel uit van de archivalische nalatenschap van mijn in 2009 overleden moeder. Zij moet het op haar beurt geërfd hebben van één van haar tantes - allicht van haar tante Emma (1898-1978) of van haar tante Irma (1903-1992). Nog een stapje en een vermoeden verder, en we komen bij mijn moeders grootmoeder Maria Theresia Kuypers (1866-1946): waarschijnlijk stamt de foto uit haar wereld.
Ik neem aan dat het om een negentiende-eeuwse opname gaat - een lichtdrukmaal uit de tijd dat de fotografie nog een soort toverkunst was. De contouren moeten wazig zijn geweest, want ze zijn stevig bijgewerkt: het resultaat is een deels fotografisch, deels getekend portret. Gelukkig werd aan het aangezicht niet te veel geretoucheerd.
Wie is de man op de foto? Van mijn moeder weet ik dat het menonkel Symons moet zijn. Mijn moeder noemde hem echter in één adem met zijn echtgenote: matante en menonkel Symons - want inderdaad, ook van zijn vrouw bleef een portret bewaard, merkelijk beter van kwaliteit, maar naar mijn (in technische zaken altijd zeer bescheiden) oordeel toch wat minder oud.
Dat matante betekent uiteraard ma tante, mijn tante - en menonkel zal een verbastering zijn geweest van mon oncle, mijn oom.
Wat wist mijn moeder over matante en menonkel Symons? Dat ze verwant waren met haar grootmoeder Maria Theresia Kuypers. Eén van hen moet een zus of een broer van Maria Theresia Kuypers' moeder zijn geweest - de ander was dan uiteraard de schoonbroer of schoonzus. Anders gezegd: het ging om een tante en oom van Maria Theresia Kuypers.
De foto toont een behoorlijk uitgedoste man - links in beeld ontwaren we zelfs een hoge hoed. Matante en menonkel moeten er warmpjes ingezeten hebben: ze woonden in Mechelen en zouden daar twee huizen in eigendom hebben gehad. En ze moeten, steeds volgens wijlen mijn moeder, kort na elkaar - misschien wel op dezelfde dag - overleden zijn. Zonder kinderen na te laten...
Naast de foto's van matante en menonkel bezat mijn moeder ook een brief, een gestencilde uitnodiging van de burgemeester van Mechelen, gericht aan menonkel… "M. Dessain Burgemeester heeft de eer M. Symons J. G. Lierschesteenweg 23 te aanzoeken zich Dynsdag, 25 Juni aanstaande, om 7 ure 's avonds, ten stadhuize te bevinden, om de herinneringsmedalie 1870-1871 te ontvangen, welke hem is toegekend by Koninklyk Besluit".
Weliswaar achtte de burgemeester het niet nodig zijn brief van een jaartal te voorzien, maar met die herinneringsmedaille 1870-1871 komen we toch een eind verder. 
Op de website van Hendrik Meersschaert over eretekens verneem ik dat de herinneringsmedaille 1870-1871 werd "uitgereikt aan alle militairen en gewezen militairen welke dienden in het gemobiliseerd Belgisch leger tussen 15 juli 1870 en 5 maart 1871", en dat ze in het leven werd geroepen "door Koning Albert I op 20 september 1911, ter herdenking van de mobilisatie van het Belgisch leger tijdens de Frans-Pruisische Oorlog".
Inderdaad: bij het uitbreken van de oorlog tussen Frankrijk en Pruisen in juli 1870 werd het Belgisch leger gemobiliseerd. Gelukkig erkenden de belligerenten - op vraag van Engeland - in augustus 1870 de Belgische neutraliteit, en respecteerden ze die ook, zodat ons land buiten het oorlogsgeweld bleef.
Kennelijk was menonkel Symons dus in 1870-1871 opnieuw door het leger van Leopold II opgeroepen geweest, wat laat veronderstellen dat hij eerder als loteling het vaderland zal hebben gediend (tot 1909 recruteerde het Belgisch leger zijn manschappen immers via het beruchte lotingsysteem).
Even de zaken op een chronologisch rijtje zetten: de herinneringsmedaille 1870-1871 werd ingesteld op 20 september 1911 en aan menonkel uitgereikt op 25 juni - dat moet dan in 1912 zijn geweest, net honderd jaar geleden dus. Dat was inderdaad een dinsdag.
Tot zover de verborgenheden die ik met betrekking tot matante en (vooral) menonkel Symons heb weten te ontsluieren. Maar dan zijn er de vragen die welig opborrelen. Voor welke voornamen staan de initialen J. G.? Hoe heette matante eigenlijk? Waar en wanneer werden de portretten gemaakt? Heeft menonkel een rijzweep in de rechterhand? Zou hij misschien koetsier zijn geweest? Wat had menonkel als loteling en als gemobiliseerde uitgericht? Waar en wanneer werden matante en menonkel geboren? Waar en wanneer overleden ze? Zijn de momenteel in Mechelen wonende Symonsen verwanten van matante en menonkel?
Wat die oorlog van 1870-1871 betreft: die verliep desastreus voor de Fransen en glorieus voor de Duitsers. De triomf van Pruisen en zijn bondgenoten in de Slag bij Sedan, op 2 september 1870, betekende de val van de Franse keizer Napoleon III en van het zogeheten Tweede Franse Keizerrijk. Van 19 september 1870 af omsingelden Duitse troepen Parijs.
Tijdens dat beleg riep de Pruisische kanselier Otto von Bismarck op 18 januari 1871 in de Spiegelzaal van het paleis van Versailles het Duitse Keizerrijk uit, met de Pruisische koning Wilhelm als eerste keizer. Op 10 maart hield het Duitse leger een zegetocht over de Champs Elysées. Door allerlei tribulaties - eind maart grepen Franse revolutionairen de macht in Parijs: de Commune - duurde het vervolgens nog tot 10 mei 1871 voor de Franse republikeinse regering een vredesverdrag met het nieuwe Duitsland sloot, en de oorlog officieel ten einde liep. Een stevig stuk geschiedenis…
België was in 1870 de oorlogsdans ontsprongen. Bij de volgende krachtmeting tussen Frankrijk en Duitsland, in 1914, zou dat niet meer het geval zijn.

Voornaamste geraadpleegde bronnen: internet, website Hendriks Medal Corner (website van Hendrik Meersschaert), users.skynet.be/hendrik/, geraadpleegd april 2012; internet, trefwoord Frans-Duitse Oorlog, in internet-encyclopedie Wikipedia (Nederlandstalige versie), nl.wikipedia.org/, geraadpleegd april 2012.